Boeren en tuinders waren het afgelopen jaar veel in het nieuws. De agrarische sector lag geregeld onder vuur vanwege haar aandeel in de stikstofuitstoot. Met massieve acties protesteerde de sector tegen het voorgestelde stikstofbeleid van de overheid. Boeren en tuinders leverden in 2020 ook geregeld kritiek op de in hun ogen vaak te lage prijzen die ze voor hun producten ontvangen van de grote supermarktketens. Is het ondanks de overheidsmaatregelen, de lage prijzen, de kurkdroge zomers van de laatste jaren en door de uitbraak van de coronacrisis nog wel leuk is op de boerderij?
Hallo Magazine ging op een koude winderige namiddag in januari het gesprek aan met Thieu Bongers (55), bewoner van boerderij Bergewell in Kelpen-Oler. De vraag of het nog wel leuk is op de boerderij, hoefde niet gesteld te worden, want melkveehouder Thieu Bongers blijkt al snel een enthousiaste verteller te zijn die gedreven praat over zijn bedrijf; hij straalt uit dat hij het beroep van melkveehouder met veel passie beoefent.
Omgeven door de natuurgebiedjes Keversbroek en Bergheide en gelegen midden tussen de dorpen Kelpen, Leveroy en Baexem, tref je het melkveebedrijf met de naam Bergewell van Thieu en Karin Bongers-Teeuwen aan. De naam Bergewell is vermoedelijk een verwijzing naar de omgeving met daarin de natuurlijke hoogte de Bergheide en het laaggelegen vochtige Keversbroek. Vanuit alle kanten word je hier een weids uitzicht over weilanden en landerijen geboden. De overgrootouders van Thieu Bongers stichtten dit bedrijf in 1924. Dit jaartal is zichtbaar in een steen aan de voorgevel van de boerderij die er aan de buitenkant heel traditioneel uitziet. Schijn bedriegt echter, want Thieu Bongers die met echtgenote Karin het bedrijf in 1996 van zijn ouders overnam, blijkt in het geheel geen traditionele maar eerder een zeer innovatieve agrariër te zijn, die bij zijn bedrijfsvoering gebruikt maakt van veel hypermoderne en arbeidsbesparende technieken. Daarbij doet hij volop aan kringlooplandbouw.
Thieu Bongers kan niet meer zonder zijn telefoon
Voordat we aan het einde van de middag aan de keukentafel van de familie Bongers belanden, worden we uitgebreid rondgeleid op het familiebedrijf dat tegenwoordig 120 melkkoeien en 65 stuks jongvee telt. Tijdens dit ommetje staat Thieu stil bij veel verschillende facetten van de bedrijfsvoering. Het wordt duidelijk dat het runnen van een modern melkveebedrijf anno 2021 beslist geen sinecure is; een agrarisch ondernemer moet van vele markten thuis zijn.
Via een stal met enkele pasgeboren kalfjes komen we in een wat oudere stal waar drachtige koeien staan die binnenkort een kalf gaan krijgen. Een app op de telefoon van Thieu houdt alle gegevens over zijn koeien secuur bij. In no time haalt hij onder andere via deze applicatie informatie op over bijvoorbeeld wanneer een koe tochtig is, wanneer ze geïnsemineerd is en welke stier de vader van het kalf wordt. Naast deze app heeft hij nog vele andere apps op zijn telefoon geïnstalleerd die een optimale bedrijfsvoering vergemakkelijken. Niet enkel apps die informatie over het vee verschaffen, maar bijvoorbeeld ook een app waarmee hij de beregening van zijn percelen kan regelen.
“Dat was afgelopen zomer hard nodig” zegt Thieu, die tijdens de droge periode werkweken van méér dan honderd uur maakte door het extra werk dat het vaak verplaatsen van de beregeningsinstallaties met zich meebracht.
Op het grote erf achter de boerderij demonstreert Thieu vervolgens de werking van een onlangs aangeschafte geavanceerde knalgele voerwagen waarmee hij het voer voor de koeien binnenhaalt. Een computerprogramma in de wagen berekent een optimale samenstelling van het voer, waarbij ook bijproducten uit de voedingsindustrie worden gebruikt.
