Dodendraadmonument bij Neeritter

Vlasbrei 22, 3640 Kinrooi, België

Dodendraadmonument bij Neeritter

Vreemd dat een oord dat herinnert aan een oorlog zo vredig kan zijn. Uiteraard helpt het zanderige paadje dat naar deze bestemming leidt een handje. Vlak bovendien die vervallen hoeve niet uit; een berucht smokkelcafé uit vervlogen tijden waar de voordeur op Belgisch grondgebied stond en de achterdeur op het Nederlandse. Een grens verbindt ipso facto twee keer een einde van een land en dat vermenigvuldigt in afgelegen gebieden de stilte. Ik heb het natuurlijk over de grensovergang Neeritter-Molenbeersel en het erbij gelegen Dodendraadmonument.

In de augustusdagen van 1914, het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, is Nederland door het oog van de naald gekropen. Het bleef neutraal in de "Groote oorlog", terwijl het aanvankelijk wel was opgenomen in het aanvalsplan van de Duitsers om Frankrijk via de Lage Landen met een sterke rechtervleugel te overrompelen. Dit plan, naar de bedenker het Schlieffenplan geheten, werd na het overlijden van Von Schlieffen in 1913 door zijn opvolger Von Moltke op twee wezenlijke punten aangepast. Hij verzwakte de rechtervleugel en dat ondanks de waarschuwende, laatste woorden van de oude Pruisische vechtersbaas op zijn sterfbed: "Macht mir nur den Rechten stark".

Het geluk voor Nederland was de tweede verandering, waarbij het Duitse leger niet over Nederlands grondgebied zou trekken, omdat een neutraal Nederland nuttig werd geacht als "luchtpijp naar de Noordzee" voor de Duitse industrie.  In ruim een eeuw is er weinig veranderd, want die functie heeft het natuurlijk nog steeds.

Hoe dan ook, Nederland ontsprong de dans met de oorlogsgod Mars en Belgie had dat geluk niet. Het optimisme van een korte oorlog liep in het najaar van 1914 vast in de loopgraven van Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen en daarbij ontstond dus een verdeelde situatie langs de Nederlands-Belgische grens: het eerste land neutraal en het tweede bezet. 

Dat was koren op de molen voor smokkelaars, Duitse deserteurs, Belgische oorlogsvrijwilligers die via Nederland en Engeland  naar het leger bij de IJzer wilden en spionnen. Wat dit laatste betreft een interessant feitje: Rotterdam was gedurende deze gehele oorlog de spionnenhoofdstad van Europa. 

Om al deze problemen met "Gründlichkeit" aan te pakken, zocht de Duitse overheid naar een snelle, goedkope en efficiënte oplossing. De bewaking van de grens vereiste duizenden Duitse manschappen en die waren nodig aan het front. Eind 1914 was in de nabijheid van de Zwitserse grens op kleine schaal een versperring getest, waar dertien dorpen in de Elzas werden gescheiden van Zwitserland door een tien kilometer lang elektrisch hek, om zo Duitse deserteurs tegen te houden.

De bezettingsautoriteiten in Brussel achtten het mogelijk een dergelijk hekwerk langs de gehele Belgische-Nederlandse grens van het Drielandenpunt in Vaals tot het Zwin bij Knokke te plaatsen. De "doodendraad" volgde niet exact de rijksgrens, maar sneed tal van grilligheden af, zodat uiteindelijk van het voorjaar 1915 tot medio 1916 een 357 km lange elektrische versperring verrees. De Nederlandse regering heeft overigens niet geprotesteerd tegen de bouw ervan. 

De draad bij Neeritter-Molenbeersel is een reconstructie, een monument, geopend door de burgemeesters van Leudal en Kinrooi in 2010 om te herinneren aan deze vergeten geschiedenis. Het is zo op het oog geen onneembare hindernis en het is beslist geen "Berlijnse muur" met grachten, mijnenvelden en wachttorens. De constructie bestaat uit drie draden, niet hoger dan twee meter.

Op de middelste stond een wisselspanning van 2000 volt. Daar zat letterlijk het venijn, want de draad heeft langs de gehele grens toch nog ongeveer 800 slachtoffers gemaakt. De bevolking was namelijk helemaal niet bekend met elektriciteit. Hoe bijzonder elektriciteit in de vroege twintigste eeuw in vele streken langs de grens was, illustreert wel het feit dat na het verdwijnen van de draad de electriciteit, maar nu in een vredige vorm, pas in de vijftiger jaren weer terugkeerde.

En daarmee zijn we beland bij het einde van dit elektrische hekwerk. Na de wapenstilstand op 11 november 1918 werd de barriere heel vlug afgebroken en verdwenen de prikkeldraad en palen ongemerkt in het landschap. De grensboeren konden het materiaal goed gebruiken voor hun eigen afrasteringen.

Leon Moonen, reisleider historisch reisgenootschap Cliotravel www.cliotravel.nl