Pastoor André Koumans uit Ospel ontvangt erepenning van de gemeente Nederweert
Zondag 30 januari 2022 is een gedenkwaardige dag voor pastoor Koumans uit Ospel geworden. Een dag die hij niet snel zal vergeten. Pastoor Koumans doet zoals gewoonlijk op zondag de H. Mis in de Ospelse parochiekerk. De kerk is goed gevuld want er zijn die dag diverse misintenties. Na het geven van de zegen aan het einde van de mis, vraagt de koster pastoor Koumans nog even te wachten.
Tot diens grote verrassing verschijnen burgemeester Birgit op de Laak en de overige leden van het college van burgemeester en wethouders op het altaar en de burgemeester reikt vervolgens de erepenning van de gemeente Nederweert uit aan een stomverbaasde pastoor Koumans.
Deze erepenning wordt in zeer bijzondere gevallen, als blijk van grote waardering en erkentelijkheid toegekend aan een persoon die zich voor de gemeente Nederweert in hoge mate verdienstelijk heeft gemaakt. Pastoor Koumans (79) wordt door de burgemeester geprezen vanwege de maatschappelijk betrokken wijze waarop hij zijn taken als pastoor invult. Daardoor is er tijdens zijn pastoraat een bijzondere verbondenheid met Nederweert en haar inwoners ontstaan.
Met het ontvangen van deze gemeentelijke onderscheiding, mag pastoor Koumans zich ereburger van Nederweert noemen. Hallo Magazine ging met de nieuwste ereburger van Nederweert in gesprek.
Sigarenlucht
De woning van pastoor Koumans voldoet helemaal aan het traditionele beeld dat we van een pastorie hebben. Een groot en statig pand in de directe nabijheid van de kerk. Bij binnenkomst ruiken we direct sigarenlucht. Ook dat past bij het beeld. “Ik rook er slechts twee per dag,” vertrouwt pastoor Koumans ons toe, “het zijn maar kleintjes.” We gaan in gesprek met de nog altijd zeer vitaal ogende Ospelse parochieherder die ooit zijn ‘loopbaan’ als kloosterbroeder begon.
Koeienboer en fruitteler
Pastoor Koumans: “Ik ben geboren in Roermond, om precies te zijn in ’t Veld. Destijds was die wijk grotendeels onbebouwd en was het een prachtig speelterrein voor ons. De lagere school werd geregeld bezocht door congregaties die ons probeerden te interesseren voor hun werk in de Derde Wereld.
Dát was echt iets wat mij aanstond; iets betekenen voor andere mensen. Mijn moeder had niet voor niets altijd gezegd dat ik, Dré Koumans, echt niet alleen op de wereld was.
Met dertien jaar zei ik dus Roermond vaarwel. Ik vertrok naar het internaat van de Oblaten in Valkenburg.
Dat was voor mijn ouders een dure aangelegenheid en mijn vader maakte overuren om mijn verblijf te bekostigen.
Na een tijdelijk verblijf in het klooster van de Oblaten in Sevenum keerde ik terug naar Valkenburg. Daar kreeg ik de verantwoording over de boerderij en de boomgaarden van het Oblatenklooster. Ik had ondertussen de nodige land- en tuinbouwopleidingen doorlopen, zoals de landbouwschool in Meersen, de tuinbouwschool in Helden-Panningen, de pluimveevakschool in Horst en de fruitteeltschool in Roermond. Van een vertrek naar de Derde Wereld heb ik afgezien. Mijn ouders waren nog in leven en het idee dat ik maar éénmaal per drie jaar naar huis mocht, stond mij echt niet aan. Het was een mooie tijd op de boerderij.
Ik was echt een buitenmens. Natuurlijk iedere dag vroeg op en hard werken. We melkten zeventig melkkoeien, vaak met de hand. Daarnaast verbouwden we groenten en fruit. Onze boomgaard was tien hectare groot en in de oogsttijd hadden we heel wat hulp van familie en collega’s nodig om onze appels te plukken.
