VerhalenJohn Hölsgens

Boswachter Theo van den Berkmortel na 48 jaar met pensioen: De balans van lucht, water en bodem

Ell / Midden-Limburg

Op de zaterdag dat de dertigste officiële hittegolf sinds het begin van de metingen in 1901 het land in een verlammende greep houdt, trekt Theo van den Berkmortel (66) de koelkast open voor een blikje cola. Onder de overkapping is het nog redelijk uit te houden. Het bord dat boven hem hangt, met het Italiaanse gezegde en levensmotto ‘Il dolce far niente’ als opschrift, lijkt een verwijzing naar zijn voorland. Op 21 oktober gaat immers officieel het pensioen van Theo in. Maar het ‘zoete niets doen’ is voorlopig totaal niet aan de orde. Naast zijn vrijwilligerswerk voor de Dorpsraad in zijn woonplaats Ell én zijn activiteiten voor de lokale seniorenvereniging, wil hij ook na zijn pensioen op vrijwillige basis actief blijven voor de vereniging waarvoor hij 48 jaar beroepsmatig in de weer was: Natuurmonumenten.

 

Die ochtend verscheen juist een interview met directeur Natuurbeheer Teo Wams, van diezelfde organisatie, op Nu.nl. Van den Berkmortel kent hem uiteraard goed. De daaropvolgende maandag zullen, nadat eerder boeren het gesprek over het stikstofprobleem aangingen met Johan Remkes en het kabinet, dit keer de natuurorganisaties aanschuiven bij de onderhandelaar. Als grootste terreinbeheerder is Natuurmonumenten daar natuurlijk ook bij. Wams heeft op dat moment al aangekondigd, dat er wat zijn organisatie betreft niet aan de stikstofdoelen moet worden gesleuteld. ‘De rek is eruit’ zegt de directeur. We zullen er later in het gesprek op terugkomen.

 

Teamspeler
Natuurmonumenten is een vereniging voor mensen met hart voor de natuur en dat heeft Theo overduidelijk. De organisatie wil de natuur in Nederland de ruimte geven en natuurgebieden beschermen, net als waardevolle landschappen en cultureel erfgoed. ‘In al die jaren heb ik met heel veel plezier en ook met trots voor Natuurmonumenten gewerkt’ zegt Theo. ‘Alles kwam bij elkaar: mijn verwondering over de natuur, werken voor een organisatie die het verschil maakt en vooral veel deskundige en gepassioneerde collega’s. Het gevoel van ‘samen de kar trekken’ is goud waard. Ik heb ook altijd de waardering gevoeld voor mijn rol als teamspeler. Binnen het beheerteam Kempen en Midden-Limburg had ik het geluk met collega’s uit alle windstreken te mogen samenwerken. Dat je iets bijdraagt aan de samenleving kan je werk bovendien extra mooi maken. En een fijne werkgever kan een reden zijn dat je ’s ochtends met plezier uit je bed komt. Werk is gewoon een bepalende factor of we ons gelukkig voelen of niet. En het maakt ons tot wie wij zijn.’


Achterban
 

Sommige mensen denken bij een boswachter nog steeds aan iemand die met een gevederde hoed en eventueel een geweer over de schouder dwars door het woud loopt, als een soort bos- en veldpolitie.

Het moge inmiddels duidelijk zijn dat dit beeld weinig met de realiteit van doen heeft. Toch zijn er behoorlijk wat natuurorganisaties waardoor de buitenstaanders soms door de bomen het bos niet meer zien. ‘Ik heb zeker ook veel toezichtwerk gedaan hoor, zoals ik net al aangaf. Natuurmonumenten heeft boa’s, net als Staatsbosbeheer, met verbaliserende bevoegdheden. Maar Staatsbosbeheer is, zoals de naam al aangeeft, een Rijksinstelling terwijl Natuurmonumenten een particuliere vereniging is. Dat is het belangrijkste verschil. Je kunt dus lid worden, net zoals van bijvoorbeeld het Limburgs Landschap.’
Ontstaan in 1905, steunen inmiddels meer dan 800.000 mensen Natuurmonumenten tegenover nog geen 180.000 in 1974. Het personeel bestaat uit meer dan 700 mensen, geholpen door bijna 6500 vaste vrijwilligers. Theo: ‘Met name door die grote achterban is de organisatie in staat veel te bereiken. Waarbij aankoop en beheer van natuurgebieden het hoofddoel blijft, om die ook zo goed mogelijk te beschermen.

