VerhalenJohn Hölsgens

Eeuwfeest Hornerheide aanleiding voor nieuw boekwerk. Jac Wijnands, veelzijdig chroniqueur van Häör.

Horn / Leudal

Op 7 mei bestaat Hornerheide 100 jaar. Voor de inwoners van Horn, maar zeker ook voor heel veel mensen daarbuiten, is Hornerheide een begrip. Er bestaan ook al vele jaren nauwe banden tussen de inwoners van Horn en deze zorginstelling.

De speciaal opgerichte Stichting 100 jaar Hornerheide wil er daarom dan ook een echt feest van verbondenheid van maken. Daarbij gaat het niet alleen om die datum 7 mei 2021, maar ook om een aantal feestelijke activiteiten in de loop van het jaar. Uiteraard hoort bij die festiviteiten een jubileumboek. Combineer je de woorden boek, Horn en geschiedenis met elkaar, dan is er eigenlijk maar één man die in aanmerking kan komen als auteur voor een dergelijk werk: Jac Wijnands.

Natuurlijk kan iemand met de gezegende leeftijd van 88 jaar nooit een beginner zijn, maar we vragen het nóg maar een keer: ‘Aan hoeveel boeken heeft u meegewerkt?’ We blijken het toch goed te hebben gehoord. Het komende werk over een eeuw Hornerheide wordt het 21e waaraan Wijnands zijn medewerking zal verlenen.


Magnifiek
‘Horne, Horn, Häör’, ‘De gemeente Horn’, ‘Sint Martinus in Horn’, ‘t Land van Horne’ en het schitterend fotoboek ‘Portret van Horn’ vormen slechts een klein deel van het oeuvre. Ook het vorige jubileumboek over Hornerheide, verschenen bij het 75-jarig bestaan, werd door hem samengesteld onder de titel ‘Op de grote stille heide’. En aan het indrukwekkende en magnifiek vormgegeven ‘Kasteel Horn en zijn bewoners’ werkte Wijnands eveneens mee.  Maar wie is Jac Wijnands? En waar komt die passie, die hem tot chroniqueur van dit historische Leudaldorp maakte, nu eigenlijk vandaan?

Hoorn
Wijnands is van Maastrichtse origine, maar zijn lerarenachtergrond bracht hem naar Midden-Limburg. Via de kweekschool in Roermond, de stad waar hij met zijn vrouw ook nog even woonde, kwam hij al in 1967 in Horn terecht. Van daaruit reed hij jaren naar Venlo, waar hij uiteindelijk directeur werd van wat inmiddels de Pabo was gaan heten. Maar in Horn beviel het zo goed dat het stel zich gelukkig prees, dat de verplichting om te wonen in de plaats waar men werkte inmiddels vervallen was voor die functie. Bovendien werd hier de interesse van Wijnands in geschiedenis aangewakkerd door een wijdverbreid misverstand. Hoeveel mensen in Nederland leven er niet in de veronderstelling dat als het over de graven van Egmond en Hoorn gaat, ook de laatstgenoemde plaats in Noord-Holland gezocht moet worden? Dat het hier om ‘ons Horne’ gaat, verbaasde destijds echter ook de toen 35-jarige Wijnands. Dankzij amateurhistoricus Van de Boel, hoofdonderwijzer in Horn en kenner van de deze geschiedenis, werd hij enthousiast.

Alfa en bèta
Logisch dus, dat de Stichting 100 jaar Hornerheide nu een beroep op hem doet, zoals ook de Heemkundevereniging Horn nog altijd regelmatig op zijn vaardigheden rekent. Wie Wijnands hoort vertellen over wat hij gedaan heeft, gelooft nauwelijks dat het allemaal in één leven past. ‘Ik ben een alfa én bèta’ zegt de man, die ook nog wiskunde studeerde. ‘En daar heb ik altijd veel plezier van gehad. Daar heeft het misschien mee te maken dat ik voor veel verschillende zaken gevraagd wordt. Via allerlei bestuursfuncties ben ik daarnaast bijvoorbeeld in de politiek terecht gekomen.’ Uiteindelijk werd Wijnands wethouder. Maar zelfs nadat die periode voorbij was, bleef men altijd van alle kanten aan hem trekken. Zo wist de bisschop van Roermond hem weer te vinden én te strikken als projectleider voor de renovatie van de kathedraal. Zelf relativeert hij zijn drukke bestaan met een kort ‘Ach, een mens moet toch wat te doen hebben...’

