ColumnsRosemarie Neuen

Column: Tjielp door Rosemarie Neuen

Midden Limburg

Tjielp. En dat keer honderd. Een dorpsplein – oftewel een haag – vol met kletsende mussen. Soms pauzeren ze even, de stilte overvalt je dan bijna. Maar met die rust is het alweer snel gedaan, het overweldigende gesjilp start weer.  Ik heb het natuurlijk over ons aller Passer domesticus, de huismus.

De meesjes, roodborstjes, merels en zelfs eksters, zijn verworden tot slechts achtergrondfiguranten. Want mussen communiceren met een hoofdletter C. Met elkaar vooral, maar zo laten ze toch ook horen dat met zo’n groot mussenkoor niet te spotten valt. Het is een gezellig geklets, de hele dag door. Totdat de zon ondergaat, dan is het weer stil. Oogjes dicht en snaveltjes toe zoals Meneer de Uil zou zeggen. Naast een enkel meesje oogt het voederstation ineens verlaten. Het feest is weer voorbij voor vandaag.

Ik hou van ze allemaal, maar de huismus is toch de meest Nederlandse vogel ooit. Hun temparament lijkt wel meer zuidelijk, misschien passen ze nog net wat beter bij ons Limburgers? Limburgse mussen, ik vind het best. De halve populatie verblijft volgens mij in onze tuin. Ik hou angstvallig verborgen hoeveel vogelvoer hier doorheen gaat, maar het is een hoop.  Zoveel dat ik me afvraag of ik niet zelf het vogelvoer in moet gaan. Ik zoek nog sponsoren voor een startup in biologisch vogelvoer waarbij je bulkvoorraden in niet-plastic containers kunt aanschaffen. Mocht u mijn idee willen pikken? Graag, maar laat me dan wel weten waar ik terechtkan volgende winter.

Een aantal jaren geleden ging het niet zo goed met de huismus, maar hun aantal lijkt weer gestabiliseerd te zijn en er is zelfs sprake van herstel. In mijn tuin zeker, maar dat komt natuurlijk ook doordat ze daar, zodra ze wakker zijn, de hele dag hun buikje rond kunnen eten. Zoiets wordt snel bekend onder mussen, daar hebben ze geen app voor nodig. En dat geldt natuurlijk ook voor alle andere tuinvogels. 

Dat het aantal mussen eerst nog afnam, had waarschijnlijk ook te maken met de Nederlandse gewoonte om alles maar zo aangeharkt mogelijk te hebben. Terwijl mussen graag ‘onder de mensen’ zijn, houden ze ook van een ietwat rommelige omgeving. Het zijn geen opruimfreaks dus. Met een superkeurige ‘tuin’ doet u geen dier een plezier, misschien enkel uw buurman of buurvrouw. Ik pleit nog steeds voor een ‘slordige-tuinen-club’ en ja, huismussen zijn daar ook lid van. Erelid zelfs. Het lidmaatschap is gratis, dus u bent van harte welkom om zich aan te sluiten. Maak van uw slordige tuin een dorpsplein, met een mussenkoor en nog veel meer leven.

Ondertussen is die zogenaamde doodnormale huismus dus gewoon de muze van de eeuw. Een mussenmuze, als u wilt. In het Engels is het woord muze niet voor niets mus met een e erachter…  Al heten Engelse mussen dan weer sparrows - ik hoop dat u me nog kunt volgen. Maar ik eindig graag met misschien wel het bekendste én beruchtste gedichtje over onze gevederde vriend, getiteld De Mus van dichter Jan Hanlo: 

Tjielp tjielp – tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp – tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp tjielp
tjielp tjielp tjielp

Tjielp
———————etc.

misschien passen ze nog net wat beter bij ons Limburgers? 

Limburgse mussen, 

ik vind het best

 

 

 

 

 

Rosemarie Neuen

Rosemarie Neuen (1979) is van huis uit journalist, maar heeft zich de laatste tijd met haar bedrijf Schrijfroos toegelegd op storytelling. Haar bijzondere belangstelling gaat daarbij uit naar duurzaamheid en de natuur. Ze wil de wereld graag een beetje beter en groener maken. 
Meer weten: https://schrijfroos.nl