Ik zag het Journaal vandaag voorbijkomen en er was weer een dierenonderwerp bij. Het ging over het aantal schapen dat nog wordt gehouden op Texel. Je weet wel: dat Waddeneiland waar ze dit bekendste schaap van Nederland ooit hebben uitgevonden…. Oh nee, waar ze dit type schaap in het verleden hebben gefokt.
Weer een item waaruit blijkt dat de dierhouderij in ons land onder druk staat. En dan gaat het in dit geval helemaal niet over intensieve veehouderij.
Nee, het gaat hier over beweiden van grond, weilanden.
En deze grond is zo duur aan het worden dat schapen houden niet meer rendabel is. Er moet geld bij dus gaan houders er iets bij doen om alle rekeningen te kunnen betalen. Een camping bijvoorbeeld, of een boerderijwinkeltje of weer iets anders. Op deze manier wordt het houden van de dieren de hobby die geld kost en de andere activiteit moet het geld binnenbrengen. Waarachtig een scheefgegroeide situatie. Het zou toch zo moeten zijn dat je een inkomen kunt hebben uit een boerenbedrijf waar je 60-80 uur in de week aan het werk moet zijn….
Een paar weken eerder was er ook nieuws over de dierhouderij. Het moderne grote en intensieve varkensbedrijf Houbensteyn in Ysselstein stopt ermee. Het doet mee aan de opkoopregeling en binnen niet al te lange tijd gaan er vele grote stallen tegen de vlakte. Ook hier speelt mee dat het toekomstperspectief van een zeer moderne varkenshouderij in dit geval niet meer zodanig is dat de eigenaren er nog een toekomst in zien. En ook dichter bij huis zullen meerdere bedrijven met melkvee, kippen, varkens of geiten de deuren sluiten. Opkoopregeling, geen bedrijfsopvolger, milieu regelgeving, onvoldoende financiële zekerheden etc. etc. vele gevarieerde redenen waarom het houden van dieren hier zal stoppen. Uit milieuoogpunt welkom uiteraard. Overbelasting door o.a. stikstof vereist een afname van de veestapel. Anderzijds zal het aantal bedrijven en daarmee het aantal dierhouders met de kennis en ervaring in deze tak van sport gigantisch verder verschralen.
Ook een paar weken terug kwam in het nieuws dat er een aantal extensieve koeienhouders met Blaarkop koeien en Lakenvelders zouden moeten stoppen met hun bedrijf in het Zuid-Hollandse poldergebied. Boeren die hadden gekozen voor minder hoogproductieve rassen met een rendabele bedrijfsvoering, mede door gepachte natuurgronden van de gemeente.
Die gemeente had echter besloten de pachtgronden opnieuw openbaar aan te besteden en daarna bleek dat die weides waren toegewezen aan de hoogste bieder, zonder het maatschappelijke, gezamenlijke belang en alle natuur- en milieuaspecten voldoende mee te wegen
. Dat zou betekend hebben dat ook hier enkele dierhouderijen zouden moeten stoppen; echter gelukkig werden deze besluiten alsnog teruggedraaid. Ongelooflijk, hoe dit soort besluiten, zogenaamd ‘weloverwogen’ tot stand kunnen komen.
Ik vraag mij bij dit alles af of er veel mensen zijn die in de gaten hebben wat dit allemaal zal gaan betekenen in ons land en op ons platteland. Er lopen al jaren minder en minder koeien in de wei. Het aantal boerderijen waar het grote publiek makkelijk bij en tussen dieren kan komen neemt in sneltreinvaart af. Dus er komen steeds meer mensen die amper of nooit met of tussen boerderijdieren hebben gewerkt. En ik heb de indruk dat er juist steeds meer mensen een duidelijke mening hebben over wat wel en niet kan of mag met dieren in het algemeen. Daarbij worden die meningen dus vooral gevormd door het hebben van een of enkele huisdieren en de meningen-op-een-presenteerblaadje die in de media verschijnen.
Opgroeien met (boerderij)dieren is een zeldzaamheid aan het worden. Steeds minder kinderen mogen dit nog beleven. En dat vind ik een duidelijke verarming van onze samenleving….. Laten we voldoende (stal)deuren open houden, zodat deze verschraling beperkt blijft; en onze jeugd de ‘aard van het beestje’ mag blijven leren kennen.