Sanatorium
In Horn bestond al sinds 1921 het sanatorium Hornerheide. ‘Toen ik in 1982 wethouder werd in Horn, mocht de gemeente zoals gebruikelijk een bestuurslid afvaardigen. Op mijn eigen verzoek werd ik dat. Tuberculose was in het begin een volksziekte geweest. Patiënten waren bijvoorbeeld mijnwerkers en mensen uit de fabriekswijken van Maastricht, die in slechte woonomstandigheden leefden. Patiënten verbleven er vaak jaren. Door betere hygiëne en nieuwe geneesmiddelen werd het aantal opgenomen zieken steeds kleiner. In 1960 werd de naam Maaslandkliniek gekozen. ‘Sanatorium’ deed te veel denken aan de tbc-patiënten die er bijna niet meer waren. In 1968 werd de naam weer gewijzigd in Stichting Hornerheide. Toen ik aantrad was Hornerheide een algemeen gezondheidscentrum geworden, maar behandeling van longaandoeningen bleef een belangrijk punt. Uiteindelijk leidde dat tot de samenwerking met de Universiteit van Maastricht en de oprichting van de CIRO..

Zwembad
Als penningmeester maakte Wijnands de uitbreiding van de longafdeling en de verbouwing van de keuken -voor 23 miljoen gulden- mee. Die keuken was mede gericht op de start van een warme maaltijdvoorziening, die momenteel in de vorm van Tafeltje-dek-je nog veel mensen goede diensten bewijst. ‘Een sponsoractie voor een zwembad, ook te gebruiken voor patiënten van buiten, werd eveneens gerealiseerd. Ik kende heel veel medewerkers en heb er een mooie tijd gehad. Na twaalf jaar ben ik met spijt in het hart vertrokken, maar wel met veel prachtige herinneringen.’ Tijd om die herinneringen, van hemzelf en anderen vast te leggen, is er de laatste periode natuurlijk te over. Wijnands zegt regelmatig ‘s nachts wakker te liggen. Soms staat hij op om ideeën meteen vast te leggen, soms gebeurt dat de volgende dag. ‘Schrijven blijft een passie. De afgelopen veertig weken zat ik iedere zondag achter de computer.’

 

Betekenis
Dat Hornerheide niet alleen voor de regio van grote betekenis is geweest, blijkt wel uit de afsluitende anekdote van Wijnands. ‘Ongeveer een jaar geleden stopte een auto voor mijn deur. Een man, 85 jaar, stapte samen met zijn zoon en dochter uit. Ze kwamen uit Zwolle. De man bleek als kind op Hornerheide te hebben gelegen en had tegenover zijn kinderen de wens geuit om nog eens terug te keren, om te zien hoe het hier nu was. Op Hornerheide hoorde hij van het bestaan van het vorige jubileumboek, maar ze hadden ter plekke geen exemplaren meer over. Vervolgens is hij naar mijn adres verwezen. Gelukkig had ik hier nog net één extra boek liggen. Ik heb het hem geschonken en natuurlijk meteen verteld dat er een volgend werk in de maak is. De man was helemaal in de zevende hemel. Het zijn stukken van levens hè! Sommige mensen verbleven wel twaalf jaar op Hornerheide. Opvallend daarbij is overigens de kunstzinnige bijdrage die de instelling daardoor als neveneffect heeft gehad: veel mensen zetten daar de eerste stappen op dat gebied omdat ze verder weinig omhanden hadden.’

Kleine bijdrage
Toch zal de insteek van het nieuwe jubileumboek zich op veel meer dan de beknopte geschiedenis richten. Het werk zal pas na de festiviteiten in mei verschijnen, omdat ook de activiteiten die daaromheen georganiseerd worden er een plek in zullen vinden. Wijnands: ‘Dit boek zal vooral gaan over wat Hornerheide voor de mensen in de regio heeft betekend en andersom. Voor de vrijwilligers en de mensen die er gewerkt hebben, voor de ondernemers uit de buurt, de sociale aspecten. Het is in ieder geval volledig terecht dat Hornerheide dit jaar volop aandacht krijgt. De instelling is voor deze regio van grote waarde geweest. Om een kleine bijdrage daaraan te kunnen leveren is voor mij een goede en ook dankbare taak...’