De hoeken rondom Leveroy
Van Sjaak Vestjens uit Baexem heb ik een mail ontvangen of ik eens kan achterhalen waar de naam Vestjenshoek, gelegen tussen Baexem en Leveroy, vandaan komt. De straat zal vast niet naar de voorouders van Sjaak zijn genoemd, want zijn voorgeslacht komt van het Brumholt uit Neer. Het is zijn vader die in 1952 naar de Houbenhof aan de Heerstraat in Leveroy verhuisde, waar Sjaak is opgegroeid. Hij schrijft verder dat één van hun buren Wiel Vestjens was (geen familie). Wiel haalde met zijn tractor en aanhangwagen de melkbussen voor de Fuus (een boterfabriek) op. In de buurt van de Vestjenshoek heeft hij op een mistige ochtend in 1965 bij de toen onbewaakte spoorwegovergang een ernstige botsing met de trein veroorzaakt. In de herinneringen van Sjaak is op een of andere manier de ongelukkige Wiel vastgeklonken aan de Vestjenshoek. Is er een link met deze familie Vestjens vraagt hij zich af? We ontleden eerst het woorddeel hoek en we constateren dat in de omgeving van Leveroy er meerdere straten zijn met het bestandsdeel hoek in de naam: naast Vestjenshoek is er een Liesjeshoek, Sillenhoek en Beemderhoekweg. De naam hoek is meestal gerelateerd aan de vorm van een akker. Of duidt op een groepje afgelegen huizen of boerderijen.
Kenner van het Leveroyse heem Johan Slabbers zegt dat we aan deze laatste betekenis van hoek moeten denken. Het probleem van de kern Leveroy was, zegt Johan, dat er geen kern was. Alleen een kerk en een schooltje. In vroegere eeuwen liep er een heerbaan van de Maaspoort in Weert naar de Maas in Neer. Dit was de kortste verbinding tussen Weert en de Maas. Langs een gedeelte van deze verbindingsweg had de parochie Leveroy zich uitgestrekt en liep van de huidige kerk, richting buurtschap de Mildert tot tegen de grens van Swartbroek, waar nu de CAB-Trucks aan de Roermondseweg (N280) zijn gelegen. Op nauwelijks een halve kilometer afstand van deze weg lagen links en rechts plukjes bewoning gedrapeerd. Niet veel, want de gehele parochie Leveroy telde eind 18de eeuw amper 82 huizen en boerderijen. Deze kleine, afgelegen gemeenschapjes (hoek of hook op zijn Limburgs) werden vaak genoemd naar de belangrijkste en/of grootste hoeve. Sillen en Vestjens zijn vadersnamen, oftewel patroniemen. Hun namen zijn afgeleid van Sil en Vester, in feite dus van dezelfde heilige Silvester.
Dat is niet vreemd, want vele heiligen zijn uiteen gevallen in twee namen. Denk bijvoorbeeld aan Leonardus in Lei en Nard of Hubertus in Huub en Bert. Het gaf vroeger de mogelijkheid om binnen één naam toch een beetje onderscheid te maken. Wel zo handig als meerdere kinderen naar dezelfde (voor-)ouder werden genoemd. Liesjes is vermoedelijk een matroniem, een moedersnaam, afgeleid van Elisabeth. Maar het kan ook een veldnaam zijn: lies wijst op waterplanten of 'slecht gras.' Beemd is ongetwijfeld een veldnaam en betekent hooigras. De vraag van Sjaak of de voorouders van Wiel Vestjens de naamgevers zijn van Vestjenshoek is eigenlijk niet te beantwoorden. Dat ligt te ver in de historie terug. We zijn gewoonweg het spoor bijster. Over spoor gesproken: heeft Wiel Vestjens eigenlijk die treinbotsing overleefd? Hij werd, volgens het Limburgsch Dagblad, zwaargewond naar het ziekenhuis in Weert gebracht, maar de krant kon geruststellend melden dat het naar het scheen met een sisser was afgelopen. Hij ging niet de hoek om, in dit geval de Vestjenshoek.
Met dank aan Johan Slabbers