Verhalen

OVER DE GRENS: Wanneer je toekomst niet meer in Nederland ligt Oud-Heythuysenaar Rob Jakobs vond zijn heil in Hongarije

Heythuysen / Hongarije

Volgens het World Happiness Report staat Nederland in de top 5 van de gelukkigste landen. Dit is een geluksmeting door de Verenigde Naties in 156 landen. Alleen Finnen, Denen, Noren en IJslanders  zitten nog iets beter in hun vel. We leven hier in vrijheid, hebben goed onderwijs, een gezonde levensverwachting en prima sociale voorzieningen.

Natuurlijk kan het altijd beter maar slecht hebben we in het algemeen niet. Toch zeggen ondanks al die prima voorzieningen en vooruitzichten nog altijd mensen dit mooie land vaarwel en zoeken hun heil elders. Oud-Heythuysenaar Rob Jakobs is een van hen; hij ruilde onlangs Nederland in voor een bestaan in Hongarije.

Zoon van ‘Meister Jakobs’

Rob Jakobs (Horst 1954) woonde van 1959 tot 1971 in Heythuysen en stond daar bekend als ‘Rob Jakobs van Jakobs van het plein’. Met dat plein werd het Julianaplein bedoeld. De familie Jakobs verhuisde naar Heythuysen omdat vader Bèr Jakobs er directeur van de Lagere Landbouwschool aan de Oude Trambaan werd. Hij stond – natuurlijk – plaatselijk bekend als ‘Meister Jakobs’.

Het gebouw van de school staat er nog; nu is er de Dokters Apotheek in gevestigd. Na de lagere school in Heythuysen volgde Rob Jakobs de HBS in Roermond en daarna studeerde hij scheikunde in Eindhoven waar hij ook promoveerde in de elektrochemie. Op zeventienjarige leeftijd verliet hij het Heitser ouderlijk nest, echter niet voordat hij – volgens eigen zeggen- had leren biljarten bij café Opheij-Kessels waar ‘Tante Bertha’ Kessels jong en oud de nodige wijze levenslessen bij bracht, zoals “Ein good glaas beer verhuugtj de lèvensvreugjde”.

Tot 2006 werkte hij in het bedrijfsleven en trad daarna in de voetsporen van  zijn vader Meister Jakobs want ook Rob Jakobs werkte tot januari van dit jaar in het onderwijs om daarna als pensionado spoorslags naar zijn nieuwe woonbestemming Hongarije te vertrekken.

Heythuysen - Hongarije

Rob Jakobs: “Dat wij in Hongarije terecht zijn gekomen, heeft eigenlijk ook weer iets met Heythuysen te maken. In april 2016 kwam ik – min of meer bij toeval – ene Bert Quaedvlieg op internet tegen. Kijkend naar zijn foto wist ik dat dit de Bert uit Heythuysen moest zijn, die ik kende van het Bisschoppelijk College in Roermond en die bij tennisclub Rulec uit Heythuysen verdienstelijk tennis speelde. Ik raakte via internet aan de praat met Bert en hij bleek in Hongarije te wonen. Er wonen trouwens best veel Nederlanders in Hongarije. In juli 2019 maakten mijn partner Afina en ik een mooie verkennende vakantiereis door Hongarije.

Het was voor ons beiden het eerste bezoek ooit aan dit land. We waren nieuwsgierig naar het land en waren nog steeds niet van plan om er naar toe te verhuizen. Natuurlijk stond er een bezoek aan Bert op het programma. Op de tweede dag van ons  bezoek aan hem, zeiden Afina en ik tegen elkaar: ‘Als wij ook zo’n plekje in Hongarije kunnen vinden, dan gaan we er voor’. En aldus geschiedde! In augustus 2019 zijn we op zoek gegaan naar een eigen Hongaars paradijsje en op 11 september was het al bingo! We liepen er op internet tegenaan. Eind oktober tekenden we al het definitieve koopcontract in Hongarije en in februari van dit jaar zijn we naar Hongarije geëmigreerd.”

 

Waarom hebben jullie voor Hongarije gekozen?

