VerhalenLeon Moonen

Het straatnaambordje Naar wie of wat is die straat genoemd? Eykerstokweg in Heythuysen

Heythuysen / Leudal

De Eykerstokweg langs het dal van de Tungelroyse beek in Heythuysen is een oude weg die al op de eerste kadasterkaarten uit de 19de eeuw voorkomt. De straat is vooral aan één kant bewoond, de andere zijde aan de beek is ingericht als een landschapspark. Kortom: aan de Eykerstokweg sta je al met één stap in de natuur. Aan Pieter Knippenberg, voorzitter van de heemkundevereniging Heitse, vraag ik waar de naam op teruggaat. Eyker zal ongetwijfeld met eikenbomen van doen hebben, maar zou stok iets met voorraad te maken kunnen hebben? Ik moet hier toch even aandenken, wellicht omdat Eykerstok qua klank zo nauw verwant is aan eierstok. Als je eykerstok een paar keer vlug achter elkaar uitspreekt dan maak je geheid de vergissing om op zijn minst één keer dit vrouwelijke orgaan te noemen. En in dit woord heeft stok de betekenis van opslag (van eicellen).

Pieter mailt terug dat de heemkundevereniging Heitse bezig is met een toponiemenboek van de historische en nieuwe straten in Heythuysen. Het wordt mij al vlug duidelijk dat Eykerstok niet afkomstig is van opslag of voorraad. Het woord verwijst volgens Knippenberg naar de boomstronken en gedeelten van de stammen die na bomenkap achterbleven. Ik lees dit ook terug in de naamsverklaring van de beroemde Stokstraat in Maastricht.

 

 In zijn toponiemenboek zegt professor Arthur Schrijnemakers daarover:

"Het middeleeuwse woord stok of stock betekende boomstam of boomstronk.

Uitgeholde boomstronken werden als bijenkorven gebruikt en werden bijgevolg bijenstokken genoemd." Hij concludeert dan ook dat de Franse vertaling Rue du Bâton helemaal niet klopt, omdat de naam niets met een 'sjtek' (dialect voor stok) te maken heeft. Bij de naamsverklaring van Stokhem bij Wijlre in Zuid-Limburg breidt Schrijnemakers stok zelfs uit naar een geheel bos. Volgens hem werd in Limburg een bos vaak een stock genoemd. Hij wijst er bovendien ook op dat in Vlaanderen stok als perceelsnaam vaak een verwijzing is naar een kleinere rooiing of ontginning.

Een gerooid eikenbosje, dat zou wel eens de betekenis van Eykerstokweg kunnen zijn.

Knippenberg schrijft nog dat eikenbomen vanwege hun hoge looistofgehalte een grote betekenis voor de leerlooierijen in een dorp hebben gehad. In Heythuysen startte in 1865 Hubert Niessen achter zijn woonhuis vlakbij de kerk een leerlooierij. Rond de Eerste Wereldoorlog maakte dit bedrijf een grote groeispurt. Na het overlijden van de laatste telg Niessen in 1952 werd de fabriek gesloten.