VerhalenJan Kessels

Boeren en de natuur gaan prima samen op het Eiland in de Maas

Stevensweert / Ohe en Laak

Op z’n zachts gezegd kun je wel stellen dat het in de afgelopen jaren niet echt botert niet tussen de boeren en onze huidige regering. De boeren vinden dat alle milieuproblemen op hun bordje wordt geschoven, dat ze worden afgeschilderd als milieuvervuilers. Het voorstel uit de D66-hoek in september 2019 dat de veeboeren in het kader van het stikstofbeleid hun veestapel moeten halveren is de boeren duidelijk in het verkeerde keelgat geschoten. Dat betekent immers dat ook veel boerenbedrijven moeten krimpen of zelfs sluiten, ook Limburgse boeren, met de nodige protestacties als bijna logisch gevolg. “Dat staat gelukkig ver van ons af,” beklemtoont Jacques Stassen, agrariër uit Stevensweert. “Wij hebben daar weinig problemen mee. Wij hebben met het hele CO2-verhaal en met overbemesting weinig van doen. Bij ons is de begrazingsdruk heel beperkt vandaar.” 

In Stevensweert en Ohé en Laak werkt de Vereniging Natuurmonumenten – een Nederlandse natuurbeschermingsorganisatie, opgericht in 1905 – al ruim twintig jaar nauw samen met vijf boeren uit de drie kernen die zich op hun beurt verenigd hebben in de ‘VOF Natuurbedrijf Eiland in de Maas’. Die naam is afgeleid van hun werkgebied rond Ohé en Laak en Stevensweert, samen bekend als het Eiland in de Maas. Het Eiland is rond 1965 ontstaan door ontgrindingen en door de Maas en een oude rivierarm van de Maas die het gebied aan beide zijden ‘omarmen’. De hoofdstroom van de Maas vormt hier de natuurlijke grens met België.

Agrariër Jacques Stassen is min of meer de aanstichter van het samenwerkingsverband VOF Natuurbedrijf Eiland in de Maas. Op het einde van het afgelopen jaar heeft Jacques na ruim 20 jaar de voorzittershamer van de vof overgedragen aan zijn opvolger en is nu met pensioen.

“Na de ontgrindingen, zo tussen 1995 en 2000, kreeg Vereniging Natuurmonumenten de aangevulde kale gronden en de oevers langs de plassen rond Stevensweert in beheer. Er was immers een volledig nieuw landschap ontstaan. Vóór de ontgrindingen waren het nog deels akkers en weilanden, in bezit van lokale agrariërs,” vertelt Jacques. 

“In de periode 1997-1998 was ik voorzitter van de lokale boerenbond. Ik heb toen richting Natuurmonumenten de vraag geopperd of wij als agrariërs iets voor hen konden betekenen. Tegelijk heb ik mijn collega-agrariërs gevraagd of zij interesse hadden om voor Vereniging Natuurmonumenten het beheer van de gronden in het nieuwe natuurgebied over te nemen. Dat laatste had nogal wat voeten in de aarde want na een aanvankelijk enthousiasme bleven we uiteindelijk met vijf agrariërs over die het idee wel zagen zitten. Uiteindelijk ging van beide kanten de kogel door de kerk en is een compleet netwerk opgestart om te onderzoeken hoe en in welke vorm die samenwerking inhoud zou kunnen krijgen. Het resultaat was dat we in 2000 de samenwerking met Natuurmonumenten konden starten met vijf agrariërs, verenigd in het ‘VOF Natuurbedrijf Eiland in de Maas’.”

In die beginperiode liepen op een terrein van zo’n 77 hectare zo’n dertig Galloway runderen en tien Konikpaarden. “In het begin dachten de mensen van Natuurmonumenten dat wij de aanschaf van de runderen en de paarden voor onze rekening zouden nemen, maar dat was een investering die wij niet konden en wilden dragen. Met natuurmonumenten is toen afgesproken dat zij de dieren zouden overnemen en dat de opbrengst van de aanwas van jongvee voor ons Natuurbedrijf een onderdeel van het verdienmodel zou zijn.” Behalve de opbrengst van de verkoop van jongvee ontvangen de VOF ook een vergoeding voor het beheer van het gebied zoals de verzorging en gezond houden van het vee, het afrasteren van het gebied en het spreekt voor zich dat voortdurend een oogje in het zeil dient te worden gehouden.   

De vijf agrariërs verenigd in de ‘VOF Eiland in de Maas’ blijkt ook na ruim twintig jaar een hechte groep natuurliefhebbers te zijn. “Pas na tien jaar is een persoon afgehaakt omdat het natuurbeheer niet meer binnen zijn bedrijfsvoering past en in die tien jaar heeft de zoon van één van de deelnemers de plaats van zijn vader overgenomen”, kijkt Jacques tevreden terug. “Voor de rest zijn we nog met dezelfde personen als ruim twintig jaar geleden. Uiteindelijk blijkt die samenwerking tussen collega’s een hobby te zijn, een passie die je met veel plezier en energie doet. Openheid, eerlijkheid en duidelijkheid van begin af aan zijn volgens mij het sleutelwoorden tot het succes,” vindt Jacques.

Wat begon met een oppervlakte natuurbeheer van zo’n 77 ha is inmiddels uitgegroeid tot zo’n 200 hectare. De veestapel van dertig Galloway runderen en tien Konikpaarden in het begin is inmiddels uitgegroeid tot zo’n honderdvijftig runderen en vijftig paarden schat Jacques. 

Hoe positief Jacques de samenwerking met de Vereniging Natuurmonumenten in de afgelopen periode heeft ervaren, zo sceptisch is hij over de toekomst. Zeker als je het gebied van de Grensmaas erbij betrekt dat zich uitstrekt over een lengte van zo’n 45 kilometer tussen Maastricht en Maasbracht.

“Ik heb zo’n idee dat Natuurmonumenten zich steeds meer terug gaat trekken uit het beheer en meer gaat uitbesteden,” meent Jacques. “Ik vraag me af of natuurmonumenten het volledige beheer van de grond krijgt. Wij met onze groep worden nu al ingezet voor calamiteiten tot aan Meers toe. Ze zijn al langer bezig geweest om een beheersopzet te maken zoals Natuurbedrijf Eiland in de Maas, zeg maar een VOF.2, maar ze krijgen blijkbaar niemand zo ver om die klus aan te pakken. Hoe is het mogelijk dat wij aan moeten treden als zich in Meers of in Thorn bij Koningssteen problemen voordoen?

Met de nieuwe Grensmaasnatuur groeit de totale oppervlakte naar ruim 900 hectare. Mits dit financieel en beleidsmatig uit te voeren is wil Natuurmonumenten voor het gehele gebied naar eenzelfde constructie. Dan zullen ook nieuwe partners voor het Natuurbedrijf gezocht moeten worden.

De organisatie zal anders aangepakt moeten worden met meer communicatie. Bij ons heeft het gewerkt omdat het gebied redelijk klein is en het gebied kennen en gemotiveerde mensen hebben en we wonen er,” besluit Jacques.

De foto’s zijn gemaakt door Bob Luijks en Thieu Vogels.