Nijmegen (Ulpia Noviomagus), gesticht door de Romeinen pretendeert de oudste stad van Nederland te zijn al maken verschillende andere steden waaronder Heerlen en Maastricht ook aanspraak op deze status. Dat mag dan wel zo zijn, maar voordat de Romeinen Nijmegen bereikten moeten ze op hun tocht naar het noorden toch eerst in Heel (Catualium) zijn geweest. Dat dit zo is bewijst de vermelding van Catualium op de wereldberoemde Romeinse Peutinger wegenkaart (Tabula Peutingeriana). Ook de Heerbaan die in zuid-noord richting dwars door het centrum van Heel loopt duidt erop dat de Romeinen in Heel zijn geweest.
In de Romeinse tijd was deze weg een onderdeel van de doorgaande route op westkant van de Maasoever tussen Tongeren en Nijmegen. Opgravingen en onderzoek naar een Romeins grafveld langs de Heerbaan en de Panheelderweg in 2009 en 2011 toonden niet alleen aan dat de Romeinse Heerbaan daadwerkelijk door Heel heeft gelopen maar ook dat de Romeinen hier ook voor langere tijd verbleven. In de Romeinse tijd was Heel een belangrijke halteplaats langs één van de Romeinse ‘snelwegen’.
Het Romeinse rijk begon in Nederland ongeveer 50 v.Chr. en heeft bijna vijf eeuwen stand gehouden tot 476 n.Chr.
Dat Heel een Romeinse verleden heeft zal zeker bij veel mensen bekend zijn. Alleen in Heel zelf is er nauwelijks iets van terug te vinden. De Heerbaan, het Catualiumplein en Catualiumhof zijn een paar kleine vingerwijzingen richting het Romeins verleden van Heel.
Heemkring Heel wil daar graag verandering in brengen en het Romeinse verleden van Heel aan een breder publiek presenteren.
“Er wordt wel eens gesproken van de ‘Vergeten prinsessen van Thorn’, maar eigenlijk kun je ook spreken van de ‘De onbekende Romeinen van Heel’,”
vindt Wim Coolen, voorzitter van de Heemkring Heel. “Het nadeel van archeologie is dat het verstopt zit onder de grond. Niemand ziet wat daar verborgen zit. Wij willen dat nu zichtbaar gaan maken.“
Al in de zestiger jaren van de vorige eeuw is op het terrein tussen de Panheelderweg en de Heerbaan archeologisch onderzoek gedaan waarbij allerlei Romeinse vondsten zijn opgegraven die er op wezen dat dit in de Romeinse tijd een belangrijk gebied moet zijn geweest. Het is bekend dat onder de woningen langs de Panheelderweg nog steeds Romeinse graven liggen. In 2008, toen het terrein van Daelzicht tussen Panheelderweg en Heerbaan bouwrijp gemaakt werd voor de bouw van zorghuizen van de Stichting Daelzicht, is uitgebreid archeologisch onderzoek gedaan naar Romeinse bodemschatten. “Dat onderzoek heeft toen nog aan een zijden draadje gehangen,” weet Wim Coolen. “De grondwerkzaamheden waren al begonnen zonder dat er archeologisch onderzoek was gedaan terwijl dat toch wettelijk verplicht was. Daarbij kon men, gezien de eerdere onderzoeken in de zestiger jaren, weten dat in de bodem overblijfselen konden zijn van het Romeins verleden van Heel. Gelukkig hebben oplettende buurtbewoners op tijd aan de bel getrokken. Ze zagen bij de graafwerkzaamheden Romeins glas- en aardewerk letterlijk naar boven komen. De graafmachines reden er gewoon overheen. Er zijn toen archeologen bijgehaald en zijn de graafwerkzaamheden stop gelegd. Waarschijnlijk was er toen nog te weinig historisch besef van het belang van historisch onderzoek.”
