ColumnsMarcus Vankan

Wij zijn de tijden

Midden-Limburg

“Wij zijn de tijden”, het is een citaat van bisschop Augustinus, die leefde rond de 4de eeuw.

Met “wij zijn de tijden” wordt Augustinus concreet en praktisch. Wij, dat bent u en ik.

Op dit uur, in deze stad, op deze plek. We leven hier en nu. Wij, concrete mensen, met onze zorgen, met onze verlangens, met onze onmacht én onze vreugden. Wij, te midden van onze medemensen, in een verward en verdeeld Nederland dat nog altijd te dealen heeft met allerlei variaties van het Coronavirus. Zoekend naar een vorm van ontspanning.

 

En ziedaar een profeet uit Den Haag bij monde van minister Ernst Kuipers sprak ons op 15 februari jongstleden bemoedigend toe. Het mocht nog op de valreep, de versoepeling om carnaval te mogen vieren. Jezelf terugvinden in de muziek, in de bonte stoet, met een drankje, achter het masker, achter de lach van de clown, achter het geschminkte zonnetje even afschakelen en de batterij op laden. Carnaval in de symboliek weergegeven door de twee maskers, de ene lacht en de andere huilt.

 

Wij mensen dragen graag maskers. De meeste maskers zijn stoere maskers, sterke maskers, maskers waarmee we aanzien krijgen.

We verschuilen er ons graag achter, achter die grote ego’s en hoe eenvoudig kwetsen we mensen hiermee.

We beloven gouden bergen en gebruiken de ander vanwege contacten om ons ego een boost te geven. We lonken naar de gunst van de kiezer, want we mogen weer naar de stembus, zodat ze weer op de pluche mogen zitten. We werken ons kapot aan het uiterlijk en materie. En raken op den duur opgebrand, burn-out. Uiteindelijk hebben we wellicht ook hiermee kansen van liefde, van geborgenheid en van geluk laten liggen.

 

Maar als we deze zogenaamde maskers afleggen, komen er kleine en kwetsbare mensen tevoorschijn, mensen die twijfelen, die het veel minder zeker weten dan ze doen lijken. God roept ons op om de mens die daarachter verborgen zit naar boven te halen, naar voren te halen, want daarin zit jij zelf verscholen.

 

Welke mens is dat? Volgens Jezus zit daar de mens die medelijden heeft met iemand die in de ellende zit, die bescheiden blijft als hij of zij iets goeds heeft gedaan, die niet te koop loopt met zijn of haar goede daden. Kortom, de mens die de liefde bezit om te kunnen verbinden.

Toon Hermans schreef eens “Als je echt van iemand houdt, Iemand alles toevertrouwt,
Een die echt weet wie je bent, Ook je zwakke plekken kent, Die je bijstaat en vergeeft, 
En die ‘naast’ en ‘ in’ je leeft, Dan voel je pas wat leven is, En dat liefde geven is.

Marcus Vankan