VerhalenPieter Knippenberg

“Gek dat ik nooit iets anders heb gewild dan paarden” Odette Nijssen uit Roggel opnieuw Nederlands kampioen met haar IJslandse vierganger

Roggel

Wat hebben IJsland en het buitengebied van Roggel nu gemeen? Op het eerste gezicht niet veel zou je zeggen. IJsland ligt aan de rand van de Noordpool. Je vindt er smeulende vulkanen, de grootste gletsjers van Europa en spuitende geisers. Ook het noorderlicht en de middernachtzon zijn er te bewonderen. Kom daar in Roggel maar eens om!

Toch is er wel degelijk een overeenkomst tussen het noordelijke eiland en het vlakke Midden-Limburgse Roggel.

Dat is de aanwezigheid van de IJslander; een paardenras dat afstamt van Europese paarden die ooit door de Vikingen naar IJsland werden gebracht.

 

Deze paarden zijn tegenwoordig een gewild exportproduct van IJsland. In het Roggelse buurtschap Ophoven houdt Odette Nijssen een aantal van deze IJslandse paarden. Ze verzorgt ze, traint ze en rijdt er ook wedstrijden mee. Onlangs werd Odette Nijssen, eigenaresse van trainingsstal Upphofi -  een IJslands klinkende variant op de naam Ophoven - Nederlands kampioen op het hoogste niveau in de klasse ‘vierganger’. Hallo Magazine ging vanwege deze prestatie met haar in gesprek.

Hjarrandi frá Aldenghoor

“Mooi hè,” zegt Odette, wanneer we in de vroege avonduren over het pad langs de tweehonderdmeter lange ovaalvormige renbaan naar de stallen lopen om naar enkele van haar IJslandse paarden te kijken. Het is dan wel geen IJslandse middernachtzon, maar de rode gloed van de ondergaande zon die de Roggelse weilanden kortstondig in een vurige gloed zet, is ook prachtig. De IJslandse paarden van Odette blijken niet zo héél groot te zijn. Ze hebben een schofthoogte tussen de 135 en 155 cm. Hun gewicht schommelt tussen de 300 en 400 kg. Volgens Odette Nijssen zijn het sterke paarden die vroeger in IJsland gebruikt werden om mensen en goederen van de ene plaats naar de andere te transporteren.

“Ze zijn zó sterk dat ze gemakkelijk 100 kg kunnen dragen,”

zegt ze. Haar paarden hebben net als alle andere IJslandse paarden een naam in de IJslandse taal . Zo staat Hjarrandi frá Aldenghoor bij haar op stal. Het woordje frá betekent ‘van’. Hjarrandi is dus gefokt in Haelen op Aldenghoor. Hier was jarenlang stoeterij Aldenghoor gevestigd; een stoeterij met – hoe kan het anders- IJslandse paarden.

“Ik was altijd al een paardenmeisje”

Teruggekeerd naar de warme keuken in huize Nijssen, vertelt de in Roermond geboren Odette Nijssen (1962) enthousiast over haar grote hobby. Ze is blijkbaar altijd een paardenmeisje geweest. “gek toch,” zegt ze, “dat ik in mijn leven nooit iets anders gewild heb. Ik mocht pas op mijn tiende op rijles. Als ik dit te jong ging doen, zou ik volgens mijn moeder kromme beentjes krijgen. Een eigen paard kreeg ik echter niet. Na het voortgezet onderwijs in Roermond volgde ik zes jaar lang een hippische opleiding in Deurne. Ankie van Grunsven was mijn grote idool. Dressuur rijden hoe Ankie dat deed, vond ik geweldig; dat wilde ik ook. De laatste stage van de opleiding liep ik in Roggel bij de Leistert. Daar was toen nog een grote manege met een goede naam. Hier ging ik later ook werken en ik mocht er rijles geven. Door dit werk kwam ik in contact met de dochter van de steenrijke Viola Hallman die destijds op kasteel Aldenghoor in Haelen woonde. Mevrouw Hallman wilde dat ik aan haar dochter Olivia privéles gaf. Ik heb dat gedaan en de relatie met mevrouw Hallman werd zo goed dat ik twintig jaar lang stoeterij-leidster, zeg maar bedrijfsleidster, ben geweest van haar stoeterij Aldenghoor.

