Beurik in Horn en Berikstraat in Buggenum
Berik en Beurik: het klinkt als de naam van een komisch duo.
Het zijn echter twee straatnamen in de gemeente Leudal, respectievelijk in de Maasdorpen Buggenum en Horn. Ze treden in dit artikel gezamenlijk op, omdat de straatnamen vermoedelijk dezelfde oorsprong hebben. Berik wordt, voor de hand liggend, wel eens geassocieerd met het Duitse Birke (= berk). Maar deze boom, die veel meer in het veenachtige Peelgebied voorkomt, is niet de oorsprong van de straatnamen.
Vanwege het lidwoord in Op de Berik/ Beurik zijn het waarschijnlijk veldnamen. Door dat lidwoord valt ook de gallo-romeinse verklaring af, die teruggrijpt op het Romeinse verleden van Buggenum. Berik zou volgens deze theorie uit de persoonsnaam Barus zijn te verklaren en zoveel betekenen als villa van Barius.
Hoeveel romantischer en charmanter is deze verklaring dan de letterlijk aardse verklaring dat Berik een samentrekking is van modder (beer) en woning (ing). Kortom: niks geen villa, maar een verzameling boerenhuizen bij een drassig gebied. Het is een mogelijke verklaring als we weten dat de Maas, een regelmatig buiten de oevers tredende regenrivier, op de loer ligt. Toch is dat volgens voorzitter Har Sillen van de heemkundevereniging Horn, hoewel we met de veldnaamsverklaring op de goede weg zitten, niet het correcte plaatje.
Hij wijst erop dat de Horner Beurik evenals de Buggenummer Berik op de steilrand van een oude Maasoever is gelegen en de herkomst van de beide straatnamen veeleer in deze hoogte gezocht moet worden. Herman Kaldenhoven, die een lijst van Limburgse toponiemen heeft opgesteld, ondersteunt in ieder geval deze gedachte. Hij verklaart Beurik uit de woorddelen bor (hoger gelegen terrein) en rik (gebied).
Hij wijst erop dat de Horner Beurik evenals de Buggenummer Berik op de steilrand van een oude Maasoever is gelegen en de herkomst van de beide straatnamen veeleer in deze hoogte gezocht moet worden. Herman Kaldenhoven, die een lijst van Limburgse toponiemen heeft opgesteld, ondersteunt in ieder geval deze gedachte. Hij verklaart Beurik uit de woorddelen bor (hoger gelegen terrein) en rik (gebied).
De naamsverklaring van Beurik en Berik ligt dus niet verscholen in natte voeten (drassig gebied), maar juist in droge voeten (hoger gebied). Ook in onze tijd is Beurik in Horn overwegend en Berik in Buggenum zelfs helemaal slechts aan één zijde, de hoge uiteraard, bebouwd. Buggenum heeft er zelfs een gezegde aan overgehouden:
'De Böggenumse kook is mèr aan eine kant gebakke', d.w.z. in Buggenum staan de huizen maar aan één kant. Buggenum is half gaar.
Nu begrijpt u ook waarom de carnavalsvereniging in dit dorp 'De Halve Gare' is geheten.