De daaropvolgende opgravingen brachten maar liefst zo’n driehonderd Romeinse graven aan het daglicht. “Een deel van het gebied is tot op de dag van vandaag zelfs nog niet echt onderzocht,” vertelt Wim Coolen. “In Heel is qua omvang tussen 2009 en 2011 het op twee na grootste Romeins grafveld van Nederland gevonden. De omvang van het grafveld en met name de rijkdom van de giften in de graven is zeldzaam. Een deel van die opgravingen is schoongemaakt en is terecht gekomen in het Rijksmuseum voor oudheden in Leiden en in het Limburgs Museum in Venlo. De afdeling Romeinse opgravingen van het Limburgs Museum komt voor het grootste deel van de opgravingen in Heel. Heel past daarmee in het rijtje Tongeren, Nijmegen, Xanten en Keulen. ”
Uit die opgravingen kwam een Romeins olielampje tevoorschijn dat in 2010 werd uitgeroepen tot de belangrijkste vondst van het jaar in Limburg.
Uiteindelijk is slechts twintig procent van de opgravingen schoongemaakt en zit het merendeel van de vondsten nog in het archeologisch depot van De Vondst in Heerlen. Coolen: ”De provincie onderkent het belang van hetgeen gevonden is. De provincie heeft er in de afgelopen jaren al veel geld in geïnvesteerd.
Het is niet allen voor Heel van belang of voor Limburg of zelfs voor Nederland, maar van internationaal belang. Hier zijn unieke topstukken gevonden die nergens anders in de wereld zijn aangetroffen.”
Inmiddels is de Heemkring Heel in samenwerking met de gemeente Maasgouw aan het bekijken of over deze unieke vondsten een wetenschappelijk verhandeling geschreven kan worden waardoor Heel, Catualium en de vondsten op de kaart worden gezet. “Als de vondsten in de magazijnen blijven liggen bestaan ze eigenlijk niet. Ze moeten officieel voor de wetenschap gepubliceerd zijn. De gevonden graven dateren van ongeveer 50 n.Chr. tot bijna 400 n.Chr., een aaneengesloten tijdvak wat betekent dat de Romeinen ook al die tijd in Heel gebivakkeerd hebben, dat zie je bijna nergens.”
De ondergrond in Heel herbergt nog steeds veel onontgonnen materiaal uit de Romeins tijd weet Coolen. “Er mag ook niet zomaar gegraven worden. Er moet altijd eerste archeologisch onderzoek worden gedaan. We weten immers dat het grafveld nog niet volledig is onderzocht. Wat we dan tegenkomen is natuurlijk een verrassing. ”
De Heemkring Heel wil nu het Romeinse verleden een wetenschappelijke basis geven en zodoende dit stuk geschiedenis voor de inwoners van Heel maar ook voor bezoekers van Heel beleefbaar en zichtbaar maken. “We willen ook als het kan elementen van het Romeins verleden terugbrengen in Heel. Dat kan natuurlijk door replica’s te maken maar ook door originele stukken tentoon te stellen.
We zijn nog aan het onderzoeken op welke manier we het zichtbaar maken handen en voeten kunnen geven. Het zou mooi zijn als op het terrein van Daelzicht, daar waar de vondsten boven de grond zijn gekomen, een gelegenheid zou zijn waar het Romeins verleden van zichtbaar gemaakt kan worden.
Daarnaast zijn we ook bezig om rondleidingen samen te stellen langs plaatsen waar het Romeins verleden nog zichtbaar of voelbaar is.”
In september heeft de Heemkring Heel een plan aangeboden aan de gemeente Maasgouw. “In dat plan hebben we twee dingen gevraagd,” besluit Wim Coolen. “Op de eerste plaats willen we een wetenschappelijk synthese schrijven over alles wat in Heel gevonden is waardoor het ook wetenschappelijk op de kaart staat en daarnaast vragen we medewerking bij het ontsluiten en beleefbaar maken van Heels Romeins verleden voor publiek.”
Foto’s HUUB Smitz