ColumnsJohn Hölsgens

Geloofwaardig

Na mijn column van de vorige maand heb ik wat reacties gekregen van mensen die zich afvroegen of ik de laatste tijd misschien wat veel met pastoor VanKan gesproken had. Was ik wellicht volledig in de Heer?

Nu zou dat op zich niet zo raar zijn. Zoals u ergens hieronder kunt lezen, ben ik immers geboren en getogen in Heythuysen.

De basisschool die ik bezocht heette nog gewoon Heilig Hartschool en daar kwam iedere week deken Van Hees, later kapelaan Grond, de catechese verzorgen. Ik deed de communie en het vormsel nog zonder dat ik zelf zowat heilig werd verklaard. Sterker, ik begreep daadwerkelijk waar het over ging. Tijdens de lessen ‘sexuele (dat was toen nog met een ‘x’) opvoeding’ werd zelfbevrediging ten zeerste ontraden, zonder de term zelf te noemen. Toch schreven we al 1982, maar ook hippies noch gastarbeiders waren ons bekende fenomenen.

Niettemin is voldoende zinvolle informatie uit die dagen blijven hangen, doch dit alles ten spijt heb ik mij toch min of meer ontwikkeld tot wat men het beste kan omschrijven als een agnostisch theïst. In het Nederlands is dat zoiets als iemand die zich realiseert dat hij onmogelijk kan weten of God bestaat, maar die tegelijkertijd beseft dat het - bijvoorbeeld gezien de omvang van de kosmos - een tikje arrogant is om te geloven dat wij als mensheid het centrum van het universum zijn, alsmede ons te gedragen alsof we het allemaal zelf uitgevonden hebben. 

Ik zie ook absoluut de waarde van religie en respecteer deze, maar ik betreur de puinhopen die wij mensen er binnen diverse geïnstitutionaliseerde vormen van gemaakt hebben. Want ondanks de goede inzet van velen, is bijna elke religie door de eeuwen heen wel misbruikt. Voor persoonlijk, financieel, maar ook voor politiek gewin.

De vraag of religie in politiek thuishoort vind ik daarom persoonlijk dan ook een legitieme. En om de zoveel tijd voel ik die vraag weer actueel worden. Religie biedt ons veel wijze levenslessen, waarbij ‘wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet’ wat mij betreft een héél belangrijke is. Ik kon dan ook niet begrijpen dat de eerste poging tot een kabinetsformatie struikelde over zoiets als de migratiestandpunten. Dat de opvattingen van Groen Links en de VVD in dat opzicht nogal uiteen liggen, zou niemand mogen verrassen. Dat ik het CDA aan de zijde van de liberalen aantrof, was echter opnieuw een teleurstelling voor me.

Nu kan ik er écht van alles bij gaan halen. Van een gebrek aan plaats in de herberg, tot de barmhartige Samaritaan. Ik kan het hebben over de minsten die niet gekleed, gelaafd of gevoed werden, maar ik ga de heer Buma daarmee niet overtuigen ben ik bang. En daar heb ik dan toch een probleem mee. Want áls je je dan beroept op christelijke normen en waarden in de politiek, voer ze dan ook uit. Altijd en overal. Dan ben je mijns inziens pas écht geloofwaardig, in de ware zin des woords. Wil je dat niet: ook goed. Het is (nog) een vrij land. Maar kies dan voor een andere naam en verschuil je niet langer achter een religie.

In de column vóór mijn betoog voor meer Passie, had ik het over mijn gesprek met CDA Tweede Kamerlid Mustafa Amhaouch én over zijn enige moment van twijfel, ten opzichte van zijn partijkeuze. Dat was toen het CDA zich in het kabinet Rutte I liet gedogen door een rare, antidemocratische vereniging met één lid. Het werd bijna de ondergang van de partij, maar dat lijkt Buma al lang weer vergeten. Na de ietwat ongelukkige verwijzing naar de VOC-mentaliteit door zijn voorganger, schurkt de huidige voorman van de christendemocraten ook al tegen het patriottistische aan, met een wens tot het binnen twee weken verplicht kunnen neusfluiten van het Wilhelmus door iedere migrant of zoiets.

De beste man heeft het nu over andere partijen die hun verantwoordelijkheid zouden ontlopen, omdat zij zich wél aan hun eigen principes houden. Natuurlijk: regeren is compromissen sluiten, dat is waar. Maar écht verantwoordelijkheid tonen zou het pas zijn, als Buma het lef had om premier te worden van een centrumlinks kabinet. Dat zou niet alleen voldoende recht doen aan de verkiezingsuitslag. De opvattingen van zijn coalitiegenoten zouden ook veel dichter bij de eigen grondbeginselen liggen, dan in welke andere combinatie dan ook. Maar of ik dat nog ooit mag meemaken? Ik geloof het eerlijk gezegd niet…

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.