Wist u dat in Leudal een van de stilste plekjes van Nederland ligt? Volgens metingen van de afgelopen twintig jaar wordt deze plek door de jaren heen zelfs stiller: de Asbroekerheide met zijn Kirkelsberg in Roggel. Het stiltegebied greep in 2020 net naast de titel ‘De stilste plek van Nederland’, die eer ging naar het Drentse Dwingelderveld, waar het ongetwijfeld heel stil is, maar daar kan ik helaas niet persoonlijk voor garant staan.
De Asbroekerheide is voor mij vertrouwd terrein, ik kwam er als kind vaak. Het is een oud heideontginningsgebied, aangeplant met naaldbomen voor productiehout. Onlangs ging ik er weer wandelen en toegegeven, ik werd er best stil van. De daadwerkelijke stilte viel die middag een tikkeltje tegen. Een trekker kwam langs, een klein vliegtuig vloog over, maar al met al was het redelijk stil. Waar ik dan zelf stil van werd? Ik zag en vond overal zwerfvuil. Van groot tot klein. De gebruikelijke snoepwikkels, maar ook een verlaten rol prikkeldraad langs het bospad. Zwerfvuil raap ik graag op, maar helaas moet ik bij prikkeldraad – ironisch genoeg - een grens trekken.
Tijdens de wandeling kwam ik verder langs stukken bosperceel die ten gevolge van de letterzetter-kever betere tijden hebben gekend. Een optimistische (of opportunistische?) makelaar in bospercelen had met plastic (!) lint reclame achtergelaten voor zijn handel in bosgrond. Ik keek later op de website en kon op de Asbroekerheide geen perceel vinden om te kopen. Het idee om er een stukje levend bos van te maken, is aantrekkelijk, toegegeven. Als een oase tussen het kevergeweld, die er eigenlijk ook niets aan kan doen, want het planten van één soort boom, is vroeg of laat vragen om problemen. En daar doet de opwarming van ons klimaat dan nog een schepje bovenop helaas.
Er zijn plannen om dicht bij het stiltegebied een paar zogenaamde yurts, traditionele tentjes met een oorsprong in Centraal-Azië, neer te zetten. Voor kleinschalige, duurzame recreatie. In De Limburger viel te lezen dat de gemeente enthousiast was, maar de buurt minder. Ik begrijp eerlijk gezegd beide standpunten wel. Te veel recreatie in een stiltegebied, zorgt ervoor dat het snel stiltegebied af is. Maar de doelgroep die hier mee wordt aangetrokken, lijkt me niet erg bedreigend. Ik denk dat ze het soort toerist zouden zijn dat geen zwerfvuil achterlaat, maar juist opraapt. Dat hoop ik althans. Want ik zet bij al het stiltegebiedgejubel ook graag een kanttekening en dat terwijl ik bij uitstek een natuurromanticus ben. Moeten we niet eerst beter zorgen voor het gebied voordat we recreatieplannen maken of bang zijn voor zulke plannen?
Zo was ook de Kirkelsberg zelf (ondanks twee prullenbakken) niet veilig voor afval. Er was duidelijk een kampvuur geweest, overal lagen, bedekt met zand, resten papier en karton, die ik maar zo goed als mogelijk probeerde op te ruimen. En de bank aan de berg was blijkbaar ook slachtoffer geweest van een pyromaan. Een gedeelte van de composiet was half gesmolten.
Trots zijn op een lokaal stiltegebied? Zeker! Maar laten we dan ook dat stiltegebied eren door op te ruimen. Misschien een zwerfvuilopruimactie om de zoveel tijd? Ik zou willen dat het überhaupt niet nodig was, maar helaas is het dat dus wel. Het zicht van afval midden in de natuur, wekt bij mij meer ergernis op dan de stilte op dat moment kan compenseren. Eerst opruimen, dan misschien recreëren, maar alsjeblieft niet andersom.