VerhalenLeon Moonen

Klooster Keizerbosch in Neer

Neer Keizersbosch

De laatste proost, geestelijke leidsman, van het klooster Keizerbosch in Neer moet een vooruitziende blik hebben gehad. In de jaren negentig van de 18de eeuw zat de revolutionaire regering in Parijs op zwart zaad én toonde weinig ontzag voor eeuwenoude instituties. Een combinatie die weinig goeds voor de toekomst beloofde.

De Franse koning Lodewijk XVI was al als burger Louis Capet onder de guillotine onthoofd. Op het moment dat Midden-Limburg in 1794  als departement Nedermaas bij het republikeinse Frankrijk werd ingelijfd, begreep de proost dat het een kwestie van tijd was voordat de bezittingen van het klooster werden geconfisqueerd.

Hij besloot daarom de inboedel van het klooster zoveel mogelijk te verdelen onder de kerken in de buurt. De Sint Petruskerk van Roggel dankt er haar prachtige barokke hoofdaltaar aan.

Vooraleerst een mogelijk misverstand uit de wereld helpen. De naam van het klooster heeft niets te maken met welke keizer dan ook. Het is in dit verband een verbastering van het woord “gheijser”, dat zoveel als hoge zandrug betekent. Op een dergelijke verhoging werd het klooster aan het begin van de 13de eeuw door Norbertinessen uit het Belgische Averbode gesticht. In de beginjaren dreigde armoede het klooster bijna de nek om te draaien. De zusters van Keizerbosch beklaagden in 1273 zelfs hun nood bij paus Gregorius. Maar door schenkingen van de Graven van Horne en de Heren van Ghoor  en door het alleen toelaten van adellijke dames die hun erfdeel aan het klooster nalieten, kwam het klooster in de volgende eeuwen tot grote welstand.

Nu was het de rijkdom die bijna leidde tot de ondergang van het klooster, want de weelde zorgde voor een onherroepelijke verslapping van de kloostertucht. In het begin van de 17de eeuw werden de teugels weer aangehaald. De adellijke stiftdames die teveel gewend waren aan het wereldse leven, konden dit absoluut niet waarderen en verlieten uit protest het klooster. Het klooster werd nu hervormd tot een niet-adellijk stift en kende een nieuwe opleving. Het klooster wist zelfs een plundering in 1645 door troepen uit het Duitse Hessen, die waren ingehuurd door prins Frederik Hendrik van Oranje, te boven te komen. Na de plundering werd er een gracht rondom het klooster gegraven, die nog moeiteloos in het landschap is te herkennen.

De geldnood en de secularisatiedrift van de revolutionairen in Parijs heeft het klooster inderdaad niet overleefd. In 1797 werd Keizerbosch door de Fransen gesloten en de nonnen werden naar Deurne verjaagd. Na een jaar van leegstand werd het klooster bij opbod verkocht. Hoewel dat gebeurde door het opsteken van een kaars, was dat niet bedoeld als een smeekbede voor een koper. Na ieder bod werd er namelijk een nieuwe kaars opgestoken. Pas als deze helemaal opgebrand was en er geen nieuw geldbod op tafel lag, was het klooster verkocht. Uiteindelijk kwam het klooster in handen van Arnold Jean Baptist DeRaet uit Roermond. Hij begon onmiddellijk met de sloop van de gebouwen, vermoedelijk om te voorkomen dat de verdreven zusters nog ooit konden terugkeren.

Alleen de proostdij bleef gespaard en werd het landhuis van de nieuwe eigenaar. Om een idee van de impact van deze afbraak te geven: ongeveer driekwart werd afgebroken, inclusief abdijkerk. Deze was groter dan de toenmalige parochiekerk van Neer. Een roemloos en treurig einde voor een abdij die ooit als familieklooster voor de Graven van Horne dienst had gedaan en waar ook enkele leden van dit geslacht werden begraven.

Tot in de twintigste eeuw leefden nazaten van ambachtslieden rondom Keizerbosch en deze hoge concentratie van o.a. wevers, slotenmakers en timmermannen herinnerde aan de economische bedrijvigheid die het klooster ooit heeft aangetrokken. De geschiedenis van klooster Keizerbosch is ook terug te vinden bij de schutterijen van Neer.

Let maar eens op het koningszilver van de schutterskoning. Enkele schildjes in deze ketting zijn geschonken door de proost als dank voor de militaire bijstand. Deze herinnering aan Keizerbosch wordt dus zelfs letterlijk heel dicht bij het hart gedragen.

Leon Moonen, reisverleider naar geschiedenis www.cliotravel.nl

Met dank aan Jo Kuijpers