Onlangs rekende mijn boekhouder me voor dat de kosten van mijn kermisbezoeken wel een érg grote post op mijn begroting waren. Voor de kaartjes, penningen en tickets die ik had gekocht, had ik volgens hem ook jaarabonnementen voor Toverland had kunnen kopen, dan had ik een heel jaar lang plezier kunnen hebben.
Voor mij is de kermis een exclusief restaurant waar je een paar gangetjes uit mag zoeken. Het pretpark is een wokhal waar je onbeperkt kunt eten en drinken, maar waar je zelden met z’n allen samen aan tafel zit en waar je drie kwart van de tijd in de rij staat. Ik zie eigenlijk geen overeenkomsten.
Boekhoudkundig is het een topper hoor, maar verstand van amusement heeft hij dus duidelijk niet…...Wie net als ik verslingerd is aan kermis komt de komende maanden gelukkig volop aan zijn trekken. Na Nunhem en Haelen is het de beurt aan Roermond, Roggel, Kelpen-Oler, Horn, Hunsel, Neer, Heythuysen, Baexem, Grathem en Ell. Nu veel kermissen door stichtingen en particuliere initiatieven zijn overgenomen, gaat het weer helemaal de goede kant op met de kermis.
Mijn boekhouder had in één ding een beetje gelijk, de kermis is niet goedkoop. Een paar keer aan een touwtje trekken voor 5 euro, drie keer naast een horloge grijpen voor 2 euro, even in de Jimmy voor 2 euro 50 en voor je het weet is het kermisgeld op. Dat is maar goed ook, want geld is juist een leerzaam onderdeel van de kermis. Je krijgt kermisgeld, er zijn ooms die je nog even vijf euro toestoppen om een horloge te grijpen en er moeten kaartjes gekocht en afgegeven worden. Dat maakt het niet alleen spannend, het zorgt ervoor dat kinderen keuzes moeten maken. Een kermis is dus veel leerzamer dan een pretpark.
Een kermis is vooral ook spannender en feestelijker dan een pretpark. Je moet zelf de kaartjes afgeven, je denkt na over het beste moment om in een attractie te gaan (Op dinsdag draait de rups misschien langer, omdat het dan niet zo druk is.) en loopt eindeloos rond om te kijken naar welke knuffel het makkelijkst te grijpen is. Een kermis is feestelijker, omdat je bij een kermisbezoek standaard snoep krijgt. In een pretpark loop je het risico dat je de hele dag snackworteltjes aan het eten bent, omdat je gezonde tante de koelbox heeft ingepakt. Op de kermis krijg je gegarandeerd, honderd procent zeker, altijd snoep! Een suikerspin, een zakje gesuikerde pinda’s, een wijnbal, je hoeft alleen nog maar te kiezen.
De kermis is dus leerzamer, spannender en feestelijker, maar hij is ook gezelliger. Dat komt bijvoorbeeld omdat de muziek op de kermis beter en harder is dan in een pretpark. Niet al die opgeruimde, zorgvuldige gecomponeerde deuntjes, maar gewoon lekker knallen. De muziek is altijd goed en elke attractie heeft een eigen stijl. Helemaal mooi zijn de plekjes waar je meerdere muziekjes door elkaar hoort. Feest! Bovendien kom je op een kermis veel bekenden tegen, klasgenoten, vriendjes, je familie enzovoort. Gezelliger dus.
Dan is er nog één factor die een kermis veel gaver maakt dan een pretpark. De pluim (de poés) bij de rups. De kans dat je die kunt vangen en daarmee een ticket kunt winnen, zorgt voor spanning. In een pretpark kun je misschien tachtig keer achter elkaar in een attractie, maar daar houdt het dan ook mee op, je gaat er geen pluim vangen. Zeker als het touwtje met de pluim door iemand met talent wordt bediend, levert het fenomeen oneindig veel plezier op. Je moet hem eigenlijk elke keer net kunnen aanraken.
Het boekhoudbrein van mijn boekhouder neemt al die punten niet mee in z’n vergelijking, alleen de prijs telt. Best leuk hoor zo’n pretpark, maar geen vervanging van de traditionele kermis, dat had mijn boekhouder ook kunnen weten. Of eigenlijk ook weer niet, hij gaat niet alleen nooit naar kermissen met z’n kinderen, hij is ook nog nooit in Toverland geweest.
