VerhalenPieter Knippenberg

Het Kaufven: van siertuin in Anton Piecksfeer naar een speciale bestemming

Kelpen Oler / Gemeente Leudal

Een klein groen naambordje aan de Oranjestraat net buiten de bebouwde kom van Kelpen -Oler vermeldt de naam Kaufven. Via een smal zandweggetje, het Donkelstraatje, bereik je het twee hectare groot terrein met deze naam. Op deze plek runnen Roel en Sandra Wagemans- Peeters hun Take Care Ranch.

Het Kaufven, volgens Roel Wagemans genoemd naar een nabij gelegen verdwenen boerderij met de naam ‘de Kauf’, is bij veel Midden-Limburgers een bekend begrip. De in 2009 gestorven bakker Thei Sieben uit Kelpen-Oler had hier een voor belangstellenden opengestelde magnifieke siertuin aangelegd met allerlei waterpartijen en diverse Eftelingachtige bouwsels. Nu is het terrein niet meer voor publiek toegankelijk en vindt er dagopvang voor speciale doelgroepen plaats.

 

“Nou je ziet wel dat dat beeld van die riante siertuin nu toch wel toch wel enige aanpassing behoeft,” stelt de in Baexem woonachtige maar uit Kelpen-Oler afkomstige Roel Wagemans (48) lachend.

“We hebben de afgelopen twee jaar op het Kaufven bijna driehonderd bomen moeten kappen, die voor het merendeel door een kevertje, de letterzetter, zwaar aangetast waren.

 

Door die gedwongen kaalslag is de aanblik behoorlijk veranderd; het sprookjesachtige is er daardoor toch een beetje vanaf, maar de sfeervolle bouwsels die Thei Sieben  hier destijds gerealiseerd heeft, zijn natuurlijk nog aanwezig.”

Wilde geruchten in Kelpen-Oler

Nieuw op het terrein zijn een aantal kippenrennen waarin Wagemans allerlei soorten ras kippen houdt. Deze worden door de deelnemers aan de dagopvang verzorgd. Een paar royaal uit de kluiten gewassen goed opgevoede honden houden de wacht op het grote terrein dat geen woonbestemming heeft. “Nee hoor, wonen mogen wij hier niet,” reageert Roel Wagemans op mijn vraag of hij hier niet zou willen wonen. “Dat zou natuurlijk heel fijn zijn en het zou ons heel wat reistijd besparen. We hebben hier overigens maar weinig voorzieningen; enkel elektriciteit; niet eens stromend water. Het benodigde water nemen we van huis uit in kannen mee.

Toen wij vanuit Horn met ‘de Take Care Ranch’ naar Kelpen-Oler verhuisden, gingen er blijkbaar de wildste geruchten over ons in het dorp. Er was enige onrust ontstaan over wat wij hier gingen doen. De dorpsraad van Kelpen-Oler klom in de pen en schreef een brief met een verzoek om informatie aan de gemeente Leudal. Gelukkig wist de gemeente de dorpsraad gerust te stellen. Er zouden op het op het Kaufven geen rare dingen gaan gebeuren en er was ook zeker geen sprake van een toekomstige permanente bewoning. De bestemming van het terrein veranderde echter wel van agrarisch naar zorg/maatschappelijk.

“Van paardenranch naar kippenranch”

De Take Care Ranch richtte zich aanvankelijk meer op jongeren die vanuit Jeugdzorg bij ons geplaatst werden. Via een door Sandra opgezette gerichte therapie, waarbij de omgang met paarden een belangrijke rol speelde, werden bijvoorbeeld op het terrein van traumaverwerking mooie resultaten bereikt. De naam Ranch dateert trouwens uit de tijd dat paarden bij ons centraal stonden. Helaas is het paardengedeelte komen te vervallen in verband met de gezondheidsklachten van Sandra, waardoor ze inmiddels volledig afgekeurd is. De naam Take Care Ranch willen we echter behouden, ook al staan er nu alleen nog maar twee oudere pony’s die uiteraard bij ons van hun pensioen mogen genieten. Het is dus geen ranch met paarden meer; het is meer een kippenranch geworden.

De doelgroep waarop wij ons richten is hierdoor ook veranderd. Nu tref je bij onze opvang volwassenen en jongvolwassenen aan met een hulpvraag. Het zijn bijvoorbeeld mensen die vanuit de thuissituatie hier hun persoonsgebonden budget aan spenderen.

Ook zijn er deelnemers met een justitiële achtergrond. Van die laatste groep wil ik echt niet weten waardoor de betrokkenen met justitie in aanraking zijn gekomen; ik wil ze onbevooroordeeld allemaal een eerlijke kans bieden.

De maatschappelijke instellingen die deze mensen bij ons plaatsen, heb ik wel verteld dat ik niet open sta voor zedendelinquenten. Daar ligt voor mij echt een grens.

 

“Wij bieden rust, ruimte en een zinvolle bezigheid”

De mensen die bij ons naar de dagopvang komen, doen dat geheel op vrijwillige basis. De meesten komen tussen de drie en de zes dagdelen per week. Het is niet de bedoeling dat ze hier maar wat rondhangen; ze moeten echt iets doen. Onze cliënten die wij op het Kaufven dus ‘deelnemers’ noemen, moeten dit ook écht zelf willen, anders zijn ze hier niet op hun plaats. Als je om je heen kijkt, zie je dat er werk genoeg in de tuin. Het grote terrein vergt constant veel onderhoud en ook het pluimvee en de andere dieren moeten gevoerd en verzorgd worden. Verder hebben we een grote moestuin en een plantenkas waarin altijd werk te verrichten is.

Wanneer het weer te slecht is om buiten bezig te zijn, werken we binnen en maken we bij voorbeeld nestkastjes en uilenkasten.

De tuin is niet meer voor publiek toegankelijk want onze deelnemers hebben behoefte aan rust.

Vaak hebben ze een autistische achtergrond en dan zijn ze zeker niet gegaat bij te veel prikkels. Rust en ruimte en een zinvolle bezigheid kunnen wij ze hier in ieder geval ruimschoots bieden. Als iemand ‘te druk in zijn hoofd is’, kan hij hier ook vissen in de grote vijver op het terrein. Dat werkt vaak heel rustgevend.

 

Interen door corona, daar word je niet vrolijker van

Door de uitbraak van de corona pandemie vorig jaar vielen onze inkomsten gelijk bijna helemaal weg. In maart 2020 ging de deur van het Kaufven voor de meeste deelnemers op slot en dat is nog steeds zo. Ik mocht onze deelnemers, die in instellingen verbleven, niet meer ophalen. De bus waarin ik negen mensen kon vervoeren heb ik dus maar verkocht.

Door het beperkt aantal deelnemers teren we al een jaar in op ons spaargeld, want voor allerlei steunpakketten van de overheid komen wij niet in aanmerking. Daar word je bepaald niet vrolijker van.

Gelukkig zijn we nu al één keer gevaccineerd en als straks onze deelnemers ook afdoende gevaccineerd zijn, hopen we deze zomer weer te mogen starten. Wij zijn er in ieder geval helemaal klaar voor,” besluit Roel Wagemans hoopvol.