Tegenwoordig is de Beegderheide een prachtig kleinschalig natuurgebied met een grote verscheidenheid aan naald- en loofbomen. Karakteristiek voor de Beegderheide is het rijke reliëf met heideveldjes, zandverstuivingen en het grote aantal kleine en grotere vennen. Dank zij de variatie is de Beegderheide een toevluchtsoord voor een bont scala aan soms zeldzame planten en dieren. De uiterst zeldzame Phegeavlinder kwam tot voor kort hier nog massaal voor.
Zo’n honderd jaar geleden zag de Beegderheide er totaal anders uit. Kaalgevreten door koeien en schapen was de Beegderheide een grote kale vlakte. Als je over de heide liep kon je zelfs de kerktorens van de omliggende dorpen zien. De wind had er vrij spel.
Rond 1930 veranderde dat beeld. Door de komst van de steenkolenmijnen in Zuid-Limburg was er veel vraag naar stuthout en werden grote delen van de Beegderheide beplant met dennen die dienden als stuthout voor de mijnen.
In de jaren 1930 was er ook sprake van een wereldwijde economische crisis met een enorme werkloosheid tot gevolg, ontstaan na de Beurskrach in New York in oktober 1929.
Overal in het land werden werkverschaffingsprojecten opgezet om de mensen maar aan het werk te houden, ook op de Beegderheide.
Delen van de Beegderheide werden gecultiveerd als landbouwgrond maar het grootste deel van de Beegderheide werd beplant met dennen, bestemd voor de mijnbouw in Zuid Limburg.
In die tijd is ook als werkverschaffing het Thomaskanaal gegraven. Met schop en kruiwagen, want modern graafmateriaal was nog niet uitgevonden of niet voorhanden.
Wie ter hoogte van hectometerpaaltje 47,5 langs de Napoleonsweg N273 in oostelijk richting via het bospad de Beegderheide in wandelt ziet gelijk aan de linkerkant een van de vele vennen van de Beegderheide, het Koeven.
Neemt men het bospad naar links direct achter dit ven dan treft men na ongeveer 300 meter, verscholen onder eikenbomen, dennen en berkenbomen een merkwaardige en drassige wirwar van slootjes en greppeltjes aan, duidelijk door mensenhanden gegraven. Die wirwar van slootjes begint al eerder bij het Koevèn en loopt voor een deel parallel aan de Napoleonsweg om na ongeveer honderd meter geleidelijk af te buigen naar rechts richting oosten. De hele loop van de greppel, die de wijdse naam Thomaskanaal heeft gekregen, is goed te volgen. Een zekere Thomas Piepers zou de ‘uitvoerder’ en daardoor ook de naamgever van dit project zijn geweest.
Duidelijk is dat men een poging gewaagd heeft om het Koeven, middels een greppel dwars door de Beegderheide heen, te verbinden met het Fengersven en het Frankeven aan de oostkant van de Beegderheide, ter hoogte van de parkeerplaats aan Beegderveld.
Doel van dit Thomaskanaal was het droogleggen van het natte, drassige gebied rond de Napoleonsweg om dit gebied ook geschikt te maken voor bosbouw. Waar blijkbaar niet direct rekening mee was gehouden was dat enkele honderden meters richting oosten, waar de grondslag hoger ligt, steeds dieper gegraven moest worden en dus meer grond moest worden verzet. Een hele klus in die jaren toen alles nog met de schop en kruiwagen moest gebeuren.
Blijkbaar heeft men zich toch vertild aan deze klus en heeft men bij de planning waarschijnlijk geen rekening heeft gehouden met het reliëf en het hoogteverschil op de Beegderheide.
Pas later bleek dat deze greppel in de praktijk niet werkte omdat hij door het hoogteverschil niet diep genoeg uitgegraven was. Het vele werk bleek dus tevergeefs te zijn geweest en dat was natuurlijk bijzonder jammer.
Doordat het kanaaltje nooit goed gefunctioneerd heeft, kunnen we wel nog altijd van de vennen langs de Napoleonsweg kunnen genieten.
Meestal staat de greppel droog, maar in de natte jaargetijden kun je er toch gemakkelijk natte voeten halen. Het kanaal is, afgezien van de verschillende vertakkingen bij het begin, zo’n anderhalve kilometer lang. Jaren geleden heeft men een poging gedaan om dit Thomaskanaal te dempen maar gelukkig zag men op tijd het nutteloze en ook het nodeloze van deze poging in.
De loop van dit Thomaskanaal is van west naar oost nog steeds goed te zien en te volgen.
De Beegderheide herbergt een bijzonder ‘monument’ als een blijvende herinnering aan de crisisjaren 1930, een monument dat de natuur volledig in zich opgenomen heeft.