VerhalenLeon Moonen

HALLO Historie: De Antoniuskapel in buurtschap Boeket te Nederweert

Nederweert / Midden-Limburg

President Zelenski van Oekraïne maakte in zijn videotoespraak tot de Nederlandse volksvertegenwoordiging op 31 maart jl. een interessante parallel tussen de huidige vrijheidsstrijd van de Oekraïners en het gevecht dat de Nederlanders in het verleden hebben moeten voeren voor hun onafhankelijkheid. Het was 1 april precies 450 jaar geleden, zo zei hij, dat Nederland in opstand kwam tegen de tirannie. De uitspraak zal ongetwijfeld menige parlementaire wenkbrauw hebben doen fronsen. Zolang is het toch niet geleden dat we die Nazi-Duitsers over de grens hebben geschopt. Bovendien is 1 april vooral een dag van schertserij en fopperij, toch? Wat heeft dat met vrijheid te maken? Het zullen mogelijke reacties op de blauwe stoeltjes zijn geweest en niet alleen daar. Maar de president van Oekraïne heeft een gedegen duik in de Nederlandse geschiedenis genomen. Hij refereerde namelijk  aan de inname van de stad Den Briel op 1 april 1572: een wapenfeit uit onze Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Op die dag overrompelden  de Watergeuzen met meer geluk dan wijsheid een stadje met een onderbezet Spaans garnizoen. De kreet "In naam van Oranje, doe open die poort" en enig wapengekletter waren blijkbaar voldoende om Den Briel op de knieën te krijgen.

Het was de vonk van de opstand, meerdere steden kozen na de val van Den Briel de kant van Oranje (op 1 april verloor Alva zijn bril) en sindsdien tooit het stadje onder de rook van Rotterdam zich met de wapenspreuk "Libertatis Primitiae," oftewel de eersteling der vrijheid. President Zelenski verkeerde waarschijnlijk in de veronderstelling dat 1 april volop en breed wordt herinnerd in Nederland. Dat is niet zo en de vraag is natuurlijk: "Waarom weten wij eigenlijk zo weinig af van de Tachtigjarige Oorlog? Het zijn tenslotte de barensweeën geweest van de huidige Nederlandse staat. Het antwoord is dat deze oorlog niet alleen een strijd is geweest tegen de Spanjaarden, maar ook een burgeroorlog tussen protestanten en katholieken, waarbij een overwinning voor de één automatisch een nederlaag voor de andere betekende.

Kortom: de Tachtigjarige ontbeert het aan samenbindend vermogen en geen enkele gebeurtenis uit deze lange oorlog heeft kunnen uitgroeien tot een gezamenlijke nationale herdenking. Den Briel zelf is nota bene een voorbeeld van deze gespletenheid.

 

Na de verovering gingen de Watergeuzen naar Gorcum (Gorinchem), van waaruit 19 priesters en monniken naar Den Briel werden overgebracht om aldaar in een turfschuur, omwille van hun katholieke geloof, aan de hoogste balk op te hangen. Deze zogeheten Martelaren van Gorcum zijn in 1867 door de paus heilig verklaard.

 

Tegenwoordig wordt op 1 april vooral op lokaal niveau de inname van Den Briel gevierd (van oorsprong dus een protestantse gebeurtenis), terwijl iets meer dan drie maanden later rond 9 juli, de dag van de lynchpartij, de katholieken naar deze stad trekken om met een bedevaart de 19 martelaren te herdenken. Zie dan maar eens van Den Briel een nationale feestdag te maken.

 

Eén van de martelaren was afkomstig uit Weert, Antonius van Weert. Omdat hij in Kampershoek-Rosveld op de grens van Weert en Nederweert is geboren, wordt hij ook Antonius van Nederweert genoemd.

 

Uit dat 'van' gevolgd door de plaatsnaam valt al op te merken dat hij een Franciscaan oftewel een Minderbroeder is geweest. Franciscaner monniken werden vroeger nooit met hun achternaam vermeld maar altijd met de geboorteplaats, want als Minderbroeder deden ze afstand van de familie en dus ook van hun achternaam.

 

Na de heiligverklaring van de martelaren kwam rond de plek waar vermoedelijk zijn geboortehuis heeft gestaan in Rosveld een verering op gang. Aan het einde van de 19de eeuw werd de ombouw rondom een kruis verbouwd tot een neogotische kapel.

De meeste Antoniuskapelletjes in Limburg zijn gewijd aan Antonius van Padua, bekend van het rijmpje Antonius goede vrind zorg dat ik mijn … vind. Ook Antonius Abt, meestal vergezeld van een varken en algemeen vereerd als heilige tegen veeziektes, mag rekenen op een handvol kapellen. Een kapel voor de heilige Antonius van Weert is zeldzaam.

 

De kapel heeft er gestaan tot 1992. Toen stond hij  in de weg bij de transformatie van het gebied tot een industrieterrein. De kapel is met nieuwe stenen herbouwd in de buurtschap Boeket in Nederweert. Alleen de dakruiter is nog een herinnering aan de oorspronkelijke kapel. Antonius en de andere 18 martelaren mogen gezien worden als zinloze en onschuldige oorlogsslachtoffers. In dat opzicht wijken de gedode burgers van de oorlog in Oekraïne niet af van de martelaren. Het is helaas ook een parallel tussen beide oorlogen en wel een heel trieste.