Oosterveldstraat in Heel en Winterstraat in Neer
Soms kunnen de namen van straten je behoorlijk op het verkeerde been zetten. Vaak spruit dit voort uit een verkeerde vertaling van een Limburgs woord in de Nederlandse taal. Of omdat een Franse bestuursambtenaar uit de tijd van Napoleon een plaatselijk woord heeft 'verfranst.' Een berucht voorbeeld van dit laatste is Ohé in de Midden-Limburgse plaatsnaam Ohé en Laak, momenteel een dorpskern in de gemeente Maasgouw. Het oorspronkelijke woord ouw of ooi betekent land bij een rivier. De hoeveelheid O-, Oe- en Ouw-toponiemen langs de Maas is overigens opvallend hoog. Terug naar ons onderwerp: misvattingen in straatnamen. We nemen de Oosterveldstraat in Heel.
Deze straatnaam doet vermoeden dat we met een oostelijk gelegen akker te maken hebben. Maar de straat is de oude veldweg naar het buurtschap Osen, een gebied gelegen in een grote Maasbocht; de zogeheten Lus van Linne. In feite is Osen een schiereiland in de Maas. Tot ver in de 19de eeuw lag er zelfs een kasteel, ook Osen geheten. De laatste restanten van dit kasteel zijn met de Maaskanalisatie en de daarmee gepaard gaande bouw van een stuw en een sluis rond 1920 weggebaggerd. Of Osen, immers ook een O-toponiem langs de Maas, te herleiden is tot ons eerdere ouw of ooi is zeer twijfelachtig. De taalkundigen vermoeden van niet. Enfin, Oosterveldstraat had dus beter Oosderveldstraat kunnen heten.
Een geval waar een Limburg woord zodanig is verbasterd waardoor de oorspronkelijke betekenis niet meer herkenbaar is, vinden we in Neer. In dit Leudaldorp ligt de Winterstraat. Maar de naam heeft niets met het koudste jaargetijde te maken. Geen enkele rondomliggende straat is dan ook genoemd naar de overige seizoenen herfst, lente en zomer. Kortom: we horen geen vioolklanken van de Vier Jaargetijden van Vivaldi in dit gedeelte van Neer. Nee, het is een hele functionele naam, want in de straat is een korte S-bocht gelegen.
In het Limburgs wordt een dergelijke wentel een 'wintjel' genoemd. Wentelstraat was dus een betere vlag geweest om de lading te dekken. Vooruit, we doen nog één misleidende naam. We gaan naar Roermond, waar we in het centrum de Bakkerstraat vinden. Is dit een verwijzing naar het aloude ambacht van bakker? Je zou het denken, maar de straat is genoemd naar de Begarden of Bogaarden (een religieuze gemeenschap van mannen, zeg maar de mannelijke variant van begijnen), die daar ooit hebben gewoond. Later ging men van Bekkerstraat spreken, wat dan 'vernederlandst' is tot Bakkerstraat.