De ‘Prinselikke Hofkapel’ musiceert al 7 x 11 jaar in het ‘Kwakkerteriek’

Heythuysen / gemeente Leudal
12 - Feb - 2024 - 12:11 - 13 - Feb - 2024 - 00:00

Zevenenzeventig jaar geleden werd in Heythuysen een ‘Borekepel’ opgericht. De muzikanten waren dan ook als traditionele boeren gekleed met een pet, een blauwe kiel en een bonte boerenzakdoek om hun hals; de roeëje plak òm de nak. Deze boerenkapel was samengesteld uit muzikanten van  harmonie L’Union. Aanvankelijk met als doel  evenementen van de harmonie muzikaal op te luisteren

Al snel na de oprichting werden de activiteiten uitgebreid en ging de boerenkapel de prins van Vastelaovesvereniging De Kwakkert begeleiden op zijn rondgang door het dorp. Op het vaandel (drapeau) dat de muzikanten trots met zich meevoeren staat het jaartal 1947 en de naam Prinselijke kapel vermeld. In de volksmond werd de kapel echter nog heel lang Borekepel genoemd. In 1970 waren de boerenkielen blijkbaar versleten en de muzikanten hulden zich in ein roeëd waemeske (rood gilet). Dit nieuwe kledingstuk leidde tot een nieuwe naam. De toenmalige burgemeester Geurts introduceerde de term Prinselikke hofkapel en die naam draagt de blaaskapel nog steeds.

 De waever

Trompettist Jan Caris mag zich het langst spelend lid van de Prinselikke Hofkapel noemen. Hij is onafgebroken lid sinds 1963 en hij heeft met de kapel al die jaren met het spelen van de waever - staande op het staketsel van het bordes bij de kerk - de Heitser Vastelaovendj afgesloten. Hallo Magazine blikte met Jan Caris en kapelmeester Peter Kehrens terug op zeven maal elf jaar geschiedenis van de Prinselikke Hofkapel.

Jeugddansen

Jan Caris (75): “Ooit liep ik na het jeugddansen, dat vroeger georganiseerd werd in Garage Janssen aan de Walk, achter de rondtrekkende boerenkapel aan. Ik was helemaal verzot op het muziekstuk Kolibri dat de kapel speelde. Ik kon het niet vaak genoeg horen. Dat kregen die muzikanten door. Ze nodigden mij uit om mee te komen spelen en zo kwam ik in 1963 bij de kapel. Kapper René Barion was destijds onze kapelmeester. Hij droeg altijd rijlaarzen en als we niet speelden, stopte hij zijn dirigeerstok in zijn laars”, weet Jan Caris. Het is een van de vele anekdotes die hij moeiteloos tijdens ons gesprek weet op te lepelen.

“Dat waren pas tropenjaren”

Dat de Heitser Vastelaovendj en Carnaval in het algemeen nu heel anders gevierd worden dan voorheen, is ook aan de Prinselikke Hofkapel’ niet ongemerkt voorbij gegaan. Jan Caris: “Het carnavalsseizoen zat vroeger anders in elkaar dan nu. Vóór Carnaval werden er allerlei bals georganiseerd. Een prinsebal, een aod wievebal en ook een gehuwdenbal. Ik herinner me dat er zelfs ooit een middenstandsbal bij café Meeuwis was. Daar waren wij  als blaaskapel altijd bij aanwezig. In de week voorafgaand aan Carnaval bezochten we steevast Beek en Bos om met muziek en sketches de bewoners een mooie avond te bezorgen. Dat laatste doen we trouwens nog steeds. De Bonte avonden en de Heitser Revues, de sleuteloverdracht en de Vastelaovesmis werden ook door ons muzikaal opgeluisterd. Tijdens de carnavalsdagen liepen we samen met de Prins en de Raad van Elf naar alle horecagelegenheden in Heythuysen. Dat waren er toen in vergelijking met nu héél veel. Wij trokken al musicerend door het dorp, trouw gevolgd door de leden van De Kwakkert die onze instrumentkoffers meezeulden”, lacht Jan. “Dat waren echt tropenjaren, maar ja je was jong, je vond het leuk en je kon ook heel wat aan.”  

 

Geen mannenbolwerk meer

De Prinselikke Hofkapel telt anno 2024 inclusief de vaandeldrager en kapelmeester Peter Kehrens achttien leden. De meesten zijn ook lid van de plaatselijke harmonie. De leden zijn zeer honkvast en velen zijn al tientallen jaren lid van de kapel. Waar vroeger de kapel enkel uit mannen bestond, zijn er nu ook vier vrouwelijke leden. Peter Kehrens: “We zijn echt geen mannenbolwerk meer en dat onze leden de kapel jarenlang trouw blijven is prachtig, maar we zijn wel een vergrijzend gezelschap aan het worden. Enige aanwas van wat jongere leden zou ik zeker toejuichen. Gelukkig kunnen we bij bezettingsproblemen een beroep doen op de muzikanten van Joeks kapel Jonk Geweldj. Bij de aanvang van het carnavalsseizoen in oktober beginnen onze repetities. We repeteren in café Den Hook op maandagavond. Ons eerste repetitielokaal was ooit het café van Marie Simons op de Walk, het huidige café TomTom. Ook hebben we jarenlang bij de Waever, nu de Gouverneur, en bij de Busjop gerepeteerd.

Repertoire

Het repertoire van de kapel is volgens kapelmeester Peter Kehrens door de jaren heen danig veranderd. Waar vroeger marsmuziek, polka’s, Duitse Stimmungsmusik, Hollandse hitjes en later veel eigen Heitser sjlagers gespeeld werden, is de carnavalsmuziek volgens hem tegenwoordig steeds meer popmuziekachtig geworden. Die muziek is voor een blaaskapel niet altijd zo gemakkelijk. Daarbij zijn volgens Peter Kehrens niet alle carnavalsvierders van tegenwoordig nog zo geporteerd van blaasmuziek. Daar komt nog bij dat door het wegvallen van de cafés er nauwelijks nog met de prins rondgetrokken hoeft te worden. “Dat alles maakt de rol van de Prinselijke Hofkapel naar de toekomst wat minder duidelijk, we gaan het zien”, aldus de kapelmeester.

Feest

Op Carnavalszondag 12 februari as viert de kapel haar verjaordaagsfieëst met een jubileumconcert in café Den Hook dat in die periode tot Kwakkertepool is omgedoopt. Het affiche vermeldt dat iedereen mèt ’t vastelaoveshert oppe gooi plaats welkom is! Aanvang 12.11 uur.