Een tijdje geleden lazen we eindelijk in de krant wat we allemaal allang wisten. Onze regio is in trek bij de Randstedeling. Uit gegevens van het CBS blijkt dat Limburg, maar met name Leudal ongekend populair is bij Randstedelingen die de Randstad te druk, te duur en te krap vinden. Sinds enige tijd trekt er een karavaan van Randstedelingen dwars door Nederland heen met Limburg, in het bijzonder Leudal, als eindbestemming. Na een loodzware reis door krappe stadsdelen vol peperdure beleggingspandjes, over drukke autowegen en langs winderige Vinex-wijken landen de uitgeputte nieuwkomers uiteindelijk in Leudal. Laten we ze goed opvangen en helpen om snel te integreren in onze gemeenschap.
De populariteit bij Randstedelingen is fantastisch nieuws voor een regio waar de bevolkingskrimp steeds steviger begint in te zetten. Er worden al jaren meer condoleancekaarten verstuurd dan geboortekaartjes. De cijfers van 2021 op de site van CBS laten zien dat de natuurlijke groei in bijna de hele provincie geen groei, maar krimp is. In de CBS-prognoses tot 2035 kleurt Limburg nogal rood. Op leudal.incijfers.nl is de prognose dat de bevolking in Leudal tot 2050 zal afnemen met 12,2%. En in de gemeentes eromheen is het niet veel anders. We hebben die nieuwkomers dus hard nodig om de provincie een beetje leefbaar te houden.
Laten we de cijfers een wat beter bekijken. Er kwamen in Leudal maar liefst 2,6 nieuwe Randstedelingen per 1000 inwoners bij, 93 in totaal. De toename van het aantal vertrekkende Randstedelingen is al enkele jaren 8%. Nú zijn het er in Leudal nog maar 93, maar als die jaarlijkse toename van 8 procent doorzet, komen er tot het jaar 2050 maar liefst 10.536 Randstedelingen in Leudal. Als de trend doorzet, mogen we in het jaar 2050 maar liefst 867 vertrekkers uit de Randstad verwelkomen!
Hoe gaan we ervoor zorgen dat die nieuwe Limburgers zich goed thuis voelen en integreren in onze fraaie provincie? Waar de inburgeringstrajecten personen met een niet-westerse migratieachtergrond tot in de puntjes uitgedacht zijn, is er voor de groep nieuwe Limburgers met een Randstedelijke achtergrond nog niets geregeld. Dat is niet gek, want deze binnenlandse immigratiestroom begint pas net op gang te komen. Nu de gemeente Leudal opeens dé Limburgse gemeente met het hoogste aantal van deze nieuwkomers is, ligt er een mooie kans.
Leudal zou met inburgeringstrajecten een rolmodelgemeente kunnen worden. Een gemeente waar andere burgemeesters komen kijken hoe het moet.
Zo’n inburgeringstraject zou kunnen bestaan uit een cultuurdeel en een taaldeel. In het cultuurdeel zou bv. aandacht moeten zijn voor het rijke verenigingsleven. Waarom zijn er eigenlijk zoveel mensen betrokken bij een vereniging? Wat doet een schutterij precies? Welke rol zou je binnen een fanfare kunnen spelen. Ik kan me meeloopavonden voorstellen, meets and greets en snuffelstages. Ook zou er bijvoorbeeld aandacht kunnen zijn voor culturele omgangsvormen. Wat doe je als de buurvrouw je een stukje vlaai komen brengen als ze jarig geweest is? Wat trek je aan en neem je mee naar de boerebroelof? Wat betekent het als een van je nieuwe Limburgse vrienden een kwartiertje te laat komt?
Minstens zo belangrijk is het taaldeel. Veel nieuwe Limburgers met een Randstadachtergrond die ik ken vinden het leuk om een beetje meer te verstaan van het dialect en zouden het zelfs zelf wel willen leren. Er zijn veel cursussen Limburgs spreken en schrijven, maar niet voor nieuwkomers met een Randstadachtergrond. Die hoeven niet per se te weten wat een sjóttelsplak is of welke opvattingen er bestaan over de spelling van hie en hiej, (hier), maar ze moeten die Limburgse klanken durven te produceren. En wij moeten ophouden met ze continu te verbeteren, want dat werkt averechts. ‘Het is niet wilsje eun pilsje, mer wilse ’n pilske!’ Hoe mooi zou het zijn als er voor de groep nieuwe Limburgers ook de mogelijkheid is om zich de klanken van onze taal wat eigen te maken in een veilige omgeving!
De gemeente komt vast op korte termijn met goed beleid. Laten we er voor nu al voor zorgen dat de 93 Limburgers met een Randstedelijke achtergrond uit 2021 zich vooral heel erg welkom voelen in de regio. Hallo Magazine geeft trouwens al jaren het goede voorbeeld, kijk maar eens helemaal bovenaan op de voorpagina!