Verhalen

De ziel van Geelen leeft voort in velen. Burgemeester noch pastoor stond succes in de weg.

Haelen

Toen op een druilerige maandagmiddag aan het begin van dit nieuwe jaar de sloopkogel de eerste muren van de voormalige discotheek Geelen kraakte, stond daar een handvol mensen bij te kijken. Het grootste deel bestond uit verzamelde pers, afkomstig uit de hele provincie.

Dat laatste gaf wel een indicatie van hoe ver de faam van Geelen, ooit dé uitgaansgelegenheid in deze regio, eens reikte. En zeker, er werden wat verhalen opgetekend over gewonnen, verloren én behouden liefdes. Over de vele liters bier die decennialang vloeiden. Over de nieuwbouw die er voor in de plaats zou komen. Is daarmee dan het hele verhaal verteld?

 

Niet dat er iemand in staat zou kunnen zijn om ook maar in de buurt van volledigheid te komen, ook niet in honderd pagina’s. En het mag misschien wat pretentieus klinken, toch willen we graag nog wat dichter bij de ziel komen - het modewoord ‘beleving’ is hier bewust gemeden – van wat Geelen was. Waarbij het misschien wel de meest voor de hand liggende, maar waarschijnlijk ook de meest effectieve methode is om een aantal mensen aan het woord te laten die Geelen mede groot maakten.

 

Naamgever
Ook bij die keuze lopen we natuurlijk tegen onze beperkingen aan. Het waren er zo veel. Allereerst dan maar even terug naar man met wie het allemaal begon, de uiteindelijke naamgever: Mart Geelen. Op bezoek dus in Heel, waar de inmiddels 83-jarige nu woont met zijn Annie. Liefst 35 jaar vormde het stel de basis van de zaak.

‘We openden op 15 januari 1965’

zegt Mart zonder diep te hoeven graven in zijn geheugen. Toen hij na zijn diensttijd op Curaçao, bij de mariniers, terugkeerde in het Limburgse land ging hij eerst aan de slag bij het provinciaal elektriciteitsbedrijf, destijds bekend onder de naam ‘PLEM’.

Noblesse
Vader, die in de horeca zat, was de stimulans achter de eerste schreden van Mart op dat vlak toen de kans zich voordeed. ‘Op een gegeven moment kwam café Noblesse, zoals het toen heette, vrij. Je moet bedenken dat er in die tijd in Haelen vijftien cafés waren. Vijftien!’ Ook nu volgt weer een bijna moeiteloze opsomming van de namen. Er is anno 2019 niets meer van over. ‘Ik zou het nu ook niet meer willen doen’ zegt Annie, een jaar jonger dan Mart.

Het is uitgaansleven is zo veranderd! Onze Patrick komt nog wel regelmatig op dancefeesten, dus ik hoor wel hoe het er daar aan toe gaat. Ik zou er niet mee om kunnen gaan. Problemen waren er in onze tijd dan ook zelden. Als er al eens een klap viel, zaten ze vaak een half uur later samen alweer een pilsje te drinken’.

Stressvol
De naam van zoon Patrick is gevallen. Tegenwoordig runt hij een reisbureau in Haelen. Vanuit zijn raam kan hij de hijskranen het sloopwerk zien verrichten op de plek waar eens massa’s mensen zich voor de poorten van de dancing verdrongen. Hij werkte er van 1983 tot het einde van de jaren negentig. Het doet hem niet zo veel meer, daarvoor is het te lang geleden zegt hij. ‘Ik ben bovendien heel tevreden met mijn huidige leven.

Ik heb altijd graag gereisd en heb nu van mijn hobby mijn beroep kunnen maken. Het horecabestaan was nogal stressvol. Bovendien heb ik nu geen last meer van externe factoren, want bij een discotheek heb je soms niet alles zelf in de hand. Dat zijn zaken die ik nu absoluut niet mis.’

 

Amusement
Het werken met mensen is de overeenkomst met zijn hedendaagse bestaan, waar hij dan weer niet zonder zou kunnen. ‘Het contact met het uitgaanspubliek vond ik het belangrijkste’ zegt Patrick, die het zo goed als onmogelijk vindt zijn mooiste herinnering op te halen. ‘Het voelde in ieder geval altijd goed als ik zag dat de tent afgeladen was en we zo veel mensen amusement konden bieden.

Ik wil niet zeggen dat ze in een andere wereld terecht kwamen, maar het publiek kon wel lekker los gaan.

