Nu de temperaturen weer langzaam winters worden, de gasprijzen de pan uit rijzen en zelfs de boelkloedigste geitenbreiers snakken naar wat warmte, heb ik eindelijk een goede gelegenheid om een column te schrijven over wol. De wollige column die al jaren in mijn pen woont wil eruit! Het stoffige imago van wol heeft me lang weerhouden van het schrijven van een ode over mijn favoriete natuurproduct, maar ik wil mijn warme band met schapenvacht niet langer voor de buitenwereld verborgen houden. Wol zal ons door de crisis helpen!
Op vierjarige leeftijd was ik met de kleuters van basisschool Sint Franciscus met de bus op schoolreisje naar Kitskesberg. In de wei naast de speeltuin werden schapen geschoren. Tot mijn grote verbazing zag ik daar dat mijn grootste en stoerste neven Tom en Mark schapenscheerders waren. Behendig hielden ze de schapen in een soort houtgreep en oogsten ze in no time grote bergen wol. Terugkijkend moet dat het moment zijn waarop mijn fascinatie en liefde voor wol is ontstaan. Tom en Mark zijn trouwens niet de enige familieleden met een schapenscheerdersverleden, mijn avontuurlijke neef Ron verdiende later down under goed als sheepshaerer wat mijn fascinatie alleen nog maar vergrootte.
Wol is warm, wol is behaaglijk, wol is veelzijdig, soms kriebelig, maar meestal zacht en altijd ademend, zelfreinigend, elastisch en sterk. Welk natuurproduct laat zich weven, knopen, breien en vilten? Juist, wol! Wol heeft bovendien een sterk verbindende factor. Welk kleinkind leerde er niet breien van oma, welke dochter zat er nooit op vaders schoot toen die uitlegde hoe het spinnewiel van Doornroosje werkt en welke veertiger gaat er niet af en toe bij zijn moeder langs omdat er een gaatje in een wollen trui gestopt moet worden? Wol brengt mensen samen.
Mijn waardering voor wol heeft ervoor gezorgd dat de wereld om me heen nogal wollig geworden is. Op de vloeren liggen Perzische tapijten van scheerwol, op de banken liggen zachte Ijslandse schapenvachten, aan de muur hangen hippe geluiddempende wandkleden van Scandinavisch wol en op de bank liggen gebreide vintage kussens. Zelfs de viltjes op tafel zijn van echt vilt. En op de slaapkamer is het al niet anders. Als ik schaapjes wil tellen doe ik dat in onze boxspring onder een lamswollen vierseizoenen dekbed op een onderdeken van een wolblend.
Wol heeft ook een prominente plek veroverd in mijn garderobe. In mijn kledingkast hangen al jaren tientallen wollen truien van allerlei behaaglijke wolblends. Van pullovers van stoer Brits of Schots wol, tot merinowollen v-halstruien, lamswollen longsleeves en van kasjmir coltruien en van Italiaans wollen colberts tot vesten van zuiver alpacawol en zelfs een vest van vicuña. Ik zal u niet lastigvallen met informatie over mijn ondergoed, maar reken maar dat ik merinowollen sokken draag. Thuis loop ik trouwens op Uggs van Australische schapenvacht die ik altijd voor een habbekrats koop in de zomer. Ik hoef u niet te vertellen waar mijn winterjas van gemaakt is en de sjaals en mutsen die op de kapstok liggen.
Voor iemand die wol in z’n hart heeft gesloten, is het bijzonder frustrerend dat in een land waar zoveel schapen wonen het wol voor een habbekrats wordt verkocht naar het buitenland, wordt opgeslagen of zelfs verbrand. Het Nederlands wol is te hard, kriebelt of kan gewoon niet in ons eigen land verwerkt worden omdat er geen wolindustrie meer is. De afgelopen jaren ontstonden er gelukkig weer wat initiatieven om het Nederlands wol weer op de markt te brengen. Nieuwe kledingmerken die speciale technieken gebruiken om Nederlands kriebelwol toch voor kleding te kunnen gebruiken, bedrijven die wol in woonaccessoires verwerken en bedrijven die isolatiemateriaal maken van wol.
In de huidige energiecrisis wordt wol overal om me heen opnieuw gewaardeerd. Nu de verwarming lager moet, breien tal van kennissen warme wollen truien. In woonwarenhuizen zijn de geweven wollen woonplaids om de winterkou te trotseren niet om aan te slepen. Het zou me niet verbazen als ook wollen ondergoed weer de norm wordt. Wol kan ons door de energiecrisis helpen en mensen die dat allemaal maar onzin vinden, daar krijg ik echt de kriebels van.