Afwisseling
‘Als kind wilde ik in eerste instantie architect worden’, zo steekt de geboren Brabander van wal. ‘Maar toen ik een jaar of tien was, was ik er wel uit: boswachter, dat leek mij wel wat! Maar ja, de bosbouwscholen waren op de Veluwe. Dus na de lagere school ging ik eerst naar de Lagere Land- en tuinbouwschool in Deurne. Na twee jaar volgde ik de Bosbouwtechnischeschool in Apeldoorn. Aansluitend kon ik via Natuurmonumenten deelnemen aan de opleiding Praktijkonderwijs voor Bosbouw, Cultuurtechniek en aanverwante vakgebieden. Dat bleek een mooie basis voor mijn loopbaan: een goede balans van theorie en praktijk.

Ik leerde van alles over aanleg, verzorging, houtoogst, gereedschappen en machines. Bovendien ging ik stage lopen door heel Nederland, van Drenthe, Noord-Holland tot aan Gelderland. Er ging op dat moment een wereld voor mij open. Met al die verschillende dialecten, gewoontes en tradities. In al die jaren bij Natuurmonumenten heb ik altijd de kans gekregen om mij verder te ontwikkelen. Al die verschillende cursussen zijn net als mijn carrière: veel afwisseling. Natuurgids, leiding geven, bosbeheer, begrazing, biologie, pr en een opleiding tot Buitengewoon Opsporingsambtenaar om er maar een paar te noemen.’

 

Infuus
Daarom terug naar de actualiteit. De natuur in Nederland staat er slecht voor, overigens niet alleen door stikstof. Ook de problematiek van waterkwaliteit vraagt om aandacht. De natuur is niet alleen mooi en om van te genieten, gaf directeur Wams eerder die ochtend al aan: het is de basis van ons bestaan. De overheid heeft decennialang beleidsmatig gefaald, problematiek voort laten bestaan en voor zich uitgeschoven. Van den Berkmortel is het met hem eens. Één van de gevolgen is volgens hem dat nu de nood het hoogst is, de aanpak het meeste pijn doet. ‘Ik begrijp dan ook dat de agrarische sector in het geweer komt. Ze staan niet voor het eerst onder immense druk. Maar tegelijkertijd moet er nu écht iets gebeuren. Het kan niet langer verder zo.

Niet alleen de overheid die subsidies gaf bij stalvergroting, ook het bankwezen heeft een duidelijke rol gespeeld in de ontstane situatie. Ik heb dus absoluut begrip voor de boeren. En uiteraard is er wel degelijk plaats voor hen, in een aangepaste vorm.

Ik spreek ook veel boeren die daaraan willen meewerken, die wél verder willen op een andere manier. Maar die hoor je niet in de publiciteit. Daar zie je vooral de activisten. Ondertussen is het wel vijf voor twaalf. Als het niet vijf over twaalf is! De natuur is doodziek, ligt aan het infuus zou ik zelfs willen zeggen. De toestand is gewoon ernstig. Zo verdwijnen door de vervuiling belangrijke mineralen als calcium en kalium uit de grond.

Dat tast de bomen aan. Het belang daarvan hoef ik niet uit te leggen, toch? Het staat allemaal in verbinding met elkaar: lucht, water, bodem. Wij zijn allemaal afhankelijk van een goede balans van die drie. Daarom kun je deze elementen ook terugvinden in het logo van Natuurmonumenten.’

 

Tegenpolen
Vaak zijn ecologie en economie elkaars natuurlijke tegenpolen: waar het geld regeert, legt het groen het af. Waar de somberende dichter J.C. Bloem zich in zijn gedicht De Dapperstraat afvroeg wat natuur nou helemaal voorstelt in ons land, benadrukken de natuurbeheerders, biologen en ook gewone liefhebbers dat er meer dan voldoende Nederlandse natuur is om je voor in te zetten. Theo: ‘De opwarming van de aarde is nu wereldwijd merkbaar. De uitstoot van broeikasgassen door de mens is de oorzaak. Ook is duidelijk dat de grens van 1,5 graad temperatuurstijging bereikt wordt over een kleine tien jaar.

Dat staat in het recente rapport van IPCC, het klimaatpanel van de Verenigde Naties. De winters worden natter en de zomerneerslag wordt grilliger. We zullen vaker te maken krijgen met droogte en extreme neerslag. Het hoogwater in 2021 was daar een voorbode van.’

Het tandje terugschakelen lijkt voor Theo dus bijna noodgedwongen. Hij heeft immers ook zaken zien verbeteren en gelooft nog steeds in de veerkracht van de natuur. Daar wil hij straks als vrijwilliger aan blijven bijdragen. Want hoe zoet niets doen ook kan zijn, in dit geval is het geen optie meer...