De waardering die je daar voor terug kreeg voelde wel heel fijn. Net als het feit dat mensen die nu in mijn zaak komen nog steeds graag herinneringen ophalen. Ik heb zelf die periode ook positief af kunnen sluiten, dat is belangrijk.

Lof
Mieke Opbroek is zo iemand die de memoires op schrift zou kunnen stellen voor een boekwerk. Zij werkte veertien jaar bij Geelen en is in de horeca actief gebleven. Tegenwoordig is zij geliefd als uitbaatster van café Maneslust Biej Mieke in Neer.

Nog steeds spreekt ze vol lof over Mart en Annie. Ieder weekend was een uitdaging, vertelt ze. Voor hen én voor het personeel. Op de zaterdagen waren de bar en discotheek om 20.00 uur open. Het waren avonden dat geregeld een duizendtal jongeren uit alle windstreken Haelen wist te vinden. Op zondag speelden vaak bekende bands en artiesten.

Pyjamaparty
‘Maar de koffie stond iedere avond klaar voor we aan de slag gingen. En was het werk gedaan, dan had Annie altijd wel voor wat lekkers gezorgd. Dan zaten we om drie uur ’s nacht de avond te bespreken, onder het genot van macaroni of broodjes warm vlees

 

Ja, ze zorgden goed voor het personeel. Ik herinner me ook de uitstapjes en zelfs een driedaagse reis naar Disneyland Parijs.

De hoogtepunten?

Niemand vergeet de beachparty in de zomer en de kermis met Pinksteren.

De straat stond bomvol. En ook de pyjamaparty met vastelaovendj was een begrip.’

Wassen en strijken
Al die jaren was het hard werken. Ook vóór de tijd van Mieke. In Heel weet Annie nog goed hoe vaak de kraan van de tap niet eens dicht hoefde. ‘Dan was het gewoon neerzetten en wegpakken. Dat ging in een tempo, ongelofelijk. Maar ja, wat kostte een pilsje ook in die vroege dagen?’
‘Vijfendertig cent’ vult Mart naadloos aan. ‘Guldencent, hè.’
‘Dat betaal je nu voor een ei!’ lacht Annie hardop.


‘Ach, het is ook allemaal niet meer te vergelijken’ weet Mart. ‘Op zaterdag stond er vaak om 1.00 uur nog een rij voor de deur. Moest je om 2.00 uur sluiten met een volle bak.’ Niet dat dan het werk gedaan was in deze branche. Want dan moest er natuurlijk gepoetst worden. De voorraad moest aangevuld worden voor de volgende dag. ‘En wat dacht je van al die kleren die gewassen moesten worden, die witte overhemden?’ vraagt Annie.

‘Er waren weekenden bij dat ik er 200 heb staan strijken…’


 

Verbouwingen
Gevraagd naar het aantal verbouwingen die het pand ondergaan heeft raken Mart en Annie dan toch de tel kwijt. ‘Ik weet het niet meer. Er hebben alleen al drie of vier verschillende plafonds in gehangen, geloof ik. Maar je bleef bezig, er was altijd wel iets dat aan vervanging toe was’ zegt Annie.

Vanaf het tijdperk met Patrick was er sprake van een moderne discotheek, waar ook de grote drive-in shows kwamen met dj’s als Adam Curry.

Maar daarvoor kwamen de verdiensten vooral ook van de vele bandjes die bij Geelen speelden. De lijst is lang. Namen als BZN of de George Baker Selection wisten Haelen al in hun prille jaren te vinden.

Brood
‘Dat vond ik eigenlijk de mooiste tijd’ zegt Annie nu. Met die bandjes. Ook die uit de regio. De Classics, voor mijn part de Accordeonetten hier uit Buggenum, hoe mensen daar intensief van konden meegenieten. Dat vond ik het mooiste. Later werd de jeugd toch wat meer op zichzelf hè.’
Maar Mart weet zich toch ook nog wel wat concerten van later data te herinneren, waarbij de sfeer er goed in zat: Luv, Loïs Lane, Mai Tai, Gerard Joling,

maar ook Herman Brood. ‘Dat was toch een muzikant hoor…’ verzekert Annie ons.

Opvallend genoeg had ze met René Froger meer problemen. ‘Die had me toch een eisen… Terwijl ze bij ons van alle gemakken voorzien werden.’ Het zijn echter de positieve herinneringen die overheersen.

Dj’s
Bij het begin van het dancingtijdperk deden dj’s Rob Nijman en Will Rila hun intrede. Zij zouden dik veertien jaar lang sfeer maken in de zaal en ook in de bar ernaast, waar het wat steviger genre werd gedraaid.

