ColumnsWerner Bloemers

De wankele schaats

Midden-Limburg

Juist nu de Olympische Winterspelen in Peking aan de gang zijn en er zoveel aan wintersport voorbij komt op televisie, raak ik op de een of andere manier weer geïnspireerd. Met veel gedachten aan vroeger, aan de tijden dat er hier in Nederland nog elk jaar een dik sneeuwtapijt lag en waarin we elk jaar nog konden schaatsen, als bevonden we ons in een Anton Pieck-ansichtkaart. China is overigens een land waar ik juist niet reikhalzend naartoe hoef te gaan, juist vanwege de mensenrechten van de Tibetanen, Oeigoeren, Nepalezen die daar gewoon de prullenbak in worden gekieperd. Dit terzijde.

 

Toen ik in 1980 in Eindhoven naar school ging, was het zo dat de leerlingen daar elke week wel gingen zwemmen. Of was het nou om de twee weken, dat weet ik niet meer. Maar hoe pak je zoiets aan als je een slechte visus en slecht gehoor hebt, met daarnaast een gezonde dosis watervrees? Ik weet nog dat ik als klein jongetje heel onwennig aan het rondkijken was in dat grote zwembad en dat ik twee meisjes voorbij zag lopen, waarvan er dus eentje mijn zwembroek omlaag had getrokken. Ja, ook dat soort kunstjes is van alle tijden.

 

Terwijl mijn medeleerlingen zeer grote vorderingen maakten op het gebied van het behalen van zwemdiploma’s, liep ’t bij mij gewoon van geen kant. Wilde ik eigenlijk wel luisteren? Volgens mij had ik er niet veel zin in. Tenminste, niet in die afstandelijkere wereld. En toen mijn medeleerlingen klaar waren met het zwemmen, konden zij zich op het schaatsen gaan storten. Terwijl ik met een select gezelschap nog elke week als waren wij verborgen trollen en geesten, het zwemprogramma moesten zien te volgen. Of we er nou wel of geen zin in hadden. Het zwemmen is later overigens helemaal goed gekomen bij mij. Afstanden van 1 kilometer achter elkaar zijn me inmiddels ook niet vreemd.

Met een krakkemikkig evenwicht en twee begeleiders in plaats van een stoel, lukte het mij voor het eerst een wankele schaats te berijden.

Maar wat was ik jaloers op mijn schaatsende medeleerlingen! Ze konden zich sportief gezien zoveel beter ontwikkelen, maar ja … ik zag ook slecht en zat in een klas, waarvan de meesten zeker twee jaar ouder waren dan ik. Dit is een voorbeeld van een van de klassen uit de lagere schooltijd in Eindhoven. Ik kreeg er toen altijd les van knappe privé-juffrouwen, waarvan er een mijn hart het meest wist te beroeren. Maar daar hou ik ’t verder maar bij, want dat soort dingen leiden alleen maar af van  de context van het verhaal.

 

Het gebeurde ook weleens dat het buiten zo hard had gevroren dat de stoere medeleerlingen lekker een dagje konden gaan schaatsen ergens in de buurt van de school. Het was dan een heldere dag, de zon scheen volop en het ijs was luttele centimeters dik. En ja, wat deed ik dan? Terwijl de jaaghonden voorbij snorden, de meisjes kirden van de aandacht en achter de waterplas een ijsvogel opdook (om het zo schilderachtiger te maken, ik zag hem toch niet), probeerde ik op mijn schoenen het ijs te bedwingen, om op die manier nog het gevoel te hebben dat je iets hebt gepresteerd als wintersporter in spé-zijnde. Ik gleed niet uit, brak geen benen en werd niet drijfnat en ontredderd uit een wak gehaald.

 

Pas jaren later, in februari 2008, toen ik met een begeleidster de wintereditie van de ziezo-beurs bezocht, ging ik voor het eerst van mijn leven echt schaatsen. Er was op die locatie een kleine ijsbaan aangelegd en het lukte mijn begeleidster mij om twee oranjekleurige pvc-vormige schaatsen aan te trekken. Met een krakkemikkig evenwicht en twee begeleiders in plaats van een stoel, lukte het mij voor het eerst een wankele schaats te berijden. En alleen dankzij de wilskracht van die begeleidster, mag ik mijzelf met dit heuglijke feit vereren.

Wankele schaatsen zullen er nu eenmaal altijd zijn. Want wie twijfelt, zal toch vanzelf weten te oogsten.

Werner Bloemers

Mijn naam is Werner Bloemers, geboren in 1972 te Ospel. Ik hoor en zie vanaf mijn 2e levensjaar slecht. Maar heb altijd een goede opleiding gehad en heel wat dingen bereikt. Ik vind het fijn om mijn gedachten en belevenissen van alledag met u te delen. Zodat u meer begrip krijgt voor mensen met een dubbele zintuiglijke beperking.