ColumnsQuirien van Haelen

Column: Lentekriebelloos door Quirien van Haelen

Leudal

De mooiste column om te schrijven is de lentecolumn. Na een lange, zware winter vol spekgladde wegen, bevroren tenen en loopneuzen kijkt iedereen rijkhalzend uit naar de pastelgele positiviteit van de lente. In een lentecolumn kun je schilderen met frisse kleuren en doe je flink wat schepjes van dat heerlijke lentegevoel bovenop je onderwerp om de lezer te laten hunkeren naar de naderende lente. Je neemt een treffend onderwerp en giet daar een fris, romig lentesausje overheen. Dit jaar is het echter nogal anders. Na een slappe winter hebben we een lente die vooralsnog niet veel goeds brengt. Het coronavirus houdt de wereld in z’n greep en ontwricht de samenleving. Dagelijks krijgen we berichten over zieken en doden. Ik schreef deze column een dag of tien geleden, dus het zou kunnen dat het opeens allemaal mee lijkt te vallen, maar dat kan ik me tijdens het schrijven van deze column niet voorstellen.

 

Hoe anders was het in 2016, toen ik in mijn lentecolumn schreef: Ongetwijfeld heeft u al twee maanden last van lentekriebels. De tuinstoelen stonden al weken te wachten tot u ze een heerlijk lentebeurtje en -geurtje kon geven met naar bloesem geurende kunststofreiniger. Het is eindelijk lente! De mooiste tijd van het jaar is weer aangebroken!’ Vandaag was ik in de supermarkt om nog wat wc-papier en bliketen te scoren voor het geval dat. Ik was niet de enige, iedereen was aan het hamsteren. Mensen reden met volle karren naar buiten, maar kunsstofreiniger voor de tuinset heb ik niemand zien pakken, terwijl het zonnetje buiten al best lekker scheen. Het lentegevoel is in tijden van corona veel minder sterk.

 

In 2017 schreef ik een lentecolumn over ontmoetingen in de lente: ‘Het is lente en dus bloeien we allemaal weer een beetje op. We hebben zin in nieuwe ontmoetingen, we willen samen komen, we willen weer naar buiten om te shinen en te stralen. We beginnen fluitend aan de grote voorjaarsschoonmaak, planten 10 violen voor 1 euro in een rieten mand naast de voordeur en voelen weer dat alles mogelijk is in het leven. We zetten vrolijke narcissen op onze salontafels en hebben zin om de wijde wereld in te trekken met vrienden en familie.’ Ook dat zit er dit jaar een stuk minder in, zeker de wat oudere lezers zullen inmiddels een stuk voorzichter geworden zijn met de deur uitgaan. Het beste wat je kunt doen is thuisblijven. Trouwens, veel alternatieven zijn er ook niet.

 

In 2014 schreef ik een column over asperge, de witte groente die onlosmakelijk is verbonden met de lente. ‘Van begin april tot eind juni is asperge in de gemeente Leudal het nummer één gespreksonderwerp op communiefeesten, familiepartijen, buurtbarbecues, kofferbakmarkten en diamanten bruiloften. Asperge is in die periode overal en altijd, 24 uur per dag, zeven dagen in de week, ter land, ter zee en in de lucht gespreksonderwerp nummer één.’ Ik vrees dat er dit jaar een ander nummer één gespreksonderwerp is en die buurtbarbecues en kofferbakmarkten kunnen we ook wel vergeten nu alle evenementen zijn afgelast. Ook aan de tips die ik u vorig jaar gaf in mijn lentetipscolumn heeft u in dat kader weinig: bezoek een alpaca-evenement! Op 30 maart gaan de alpaca’s weer naar buiten en dat levert elk jaar heel erg leuke plaatjes op. In de regio en net daarbuiten zijn er alpacaboerderijen zat en heel vaak hebben ze een speciale feestdag als de diertjes voor het eerst de wei in mogen.’ Ik zou dat dit jaar zeker niet doen.

 

Dit jaar wordt de lente anders. Ik hoop vooral dat het coronavirus zich snel terugtrekt en dat het daarna een mooie zomer wordt. Voorlopig ligt alles plat, geef ik van huis uit les met de kinderen op de achtergrond, probeer ik sociale contacten te vermijden en het nieuws te volgen. En als ik even genoeg heb van al het coronanieuws, zoek ik op de site van Hallo Leudal in het archief naar een oude column uit het précoronatijdperk. Even terug naar voorbije tijden. Sterkte deze lente.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Quirien van Haelen

Quirien van Haelen (1981) is dichter, docent en columnist. Hij publiceerde diverse dichtbundels, was columnist en presentator bij L1 en poëziecolumnist bij Radio 1. Vanaf het eerste nummer van HALLO Magazine schrijft hij columns voor dit platform, vaak met humoristische inslag. Zijn columns zijn populair van Nederweert tot Heibloem. Van Neer via Thorn naar Maasbracht. De Maas over en een bezoekje bij de Belgische buren waar zijn columns ook geliefd blijken te zijn.