Op donderdag 16 mei a.s. is het 80 jaar geleden dat in Nederland de zogeheten Zigeunerrazzia heeft plaatsvonden. Aan deze enige in ons land door de Duitsers georganiseerde Sinti- en Roma-mensenjacht is door de Nederlandse autoriteiten ruime medewerking verleend.
De slachtoffers werden vooral door Nederlandse politiemensen opgebracht. In feite sloot deze door de Duitse bezetter geïnitieerde actie heel goed aan bij de vooroorlogse discriminatie van woonwagenbewoners in Nederland.
Foto: Bij de recente Auschwitzexcursie 2023 heeft één van de deelnemers met Herman en Annelies van Rens een herdenkingsceremonie gehouden voor de Limburgse zigeuners bij de zigeunerbarak in Auschwitz-Birkenau (foto: T. Luijten)
Foto: Het bewuste huis in Beek waaruit Mannela Franz ontsnapte en vluchtte naar Stokershorst in de Peel (foto: A. van Rens)
Aanvankelijk werden zigeuners door de Nazi's met rust gelaten en werden ze beschouwd als asocialen, samen met o.a. criminelen, hoeren, pooiers, bedelaars en werkschuwen. Maar vanuit de bestuurlijke laag werd er druk uitgeoefend om het vermeende criminele gedrag van de zigeuners aan banden te leggen. In maart 1942 schreef burgemeester Jan van Banning van de Noord-Limburgse gemeente Gennep (overigens geen NSB-burgemeester) aan Den Haag dat "in dezen tijd van soepele wetgeving" voor eens en altijd moest worden afgerekend met "de zwervende bevolking der woonwagens" omdat zij "eene overlast voor het platteland beteekent." Hij werd op zijn wenken bediend. Vanaf augustus 1943 werden woonwagenbewoners gesommeerd zich te melden bij centrale verzamelkampen. Een maand eerder al was een absoluut trekverbod van woonwagens afgekondigd.
Ene Grünholz, die eerder op een privéterrein in Haelen had gestaan, werd eind 1943 door de politie van Venlo aangehouden, omdat hij in deze gemeente op een illegale plek langs de Baarlosche weg stond. Hij verklaarde dat hij op weg was naar het verzamelkamp in Venlo, maar dat hij door panne aan de wagen niet verder kon trekken. Tevens had hij een trekvergunning aan de burgemeester van Haelen gevraagd, maar deze niet gekregen. Hij kwam er met een berisping vanaf. Voor de meeste woonwagenbewoners van Noord- en Midden-Limburg was dit kamp in Venlo -Kleine Heide aan de Kaldenkerkerweg, nog altijd een woonwagenkamp– de aangewezen concentratieplek.
Inmiddels was sinds december 1942 in Duitsland met het Auschwitz-Erlass van Reichsführer-SS Himmler de beleidsknop omgezet van opvoeding naar vernietiging en moesten alle zigeuners in het Reich en de bezette gebieden worden geconcentreerd in Auschwitz-Birkenau. In dit vernietigingskamp werd een zogeheten 'Zigeunerfamilienlager' ingericht. Op 14 mei 1944 was het zover in Nederland: op deze datum ontvingen de gewestelijke Nederlandse politiehoofden en de burgemeesters van SS-chef in Nederland Rauter de opdracht om op 16 mei alle in Nederland verblijvende zigeuners naar kamp Westerbork over te brengen. Er deed zich wel een probleem voor. Er was op het moment van de Zigeunerrazzia geen bruikbare registratie aanwezig. Kortom: wie gold er als een zigeuner? De beoordeling daarvan werd in het telegram over de arrestatie van de zigeuners neergelegd bij de vroede vaderen middels de vage omschrijving: “eener centrale aanhouding van alle in Nederland verblijvende personen die het kenmerk der zigeuners bezitten.”
Het was vele zigeuners gelukt om buiten de eerder genoemde verzamelkampen te blijven. Zo was de familie Franz er in geslaagd om een vergunning te krijgen om zich met hun woonwagen te vestigen in het centrum van het Zuid-Limburgse Beek. In deze plaats woonde de oudste zoon van de familie, Mannela, met een 'arische' vrouw in een gewoon huis. Terwijl zijn vrouw tijdens de razzia de Nederlandse politieagenten aan de praat wist te houden, wist hij aan een touw via het zolderraampje te ontkomen en vond bij zijn dienstweigerende oom Frits Linke een veilig onderduikadres in de Peel. Deze Frits, familie via zijn vrouw, was een Duitse onderdaan en was al voor de oorlog gaan werken in de Mauritsmijn te Geleen. Na de Duitse inval van mei 1940 werd hij door de bezetter gewezen op zijn dienstplicht. Daarvoor bedankte hij en dook onder in een plaggenhut in de buurt van boerderij hoeve Stokershorst te Nederweert-Eind, die gepacht werd door boer Dings en een kennis was van zijn huurbaas. Mannela en Frits, een ter dood veroordeelde zigeuner en een ter dood veroordeelde Wehrmachtsoldaat, overleefden samen de oorlog. Na de oorlog meende Nederland nog een appeltje met Frits Linke te moeten schillen en sloot hem (onterecht) als Duitsvijandig staatsburger op. Terug naar de familie Franz in Beek. Zij werden op 16 mei 1944 allen afgevoerd naar Westerbork.
In Westerbork bleek dat de Nederlandse autoriteiten hun werk nauwgezet hadden uitgevoerd: 578 mannen, vrouwen en kinderen werden aan de poort van het kamp op de Drentse heide afgeleverd. Ongeveer de helft werd weer vrijgelaten omdat het eigenlijk woonwagenbewoners waren. In het verwrongen mensbeeld van de Nazi’s bezat deze groep Arisch-raszuiver bloed. Drie dagen later, op 19 mei, werd de rest op transport gezet naar Auschwitz. Met in de trein de familie Franz, maar ook het zigeunermeisje Settela Steinbach. In 1994 wordt ontdekt dat zij het meisje is dat op de bekende Westerborkfilm in de deportatiewagon nog even naar buiten kijkt, alvorens de wagondeur voor haar neus wordt dichtgeschoven en met een haak wordt vergrendeld. Zij was geboren in Buchten bij Born en was via het verzamelkamp in Eindhoven in Westerbork terechtgekomen.
Bij aankomst in Auschwitz werd deze groep zonder selectie geplaatst in het zigeunerkamp. In de zomer van 1944 werden een half miljoen Hongaarse Joden naar Auschwitz gedeporteerd en ontstond in het kamp ruimtegebrek. Daarom werd op 2 augustus het ‘Zigeunerfamilienlager’ geheel ontruimd. De arbeidsgeschikte mannen werden naar kamp Buchenwald en de vrouwen naar vrouwenkamp Ravensbrück gedeporteerd. Alle arbeidsongeschikten en kinderen werden in de nacht van 2 op 3 augustus vergast. Dus ook Settela. Uiteindelijk keerden er 31 gedeporteerde zigeuners terug naar Nederland.
Uit Limburg overleefden twee mannen en twee vrouwen de verschrikkingen van de Nazikampen.
Met dank aan Herman en Annelies van Rens (Vervolgd in Limburg. Joden en Sinti in Nederlands-Limburg tijdens de Tweede Wereldoorlog)
Van zaterdag 7 september t/m zaterdag 14 september houden de Limburgse holocaustdeskundigen Herman en Annelies van Rens hun 11de Auschwitzreis. Meer informatie op www.cliotravel.nl