‘De DKW bleef altijd tussen de oren zitten’ Detailman Hans Hollink toont zijn bromfietsverzameling

In 1916 startte de Deen Jørgen Skafte Rasmussen in Duitsland een fabriek voor stoommachines. Een van zijn projecten was de bouw van een door stoom aangedreven auto: de Dampf-Kraft-Wagen (DKW).

Het merk leverde kort voor de Tweede Wereldoorlog de populairste kleine auto in Nederland. Ook na de oorlog bleef DKW (ook wel gekscherend of juist liefkozend Das Krankenhaus Wartet of Duitse Kinderwagen genoemd) erg in trek. Maar het bedrijf maakte ook gemotoriseerde tweewielers: motors én brommers…



De wegen en beweegredenen van Rasmussen zijn niet meer zo gemakkelijk na te gaan, maar die van Hans Hollink gelukkig wel. De in 1949 geboren Tukker belandde op zijn zevende al in Haelen en daar woont hij nog steeds. Hollink is verzamelaar van oude DKW-bromfietsen. Zo beschouwd zou je kunnen zeggen dat hij klaar is.

Alle dertien modellen die DKW vanaf 1956 fabriceerde heeft hij namelijk in bezit.

Plus een bijzonder exemplaar, een ultralichte motorfiets in feite, die ooit dienst deed voor wat toen nog de Rijkspolitie heette. Maar Hollink is meer dan verzamelaar…

 

Genen
Hij is liefhebber, reparateur – sommige brommers kwamen meer als bouwpakket dan in één stuk naar Haelen – kenner en gepassioneerd verteller. Eenmaal op dreef is hij nauwelijks te stoppen. Zo leren we al snel hoe zijn vader in de jaren vijftig besloot naar Limburg te gaan. De Twentse textielindustrie, waarin hij werkzaam was, kreeg het steeds lastiger. Tijdens de vakanties werd een tante bezocht die met een Limburger getrouwd was en in Kessel woonde. De tocht vanuit Boekelo, een dorp binnen de huidige gemeente Enschede, werd al per brommer gemaakt. Iets moet er dus al in de genen hebben gezeten. Uiteraard waren dat op zich al avontuurlijke ritten, vaak deels over Duits grondgebied omdat dat korter was. Het leverde wel nogal wat gedoe op bij de grens.

PLEM
‘Ketel 1 en 2 van de PLEM-centrale in Buggenum waren toen net in bedrijf genomen’ vertelt Hans. ‘Mijn vader was begin dertig en begreep dat daar de kansen voor de toekomst lagen. Zo zijn we in 1957 in Haelen terechtgekomen.’ De vraag of hij zich inmiddels Limburger voelt beantwoord Hans grijnzend met een ‘Ja en nee’. Dat is geheel in overeenstemming met zijn taalgebruik: Limburgs met een duidelijk oostelijke tongval. Een charmante combinatie. Zelf zou hij ook een loopbaan bij de PLEM opbouwen, waarna hij ook nog actief was als vrachtwagenchauffeur. Inmiddels geniet Hans al jaren van zijn pensioen.

Verkocht
Terwijl Hans blijft vertellen zien we aan de muur in de woonkamer een affiche. Een man op een DKW-brommer, een vrouw op de buddyseat. Gezien hun kleding en haardracht moeten we het plaatje in de jaren zestig plaatsen. Model 1967, zien we er bij nadere bestudering inderdaad naast staan. ‘Compleet met stoplicht en koffer-rek’ luidt bovendien de wervende tekst. Blijkbaar was zelfs dat eerste een accessoire in die dagen. Hans zal er later op terugkomen. ‘In 1966 kochten mijn ouders hun eerste auto. Ik kon de brommer van mijn vader overnemen: een DKW. Die heb ik in 1971 verkocht, voor 75 gulden. Maar die brommer bleef altijd tussen mijn oren zitten.’


 

Spoetnik
Toen hij jaren later plots weer eenzelfde type DKW-brommer zag rijden begon het Hans dan ook te kriebelen. Helemaal toen hij nog weer later ontdekte dat hij zo’n zelfde brommer kon kopen. In onderdelen weliswaar, maar dat maakte de aandrang niet minder. Dat is het beginpunt geweest voor de huidige verzameling die we even later mogen aanschouwen.

Een paar modellen staan in de garage, waar de geur van metaal, olie en benzine de neus prikkelt. In het schuurtje, dat wel iets heeft van een mini-showroom, staat de rest te blinken: de Hummels TS, TS Sport en luxe special. De RT 50 Ulm natuurlijk, voormalig dienaar der hermandad. Ook Hummel M115 is indrukwekkend door het raketachtige uiterlijk. Niet voor niets werd het model ook spoetnik genoemd.

Stoomfanaat
De tweewielers blinken, maar Hans zelf glimt ook wel wat van trots zo tussen zijn schat. Het is ook een soort tijdreis, waarbij Hans aangeeft dat je niet bij hem moet zijn voor het afstellen van contactpunten of versnellingskabels. ‘Ik ben meer een detailman, een ‘snuffelaar’, in de goede zin van het woord hè. Altijd op zoek naar de kleine bijzonderheden.’ Het bracht hem op beurzen door het hele land, maar natuurlijk ook in Duitsland: van Mannheim tot in Kiel aan toe.

Het ontstaan van de passie voor juist het merk Dampf-Kraft-Wagen moet misschien ook gezocht worden in het feit dat Hans zichzelf een ‘stoomfanaat’ noemt. ‘Ik hou ook van stoomtreinen, zoals er in Gangelt nog een loopt. Ik kan je veel literatuur laten zien over van alles dat om stoom gedreven wordt.’

Remake
‘Ik moet je wel zeker nog één ding vertellen’ zegt Hans als we even later weer in huis zijn. ‘Wat voor hobby je ook hebt, als je vrouw er niet achter staat hou je het niet vol.’ Dat is een mooi compliment voor mevrouw Hollink en het brengt ons meteen terug bij de dame die letterlijk achterop zit bij de DKW-rijder op het affiche uit 1967. ‘Nou, die man ken ik goed’ legt Hans desgevraagd uit. ‘Die is inmiddels natuurlijk ook ergens in de zeventig. Hij belde me een paar jaar geleden op voor onderdelen van de DKW die je daar ziet. Hij vroeg me toen ook of ik dat affiche kende.

En of ik dat dus kende, maar ik vroeg meteen wat er met die vrouw gebeurd was, hahaha! Maar die had hij na de fotosessie nooit meer gezien. Ik beloofde hem dat ik dat wel zou uitzoeken. Dat is gelukt. De vrouw bleek tegenwoordig in Zwitserland te wonen, maar ze had een zus in Amsterdam. Via haar hebben we contact gelegd. Ik had inmiddels het blad ‘Bromfiets’ al ingelicht en toen ze weer eens naar Nederland kwam is de ontmoeting geregeld. Op dezelfde plek als waar de foto in de zestiger jaren werd gemaakt, is toen een remake van dit beeld tot stand gekomen.’



Zo bracht de man van de details ook weer een stukje menselijke nostalgie tot leven...