Jakobs: “Veel Nederlanders denken dat Hongarije een land is, waar de tijd lang stil heeft gestaan. In 2004 is Hongarije toegetreden tot de Europese Unie; sindsdien is de modernisering in een hoog tempo in gang gezet. Sporen van de communistische tijd zijn nog op veel plaatsen zichtbaar en soms ook merkbaar, maar in principe is alles wat wij in Nederland hadden hier ook beschikbaar. Je kunt hier ook mobiel bellen en WhatsApp-en en er is ook snel internet. Het openbaar vervoer is uitstekend en bovendien gratis voor alle 65+ers uit de EU! De medische voorzieningen zijn een beetje ‘op zijn ouderwets’ maar staan op hoog niveau. De supermarkten en warenhuizen voor levensmiddelen hebben een breed aanbod. Maar dit zijn natuurlijk niet onze redenen om naar Hongarije te verhuizen, dan hadden we net zo goed in Nederland kunnen blijven.

 

Minder hectiek, rust en  ruimte en mooie natuur

Het leven is hier overzichtelijker,veel  rustiger en echt minder gejaagd. Mensen nemen hier nog de tijd. Daar moesten wij wel aan wennen! Hongaarse mensen kennen ook hun buren en zorgen voor elkaar, jong en oud. Hongaren zijn trots op hun mooie land en hun cultuur en tevens bijzonder aardig en behulpzaam! De gebieden buiten de grote stad Boedapest doen denken aan het leven in Nederland zoals dat enkele tientallen jaren geleden was.

Mensen zijn meer zelfvoorzienend; als iets stuk is, wordt het gerepareerd en niet meteen door ‘nieuw’ vervangen.

Er wordt hier veel minder verspild dan in Nederland. In de buitengebieden is vaak geen aardgas en riolering;  daar zie je soms ook nog paard en wagen rijden. Wij hebben een tweetal eigen waterputten, septic tanks, een grote gastank met propaangas en flink wat blokken acacia kachelhout. Wat Hongarije ons te bieden heeft, is ruimte, rust, mooie natuur, prachtige steden en comfort. Je moet wel accepteren, dat zaken hier anders zijn en anders lopen; dit is een ander land met andere gewoonten. Ons leven is nu echt meer ontspannen.

 

Hongaars is een moeilijke taal!

Als 65+ ers die met pensioen zijn, zoeken wij natuurlijk andere dingen dan jongere mensen. Jonge mensen vinden in Hongarije waarschijnlijk niet wat ze zoeken en werk vinden hier is erg lastig als je de taal niet beheerst. Hongaars is heel erg moeilijk!  We hadden voor onze verhuizing ongeveer twee maanden lang privé-les in Arnhem, twee keer per week. Dat is veel te weinig om een beetje uit de voeten te kunnen. Maar inmiddels kennen we een redelijk aantal woordjes om ons te kunnen redden. Het bouwen van zinnen is moeilijk, maar met een beetje goede wil over en weer, begrijpen we elkaar.

Hongaren spreken nauwelijks vreemde talen, ook jongeren niet.

Dus we moeten wel en het is ook wel leuk. Hongaars is een mooie taal. Wij wonen midden in een bos dat is aangelegd voor de houtproductie. Het bos bevindt zich in centraal Hongarije, tussen de dorpen Mikebuda en Csemö. Op een grondstuk van bijna 1 hectare hebben we een woonhuis, een gastenverblijf een klein huisje dat we als atelier gebruiken en wat stallen. Ons huis is een moderne woning die van alle gemakken is voorzien. Onze dichtstbijzijnde buren wonen 200 meter van ons vandaan. We hebben verschillende dieren: een ezelinnetje, twee honden, twee jonge katjes, twee kippen en een haan. Het is echt een heerlijke plek om te wonen.

 

Ben je een blijvertje of mogen we je over een aantal jaren terug verwachten?

Haha, leuke vraag. Ik zeg nooit ‘nooit’, maar de kans dat ik ooit nog eens terug ga naar Limburg, schat ik op nul procent. Ooit terug naar Nederland? Ik denk het niet. Mochten we, om gezondheidsredenen bijvoorbeeld, moeten verkassen naar een appartement of zoiets, dan gaan we waarschijnlijk alsnog naar ons favoriete vissersstadje in Normandië en niet naar Nederland. Maar je weet maar nooit!”

 

Tekst:  Pieter Knippenberg