Het was een grote stoeterij met wel tachtig IJslandse paarden.

“IJslanders kennen vier of vijf gangen”

Op Aldenghoor is mijn liefde voor het IJslandse paard ontstaan. De IJslander is een heel bijzonder paard, dat naast de traditionele basisgangen, stap, galop en draf nog twee andere gangen kent. De vierganger kent ook nog de tölt en de vijfganger voegt er de telgang aan toe. Met IJslandse paarden heb ik in tussen 1989 en 2009 zes maal aan wereldkampioenschappen deelgenomen in o.a. Oostenrijk, Noorwegen, Zwitserland en in Nederland zelf. Goud heb ik nooit gewonnen. Wel zilver en brons. Toen stoeterij Aldenghoor in 2009 ophield te bestaan, ben ik een jaar later mijn eigen trainingsstal Upphofi in Roggel begonnen. Mijn opgedane kennis en ervaring wil ik graag doorgeven aan zowel ruiter als paard.  Met ‘Upphovi‘ ben ik een nieuwe uitdaging aangegaan om mijn enthousiasme voor het temperamentvolle en zelfredzame IJslandse paard te delen en de prestaties binnen de fokkerij én de wedstrijdsport op een hoger plan te brengen.

Lopen op Arcade van Duncan Lawrence

Tijdens de wedstrijden die op een ovale baan van 250 meter lengte worden gereden, dien je met een vierganger de vier gangen van het paard te demonsteren en met de vijfganger natuurlijk vijf gangen.

Je wordt door de jury beoordeeld op het harmonisch geheel tussen ruiter en paard en het ritmisch lopen dat ook wel tactzuiverheid genoemd wordt.

Ook de uitstraling van de combinatie ruiter/paard en het gehanteerde tempo wegen zwaar. Het optreden heeft wel iets van een dressuurkuur want je wordt begeleid door muziek. Voor het Nederlands kampioenschap had ik Arcade van Duncan Lawrence uitgekozen. Super dat ik in augustus weer Nederlands kampioen geworden ben in de hoogste klasse.” Nederlands Kampioen mocht Odette Nijssen zich trouwens al vaker noemen.

“De geïmporteerde dieren moeten wennen aan ons klimaat”

Odette en haar echtgenoot Jo Nijssen hebben niet alleen iets met IJslandse paarden. Ook het thuisland van de paarden, IJsland,  hebben ze al vaak bezocht. Niet alleen voor vakantie doeleinden maar ook om door hen geselecteerde IJslanders naar Nederland te halen. Volgens Jo Nijssen exporteert IJsland in de zomermaanden wel zo’n 150 paarden per week naar Europa. De paarden komen per vliegtuig aan op het vliegveld Luik. Daarna gaan ze naar klanten in heel Europa. Ze zijn zeer gewild en zijn echt een exportproduct van het land.

Odette Nijssen: “Als zo’n paard dan bij ons arriveert, is het ongeveer vier of vijf jaar oud. Het dier moet hier echt wennen aan onze klimaatomstandigheden en aan de vele prikkels die het in tegenstelling tot in IJsland bij ons krijgt. Ik ga de paarden inrijden en verzorg ook de training voor de ruiter. Daarnaast coach ik ook ruiters die met de IJslanders op hoog niveau aan wedstrijden willen deelnemen. Ik mag echt wel stellen dat ik van mijn hobby mijn beroep heb mogen maken. Ik denk voorlopig nog zeker niet aan ophouden.  Daar is dit werk met de IJslandse paarden veel te leuk voor.”