VerhalenPieter Knippenberg

HALLO HISTORIE: Ook Armand Noë Leviticus verdient een struikelsteen in Heythuysen

Heythuysen / Midden-Limburg

Dit is het onbekende verhaal van Armand Noë Leviticus, een katholiek geworden Jood die met vijf geallieerde piloten uit Heythuysen vluchtte om via Engeland naar zijn eerder gevluchte broer René in Amerika te gaan. In Parijs werd hij gearresteerd en Armand Leviticus overleed in 1945 in een Duits concentratiekamp.

In Heythuysen zijn in april 2022 enkele struikelstenen onthuld Met deze minimonumentjes worden de onderdakverschaffer Jacob Berkhout en het Joodse echtpaar Friedrich en Elisabeth Adler, allen slachtoffer van de Naziterreur, herdacht en geëerd. Armand Leviticus heeft nog geen soortgelijke gedenkteken maar verdient dit wel. Armand Leviticus is vanaf 23 oktober 1940  inwoner van Heythuysen. Hij is een telg uit een Joods gezin uit Roermond die vermoedelijk vanwege de Jodenvervolging is overgegaan tot het Katholieke geloof. Die stap zal hem echter niet redden. Ook hij wordt slachtoffer van de Holocaust en daarom zou een struikelsteen ter nagedachtenis aan hem  bij zijn laatste legale adres in Nederland zeker op zijn plaats zijn. Zijn laatste officiële woonadres was aan de Dorpstraat in Heythuysen. Het betreft de monumentale boerderij naast Zorgcentrum Beek en Bos die momenteel een grootscheepse restauratie ondergaat.

‘Sint Leviticus gaan weldoende rond’

Dat Armand Leviticus in Heythuysen in de beginjaren van de oorlog overbuurman van de familie Koolen is geweest blijkt ook voor Hub. Koolen een grote verrassing. Hub Koolen: “Dit heb ik nooit gehoord, terwijl ik daar in mijn kindertijd bijna elke dag over de vloer kwam. Het enige belletje dat ging rinkelen, was dat ik me nu herinner dat mijn vader een soort spotprent getekend had met de tekst  ‘Sint Leviticus gaan weldoende rond’ met een man op een fiets met allemaal worsten aan het stuur. Dan ben je 80 jaar en kom je nog nieuws over de buren te weten. Dat is toch heel bijzonder.”

Dat vader Koolen Armand Leviticus tekent met worsten aan zijn fietsstuur is niet verwonderlijk want Armand Leviticus is eigenaar van een handel in darmen, specerijen, slagerijmachines en consumptieartikelen in Roermond. Dit bedrijf verkoopt hij in 1941 na zijn verhuizing naar Heythuysen aan een medewerker aan wie hij ook zijn bedrijfsgebouw inclusief de inventaris verhuurt. Heeft hij deze drastische stappen ondernomen met het oog op een zeer ongewisse toekomst die hem en zijn bedrijf mogelijk wacht?

Officieel ingeschreven in de burgerlijke stand van Heythuysen

Armand Noë Leviticus wordt op 19 augustus 1903 in Roermond geboren als zoon van Emile Leviticus en Rachel Compris. Eind oktober 1940 komt hij vanuit de Roermondse Steegstraat nummer 11 naar Heythuysen waar hij gaat wonen aan Dorpstraat 67. Na een tweetal omnummeringen heeft dit pand nu een ander nummer. Het is duidelijk geen onderduikadres voor Armand Leviticus want hij wordt officieel ingeschreven in de burgerlijke stand. Dat Armand Leviticus een geregistreerde inwoner van Heythuysen is, wordt bevestigd door een brief van de burgemeester van Heythuysen aan de Höherer SS- und Polizeiführer in juni 1942, als antwoord op verzoek van een hernieuwde registratie van Joden. Zijn inschrijving blijkt daarnaast ook uit de persoonskaart die in 1942 is aangemaakt door de zogenaamde Joodsche Raad in opdracht van de bezetter en wordt ook nog eens bevestigd door een lijst van Joden uit Heythuysen waaronder Leviticus die de NSB-burgemeester Collon op 15 juni 1942 verzendt naar de Zentralstellen für jüdische Auswanderung.

Leviticus vlucht

Het is in Heythuysen voor Armand Leviticus duidelijk te gevaarlijk geworden en hij neemt de benen. In het Algemeen Politieblad (nr. 48, 3 december 1942, 1353, bericht 2988) verzoekt de burgemeester van Heythuysen na zijn vlucht als volgt om zijn opsporing: ”De burgemeester van Heijthuysen verzoekt opsporing, aanhouding en voorgeleiding van Armand Noé Leviticus, persoonsbewijs nr. 001113, gewoond hebbende in Heijthuysen. Hij is zonder de daartoe benodigde vergunning te bezitten van woonplaats veranderd.”

Armand Leviticus is dus gevlucht. Samen met een vijftal neergehaalde Britse RAF piloten  tracht hij via België, Frankrijk en Spanje, Engeland te bereiken. In België, vermoedelijk in de windmolen van de familie Moors in Dilsen-Stokkem, die  onderdeel is van een pilotenlijn, schenkt hij een paar kostuums aan Engelse vliegeniers. Later zal een van hen in het boek Against the Odds, Escapes and Evasions by Allied Airmen,  verhalen van de ontmoeting met  Leviticus. Armand heeft hen verteld dat hij op weg is naar zijn broer die in de Verenigde Staten woont.

Arrestatie

In de omgeving van Parijs wordt Leviticus echter gearresteerd. Hij probeert zijn Joodse identiteit verborgen te houden. Dat hij in gezelschap is van Engelse piloten is, laadt de verdenking op hem dat hij een spion voor Groot- Brittannië is. Hij wordt naar Brussel gebracht en vermoedelijk daarna naar Berlijn waar hij in de herfst van 1943 beschuldigd wordt van spionage. Als politiek gevangene komt hij terecht in een serie concentratiekampen: Gross-Strelitz, Grosz Rosen en tot slotte in het kamp Rosa bij Nordhausen waar in onderaardse tunnels V2-raketten worden geassembleerd. Hier zal Armand door uitputting overlijden in februari 1945. Het kamp wordt kort daarna in april door de Amerikanen bevrijd.

D-Day

Armands broer René Leviticus is na een vlucht tijdens WO II in de VS terecht gekomen. Op D-day keert hij als ‘medical officer’ in de rang van kapitein met het Amerikaanse leger terug in Europa en vecht van Normandië tot aan de Elbe. De broers zullen elkaar nooit meer terug zien. In 1948 ontvangt Dr. René Leviticus, dan woonachtig in New York nog een kleine som geld uit de nalatenschap van zijn omgekomen broer Armand.

Dank aan Roel Rijks voor het ter beschikking stellen van foto’s en archiefmateriaal.