Voetbalscheidsrechter
Toen het internaat Ravensbos gesloten werd, vroeg ik mij af of ik op de boerderij zou blijven of dat ik misschien op een andere manier iets voor mensen kon betekenen. Ik wist dat ik onder de mensen wilde zijn. Zo was ik al jarenlang voetbalscheidsrechter en daar beleefde ik veel plezier aan. Scheidsrechter ben ik al lang niet meer, maar ik ga wel geregeld kijken naar de verrichtingen van RKSVO. Vele jaren was ik ook betrokken bij transporten van hulpgoederen naar Polen en Suriname. Ik ben wel een keer of twaalf met een vrachtwagen vol spullen naar Polen gereden.” Als bewijs van zijn rijvaardigheid toont pastoor Koumans ons zijn vrachtwagenrijbewijs. Hij vertelt er meteen bij dat hij dit twee jaar terug niet meer heeft verlengd. “Och, waarom zou ik?”
Van broeder tot priester
In 1985 begon André Koumans op 42-jarige leeftijd (!) aan zijn priesteropleiding aan seminarie Bovendonk van het bisdom Breda. In juni 1991 volgde zijn priesterwijding en op 5 januari 1992 volgde zijn installatie als pastoor te Ospel. Pastoor Koumans. “Dat was een pittige opleiding, zeker voor iemand als ik, die niet echt een student was.
Na één jaar studeren, wilde ik eigenlijk stoppen, maar een medestudent kreeg mij zo ver dat ik toch doorging. In Ospel voelde ik mij direct thuis en helemaal geaccepteerd, hoewel de start best wel zwaar was met een aantal ‘heftige’ uitvaarten.
Inmiddels ben ik hier al dertig jaar pastoor. Ik hoop dat het mij gegund is er nog een paar jaar aan vast te knopen.
Het dorp is natuurlijk de afgelopen dertig jaar veranderd. Er zijn heel wat woningen en dus ook heel wat inwoners bijgekomen. Ospel is nog altijd een plaats waar mensen graag wonen; de jeugd gaat hier niet graag weg. Ik woon in mijn eentje in mijn grote pastorie. Dat alleen zijn, is een bewuste keuze. Zo behoud ik mijn privacy en hoef ik aan niemand verantwoording af te leggen wanneer ik een keer wat laat thuis kom,” zegt pastoor Koumans lachend.
“Daar boven is iemand die voor mij zorgt”
Naast zijn werk voor de parochie, is pastoor Koumans ook bijna dagelijks enkele uren aanwezig in het St Jans Gasthuis in Weert waar hij patiënten bezoekt en pastorale hulp verleent. Tijdens de eerste hectische maanden van de coronapandemie was hij ook veel in andere ziekenhuizen in de regio. “Ik heb heel wat mensen bediend en als je mensen hebt zien lijden op de afdeling intensive care, dan begrijp ik echt niet waarom mensen zich niet laten vaccineren. Hoewel ik veel contact met coronapatiënten heb gehad, ben ik nooit bang geweest zelf besmet te worden. “Daar boven is Iemand die voor mij zorgt.”
Die erepenning van de gemeente Nederweert was echt een grote verrassing voor mij. Ik wist echt van niets. De enkele haren op mijn armen stonden van spanning recht op. Ik denk wel vaker bij mij zelf, wie ben ik eigenlijk dat ik dit verdien, dat ik dit werk mag doen waarbij mensen mij in hun leven toelaten, waardoor ik iets voor hen kan betekenen?
Het wordt tijd om te vertrekken. We nemen afscheid. Pastoor Koumans gaat vanmiddag nog in zijn eigen dorp een zieke bezoeken en vertelt ons tot slot dat de dag voor hem steevast om 22.00 uur eindigt, maar morgenochtend staat hij, zoals altijd, weer om 6.15 uur naast zijn bed. Eens een buitenmens, altijd een buitenmens!