Verhalen

Moordkruis in Haelen

Moordkruis in Haelen

De januaristorm van dit jaar heeft in alle hevigheid over het natuurgebied het Leudal geraasd. Zo ook langs de Speckerweg in Haelen, waar vele bomen met wortel en tak zijn omgewaaid. Dit jaar precies een eeuw geleden vond aan deze weg een moord plaats, die een storm van ontzetting in de regio teweegbracht. Een krant uit die dagen formuleerde het als volgt: “Het was omstreeks half één toen de daad voorviel, zoo gruwelijk, dat zelfs ouden van dagen in onze omgeving geen tweede daaraan gelijk zullen kunnen aanwijzen”.

Het was volgens dezelfde krant “een heerlijken zomermiddag”: zondag 2 juni 1918. Boer Mathijs Gubbels en zijn 16-jarige dienstmeid Nelke Theunissen waren zojuist naar de kerkdienst geweest in Haelen. Vermoedelijk omdat de boer nog wat bleef napraten met kennissen, keerde Nelke alleen terug naar de Speckerhoeve, een boerderij afgezonderd gelegen tussen Haelen en Heythuysen. Dat werd haar fataal want ter hoogte van de Speckerweg (toen een zandweg) waar nu haar moordkruis staat, werd ze met messteken om het leven gebracht. De dader werd dezelfde avond in Roggel aangehouden, dankzij de oplettendheid van een 11-jarig jongetje uit Roggel, Johannes Bongers, die hem door de dennen langs de weg had zien lopen. De krant schreef: “ Op zijn linkerarm werden de indrukken gevonden van de nagels van het slachtoffer, dat zich heftig moet hebben verzet”. Met enige sensatiezucht meldde de krant dat het ultieme bewijs van zijn snode daad was gevonden: “Ten zijnen huize werd het mes gevonden waarmede de moord was gepleegd. Het was nog met bloed bevlekt”.

Tijdens een verblijf in het ziekenhuis te Roermond meer dan dertig jaar geleden kwam ik in gesprek met een vrouw uit Haelen die zich uit haar jeugd de volksoploop nog goed kon herinneren, toen de dader  van het gemeentehuis in Haelen naar het Huis van Bewaring in Roermond werd overgebracht De gevangenwagen waarin hij werd afgevoerd, werd na gegooid met alles wat voor handen was. De politie had de grootste moeite om deze volkswoede in de hand te houden.

De dader was de 35-jarige Peter van Oevelen en hij kwam uit Duitsland als arbeider, echter was geboren in het West-Brabantse Wouw. In de grote wervelstorm die Eerste Wereldoorlog heet was hij in 1917 neergedwarreld in Roggel, omdat zijn kinderen door een hulporganisatie naar dit dorp waren gestuurd om aan te sterken. Jawel, u leest het goed: hij was getrouwd en vader van 4 kinderen. Uit de processtukken die worden bewaard  in het Brabants Historisch Informatiecentrum te Den Bosch wordt het duidelijk dat hij uit was op “vleeschelijke gemeenschap”. De rechtszaak werd in “het belang der zedelijkheid” achter gesloten deuren behandeld. Hij vroeg aan haar “of ik het een keer doen mocht”.

Bij haar weigering is hij overgegaan tot geweld en toen ze bleef schreeuwen heeft hij haar, uit angst om ontdekt te worden, om het leven gebracht. Hoewel hij haar “vrouwelijkheid heeft betast”, zijn bij de autopsie geen spermavlekken gevonden. Zinnelijke overprikkeling is een term die regelmatig in de gerechtsstukken te lezen valt. De seksuele relatie met zijn vrouw was niet bevredigend.

De dader verklaarde nog: “In Duitsland heb ik meermalen met jongere meisjes vleeschelijke gemeenschap gehad d.w.z. ik bedoel daarmee publieke vrouwen”. Eerder was hij van een boerderij in Roggel weggestuurd, omdat hij met de dienstmeid had geflikflooid. Mannelijke wellust dus, die zo raak in ‘Die Ballade von der Sexuellen Hörigkeit’ van Bertolt Brecht is getypeerd: “Da ist nun einer schon der Satan selber. Der Metzger: er! Und alle andern: Kälber!”

De rechtbank in Roermond veroordeelde Van Oevelen tot levenslang, dat in hoger beroep in Den Bosch werd omgezet in 20 jaar gevangenisstraf.

Komt u binnenkort over de Speckerweg in Haelen, leg dan een witte bloem, de kleur van onschuld, bij het moordkruis van Nelke neer. Een jong leven werd in de knop gebroken en dat stemt ook na een eeuw nog steeds droevig.


Leon Moonen, reisverleider naar geschiedenis www.cliotravel.nl

Met dank aan Frits van Horne