‘We werkten bij toerbeurt op zaterdag in de dancing, en later ook in de pauzes van de bands op zondag’ weet Rob nog.

‘Ik draaide wat ‘commerciëler’, terwijl Will altijd graag de wat aparter muziek bij de mensen wilde introduceren. Maar voorop stond dat we allebei de mensen een mooie avond wilden bezorgen.’

 

Reünie
Dat de heren daar goed in geslaagd zijn bleek weer toen een paar jaar geleden in Horn het plan werd opgevat om een Geelenreünie te organiseren. Patrick, Will en Rob werden gecharterd. ‘De publiciteit ging eigenlijk alleen via de social media’ vertelt Rob. ‘Maar dik duizend kaarten waren in no time verkocht.

Op dat moment besefte ik voor het eerst pas goed wat Dancing Geelen had neergezet.

Als je, zo veel jaren na dato, nog steeds zo’n aansprekende naam hebt is dat toch wel héél bijzonder. Het was trouwens geweldig.

 

Will en ik hebben die avond, ieder op onze eigen manier, geprobeerd de muziek en de geest van die tijd te laten herleven. Dat is wel gelukt geloof ik. Het grappige was dat we gasten herkenden die we ons soms niet meer ‘fysiek herinnerde’, maar wel aan de hand van het nummer dat ze kwamen aanvragen. Zo van: Oh ja, dat was hij die altijd ‘Great Balls of fire’ van Jerry Lee Lewis wilde horen..!’



 

Fontein
Ook Mieke herinnert zich de verschillende muziekstijlen van de zaal en de bar, waar zij samen met Marieke de scepter zwaaide. ‘En bij het laatste nummer, steevast ‘Theme from New York, New York’ van Frank Sinatra, werden de laatste klanten letterlijk naar buiten geveegd. Daar had de fontein bij het gemeentehuis het vaak nog even zwaar te verduren vanwege de schuimparty die er spontaan tot stand kwam. Wat is het voor iedereen toch een mooie tijd geweest’ verzucht ze nog maar eens.

Het wordt bevestigd door Wim Juriens, die ooit in de garderobe bij Geelen begon, van daaruit doorschoof naar de zaal en zijn horecaloopbaan zag eindigen als de zo goed als laatste uitbater van het aanpalende café, dat derhalve eindigde onder de naam ‘Biej Wim’.

‘Maar je hebt het in mijn geval dan in totaal over ongeveer veertig jaar, waarbinnen je natuurlijk toch ook minder leuke zaken ziet gebeuren.

Zo hebben wij vanuit onze plek achter de tap vele huwelijken zien ontstaan en feitelijk ook weer zien stranden, zeg maar.

Glaswerk
Van een bescheiden kroeg, waar op een mindere avond de verdienste ook wel eens niet meer dan 15 gulden bedroeg, tot een danspaleis van bovenregionale naam en faam. Mart en Annie, zestig jaar getrouwd inmiddels, hebben het van begin tot het eind meegemaakt en doorleeft. En het zat inderdaad niet altijd mee. Zoals die keer dat de toenmalige burgemeester Heijmans van Haelen, op de zaterdag dat de zaak open ging, ‘s ochtends nog even kwam melden dat er die dag geen glaswerk gebruikt mocht worden.

Op straffe van sluiting bij overtreding. Annie: ‘We hebben heel Nederland af moeten bellen om halsoverkop plastic glazen te regelen, want die waren toen helemaal nog niet zo gebruikelijk. Sterker nog, het was de eerste keer dat die in Haelen geïntroduceerd werden. Het lukte, 42.000 stuks. Maar die stress, ik vergeet het nooit.’

Tempel
Zelfs de toorn van het kerkelijk gezag kon Mart niet stoppen.

‘Ooit was de pastoor boos op mij. Ik wilde, als enige in Haelen, op Eerste kerstdag de zaak open hebben. Nou, dat was een doodzonde hoor!

Kwamen ze me naderhand vertellen dat hij me van de preekstoel had afgeroepen.’ De schaapjes in Haelen en omstreken lieten zich er niet door weerhouden. Mart zette door en zijn tempel liep die dag gewoon vol, zoals dat nog vele dagen en jaren zou gebeuren.

Waaruit bleek dat de ziel van Geelen in velen zit. Want de muren zijn dan wel geslecht, maar de herinneringen leven voort.In de verhalen van de betrokkenen en de bezoekers, in foto’s en hopelijk ook een klein beetje door dit document.

Tekst:  John Hölsgens