ColumnsQuirien van Haelen

De bijtjes en de bloemetjes

Ongetwijfeld heeft u last van lentekriebels. U heeft de laatste vorst bijna de grond uit gekeken. De tuinstoelen stonden al weken te wachten tot u ze een heerlijk lentebeurtje en -geurtje kon geven met naar bloesem geurende kunststofreiniger. Het is eindelijk lente! De mooiste tijd van het jaar is weer aangebroken! Hoera! De eerste bijen kropen reeds nog slaperig uit hun insectenhotels en inmiddels zoemt het weer vrolijk in onze tuinen en op onze balkonnetjes.

En u geniet daar volop van lijkt me zo. Maar realiseert u zich ook weleens dat bijtjes bloemetjes nodig hebben en dat er zonder bloemetjes geen bijtjes zijn?

In deze column neem ik het op voor de bijtjes. Bijen kunnen al jaren op mijn sympathie rekenen. Eigenlijk al vanaf het moment dat ik een zomer als bloembestuiver heb gewerkt. Voor een bekende zaadveredelaar uit de gemeente Leudal bevruchtte ik toen slangkomkommers. Dagelijks mocht ik met een mannetjesbloem speciaal geselecteerde vrouwelijke komkommerbloemen bevruchten door even de mannelijke meeldraden tegen de zachte stempels van de vrouwtjesbloemen te wrijven.

Ik was als een bij in de zomerlucht, het zal u niet verbazen dat ik goed was in mijn vak. Ook onder bijen bleef mijn vakmanschap niet onopgemerkt. Nog steeds word ik op warme zomerdagen met groot respect toegezoemd. Sinds mijn tijd als bloembestuiver kijk ik anders naar bijen.

Bijen zijn nogal belangrijk voor de bevruchting van onze planten. Zonder bijen mislukken onze oogsten, lijden we honger, sterft al het leven uit en vergaat de wereld. Of iets wat daar op lijkt. Niet voor niets heeft de imkerij de afgelopen jaren met veel succes ingezet op het bestrijden van een moordlustige terrormijt, de Varroa destructor, die in sommige jaren bijna 30% van de honingbijen naar de bijenhemel heeft gemoord. De afgelopen vijf jaar is het wintersterftecijfer onder bijen genormaliseerd naar ongeveer 10%.

Goed nieuws voor mijn collega-bloembestuivers. Gelukkig is er nog meer goed nieuws. Bijna de hele wereld is tegen het gebruik van neonicotinoïden, dat zijn heel bijonvriendelijke landbouwgiffen. Het kan haast niet lang meer duren voordat die door niemand meer gebruikt worden. Geen mens zal daar mee door willen gaan. Bijen die stuifmeel aten van planten die met deze landbouwgiffen behandeld waren, raakten gedesoriënteerd van het gif, vonden hun korven niet meer terug en gingen dood. Die dwaze bijen zien we in de toekomst dus steeds minder rondvliegen, lijkt me.  

Toch is er ook slecht nieuws. Een derde oorzaak van bijensterfte is waarschijnlijk voedselgebrek. Er zijn steeds minder bloeiende planten en in landbouwgebieden is er maar weinig variatie in beplanting.  Bijen gedijen nou eenmaal beter bij een gevarieerd stuifmeel- en nectardieet, dan bij elke dag stuifmeel van maisplanten. Nu bijen straks niks meer te vrezen hebben van moordende mijten en landbouwgif dreigt er een hongersnood onder onze gevleugelde zespotige zoemvrienden.

De afgelopen jaren hebben we massaal gigantische bijenhotels en insectenhuisjes in onze tuinen geplaatst. Iedereen kan tegenwoordig de dik driehonderd soorten die in Nederland voorkomen vrijwel allemaal van grote afstand determineren. Zelf kan ik soorten als de zandbij, het vosje, de aardhommel, de vierkleurige koekoekshommel, de groefbij, de witbaardzandbij, de grote bladsnijder en de dikkopbloedbij zelfs herkennen aan het kenmerkende gezoem. Maar goed, met die bijenhotels hebben we naar de bijenwereld een bepaalde verwachting gecreëerd. Welkom bijen!

Als collega-bloembestuiver wil ik u namens alle Nederlandse bijen oproepen om die verwachting waar te maken en elke centimeter tuin vol te planten met bloeiende planten. Voert u de vogeltjes in de winter, dan zou u ook bijen moeten voeren in de lente! Vond u de hongerige grazers bij de Oostvaardersplassen ook zo zielig?

Dan weet u wat u te doen staat. Zonder bloemen geen bijen.

 

 

 

 

.

 

 

 

Quirien van Haelen

Quirien van Haelen (1981) is dichter, docent en columnist. Hij publiceerde diverse dichtbundels, was columnist en presentator bij L1 en poëziecolumnist bij Radio 1. Vanaf het eerste nummer van HALLO Magazine schrijft hij columns voor dit platform, vaak met humoristische inslag. Zijn columns zijn populair van Nederweert tot Heibloem. Van Neer via Thorn naar Maasbracht. De Maas over en een bezoekje bij de Belgische buren waar zijn columns ook geliefd blijken te zijn.