Of wijlen Bert Haanstra dit als inspiratiebron voor een van zijn films zou hebben gezien, geen idee. Het zou ook van toepassing kunnen zijn in Quentin Tarantino’s laatste film die over een Vietnam-veteraan zal gaan.
Maar het is eind 1997 als ik als supporter zijnde mee reis naar een wedstrijd Nederland-België voor wat handboogsport betreft. Dit vond plaats in een Belgisch dorpje, dus het was eigenlijk België-Nederland. Ik ben de naam van dat idyllische gat alweer vergeten, maar ik weet nog wel dat er buiten zeer grote appels lagen. Ter grootte van een halve meloen, zeg maar.
Er vond binnen in een handbooglokaal een prachtige wedstrijd plaats met heel veel lol en schietgeweld. En natuurlijk het Limburgse Volkslied ‘Bronsgroen eikenhout’ dat altijd na afloop van zo’n lange dag op een hartveroverend mooie wijze werd gezongen. Maar het mooiste verhaal van die dag was toch wel het krantenartikel dat tegen de muur geprikt zat. Het ging over een Amerikaan die lid wou worden van een club dappere mannen. En om bij die club te mogen horen, moest je een proef ondergaan. Je kreeg een appel op je kop en er werd van 100 meter een pijl op je geschoten. Hoe die man het eraf heeft gebracht, komt later terug in dit artikel.
HBS Wilhelmina en mijn persoon. In 1991 was het clublokaal klaar aan de locatie van het oude crossterrein bij de Pastoor Vullerstraat te Ospel. Ik liep er jarenlang voorbij, tot ik in 1996 het lef had om aan te bellen bij de toenmalige voorzitter. Of ik het als slechtziende met slechte oren een keer kon komen proberen … de brave man was zo enthousiast dat hij zijn fleske bier overal meenam zonder het ergens neer te zetten.
En na een inwerkproces als schutter, waarbij ik tot mijn grote verbazing werd benoemd tot honderdste lid, kon het handboogschieten worden toegevoegd aan mijn sportieve hobby’s. Het was gewoon de kunst om een geschikt vizier te pakken te krijgen, dit aan te passen aan de boog en onderwijl gewoon proberen om je evenwicht in bedwang te houden.
Ik kan u wel zeggen dat dat laatste zeer lastig was en is, door het trampolinegedrag van mijn lichaam.
Maar het kan, met alle wonderen die er zijn. Al zal ik altijd een bescheiden rol blijven spelen in het schietwereldje.
HBS Wilhelmina bestaat sinds vorig jaar 125 jaar. En dat gaan we binnenkort op een ludieke, hopelijk corona-vriendelijke manier, vieren. Ik heb me toch even moeten inlezen in de historische facetten die vroeger een rol speelden. En ik kwam erachter dat er een prachtige geschiedenis gaande is geweest. Men had verschillende locaties in het dorp, voordat er in 1990 kon worden begonnen met de bouw van het huidige clublokaal, die in de volksmond ‘De Doel’ heet. De familie De Wit heeft, net als andere families, zeer veel voor de vereniging betekent.
Vele prijzen zijn er in de loop der jaren gewonnen, maar het aantal schutters is de laatste jaren meer en meer aan het afnemen. Daar waar er vroeger nog gemakkelijk zes tot zeven zestallen konden worden samengesteld, mogen we blij zijn als er tegenwoordig nog drie viertallen uit de bus komen. Maar het blijft een prachtige sport om te doen. In een setting en tussen mensen waarbij je dan toch het gevoel hebt om in een tweede huiskamer terecht te komen.
Dankbaar blijf ik dan ook dat men mij er toen zo goed bij gehaald heeft. Dit resulteerde tien jaar terug in het penningmeesterschap. Welke taak ik tot op de dag van vandaag met alle plezier vervul, mede geholpen door mijn humorvolle medebestuurders.
Ik hoop dat ik met deze beknopte beschrijving ervoor heb gezorgd dat meer mensen zich gaan interesseren voor de handboogsport en dat wij een heel mooi Feestje! gaan vieren!
En die man in Amerika? Hij verloor zijn oog door die pijl. Hoe dapper kun je zijn.
Werner Bloemers,