Het bericht in krant Dagblad De Limburger over de inbraak in partyhoeve De Geer in Horn tijdens de recente Maasoverstroming afgelopen juli riep bij mij de vraag op hoe diep iemand kan zinken. Deze dief was gespeend van ieder gevoel van medeleven en heeft rücksichtslos van de ellende van anderen geprofiteerd. Misschien om al te sombere gedachten over de onpeilbare slechtheid van sommige exemplaren van het menselijke geslacht te verdrijven, ging mijn focus al vlug uit naar de naamsherkomst van de evenementenlocatie.
Het dient hier reeds gezegd te worden dat, ondanks het hoge feestgehalte van de horecagelegenheid, de naam van de uitspanning geen enkele verbintenis heeft met het gelijknamige lid van het lawaaiduo, waarvan de andere helft luistert naar de naam Goor.
Welnee, Geer is in dit geval een oude veldnaam.
We vinden de akkernaam ook terug als straatnaam in o.a. Heythuysen (Op de Geer) en Nederweert (Geer). Geer of geren betekent zoveel als het spits toelopen van een kavel. Het is vooral het smaller toelopen van een hoek van een akker. Een oud-Germaans woord voor hoek is winkel. Dit woord bestaat nog steeds in de Duitse taal en in het Limburgse dialect.
Dit is de reden dat een geerakker daarom ook wel winkelakker wordt genoemd. De vorm van een akker werd vroeger veel meer bepaald door natuurlijke omstandigheden, zoals een grillige loop van een waterstroom of een slingerende landweg die meestal liep over de hoge en droge zandruggen. Of van de grens van een woud of een zompig broekland. Voor al deze verschillende akkervormen waren even zovele veldnamen in omloop zoals b.v. winkel (gerend, spitstoelopend), reep (vierkant), tip (driehoek) en horn, hoorn, hern (hoornvormig: ook de naamsverklaring van de plaatsnaam Horn, namelijk in de bocht van een rivier gelegen).
De ruilverkaveling in de tweede helft van de vorige eeuw had helaas geen boodschap aan deze kneuterigheid.
Een efficiënte indeling van veldpercelen was het hoofddoel, waardoor vreemdsoortige akkervormen als een tafellaken werden rechtgetrokken.
Een eeuwenoud cultuurlandschap ging verloren, geofferd op het altaar van de vooruitgang. Daarmee verdwenen ook deze veldnamen. Her en der leven vinden wij ze nog terug in straat- en gebiedsnamen om ons te herinneren aan dit kleinschalige cultuurlandschap van weleer.
Met dank aan Ton van Reen.