Door een jarengeleden uitgevoerde egalisatie is het van oudsher natte perceel achter ‘Bergewell’ veel beter bewerkbaar geworden. Via een uitgekiend peil gestuurd drainagesysteem en door stuwen in de omgeving kan Bongers de grondwaterstand op de percelen rond het bedrijf beïnvloeden, zodat er water in het gebied kan worden vastgehouden en beregening tot een minimum beperkt kan blijven.
Robots in de stallen
In 2012 heeft de familie Bongers-Teeuwen een nieuwe, integraal duurzame ligboxenstal laten bouwen. Deze stal is voorzien van de nieuwste technieken, zoals een ammoniakreducerende vloer met een mestrobot. Om de mestrobot te demonstreren, baant Thieu zich een weg tussen de melkkoeien die zich vrij in deze stal kunnen bewegen. De mestrobot lijkt op een grote robotgrasmaaier. Het apparaat is voorzien van een grote schuif en verplaatst zich zelfstandig over de stalvloer, waarbij de koeienstront in de daarvoor bestemde kieren in de vloer geveegd wordt en in de mestput valt. Een voeraanschuifrobot zorgt er elk uur voor dat de koeien voldoende ruwvoer ter beschikking hebben.
“Al deze hulpmiddelen zorgen er voor dat ik het werk op de boerderij grotendeels in mijn eentje af kan”,
zegt Thieu,
die naast zijn werk als agrariër ook altijd tijd vrijgemaakt heeft om bestuurlijk actief te zijn. “Alleen maar onder de koeien zitten, is ook maar niks.”
Van melk uit Kelpen wordt in Born kaas gemaakt
De ‘paradepaardjes’ van het bedrijf zijn de twee moderne melkrobots die Thieu veel werk uit handen nemen. Ook nu weer verschaft een app op de telefoon de nodige informatie. Van iedere melkkoe kan de melkproductie tot in detail geraadpleegd worden. De koeien staan vanaf eind november tot begin april op stal en zo’n 220 dagen per jaar staan de koeien in de wei. De melkopbrengst van het bedrijf wordt in Born verwerkt tot kaas.
Natuurweiden
In het kader van de ruilverkaveling heeft Thieu Bongers percelen uitgeruild voor natuur. Deze natuurweiden van ‘Natuurmonumenten’ in het Keversbroek worden door hem gemaaid en het natuurhooi wordt aan het eigen vee gevoerd. Droogstaande koeien en jongvee kunnen op deze gronden grazen. Jaarlijks worden enkele verse percelen grond met akkerbouwers in de buurt geruild voor de afzet van waardevolle rundveemest en afname van extra ruwvoer. Een win-win situatie voor beiden.
“Jammer genoeg heb ik geen opvolger”
Op 13 januari jongstleden werd de uitslag van een nationaal onderzoek naar bedrijfopvolging in de agrarische sector gepubliceerd. De conclusie was duidelijk. Twee-derde van de boeren heeft geen opvolger.”Bij die groep hoor ik ook”, stelt Thieu vast wanneer we in de keuken bij een kop koffie verder praten over de toekomst van zijn bedrijf. “Onze zoon Niels studeert Scheikundige Technologie aan de Technische Universiteit in Eindhoven en hij heeft weinig belangstelling voor het bedrijf. Wanneer ik over een aantal jaren ga stoppen, zal ik het bedrijf waarschijnlijk moeten afbouwen of verkopen.
Als er veel veeboeren verdwijnen zal het landschap er hier heel anders uit gaan zien; er zal veel grasland omgeploegd worden en stallen komen leeg te staan.
Door de coronacrisis is de melkprijs lager en daardoor is de marge op veel veebedrijven minimaal of zelfs negatief. Dit bemoeilijkt een verdere verduurzaming: Je kunt niet groen doen, als je rood staat. Hoe lang ik dit bedrijf voortzet, kan ik moeilijk zeggen. Ik ben nu 55 en zolang als ik het leuk blijf vinden, ga ik als melkveehouder verder, maar het moet fysiek natuurlijk wel kunnen. Toen ik van de zomer zoveel uren bezig was, vroeg ik mij echt wel eens af waar ik mee bezig was. De omvangrijke regelgeving waarmee de boeren tegenwoordig geconfronteerd worden, maakt het er ook niet echt gemakkelijker op.
Ik heb echter nog steeds veel plezier in mijn werk en ik blijf voorlopig op Bergewell actief.”