ColumnsGerrit Tacken

Column: Dieren houden door Gerrit Tacken

Midden-Limburg

Het is Valentijnsdag als ik mijn column schrijf. Een bijzondere dag voor de liefde, jazeker. Je hoeft er niet altijd meteen een commerciële achtergrond bij te bedenken, maar die is er natuurlijk wel! Maar het blijft een speciale gelegenheid voor degenen die hun geliefde willen verrassen en dan op zoek zullen gaan naar een hele mooie bos bloemen. Een andere manier om de liefde extra aandacht te geven is een etentje op diezelfde dag; immers de liefde gaat (ook) door de maag.

Bij dieren gaat niet zozeer de liefde door de maag, als je het mij vraagt. Veel mensen zullen hun huisdieren verwennen met iets lekkers om vooral zichzelf het gevoel te geven dat ze iets extra’s voor hun huisdier over hebben. Voor het dier heeft voedsel en/of iets lekkers een heel andere betekenis. Nodig om te overleven en te kunnen functioneren en als er meer lekkers komt ontstaat een toenemend risico dat het beestje in omvang zal gaan toenemen. In zoverre vergelijkbaar met de mens bij wie in onze westerse wereld de rem op inname van te veel lekkers ook steeds vaker is verstoord.

Dieren in hun natuurlijke omgeving hebben in de meeste gevallen vanuit zichzelf een evenwicht tussen voedselinname en beweging om datzelfde voedsel te verbranden. Fastfood voor dieren is, net als bij de mens, iets wat wij voor ze  produceren, vooral lekker en energierijk (suiker en zetmeel). Met als effect dat het leidt tot vetaanzet en gewichtstoename. We kennen allemaal de (te) dikke, moeilijk lopende hond die zijn ommetje net redt met zijn tong uit de bek, blij dat het er weer op zit. Of de zware huiskat met de hangbuik , die geen vogel meer achterna kan in een boom omdat hij te zwaar en te traag is geworden.

Hier is er wel een voordeel dat die vogeltjes dan meer kans hebben te overleven; een van de weinige positieve gevolgen van onze overvoede huisdieren.

En dan diezelfde vogeltjes. De duiven op de Dam worden goed verzorgd. En ook ik hang wintervoer in de boom, leg graan en zaden in een vogelhuisje en laat ze pinda’s eten uit  een eikel. Allemaal natuurlijk voer waarmee ze de winter kunnen overbruggen maar waarmee we  voor deze diertjes toch het natuurlijke proces verstoren. Ze leren in hun korte leventje minder te teren op armoede en zoeken wat er nog wel is. Kortom wij proberen de dieren met de beste bedoelingen te ondersteunen in slechte tijden en grijpen daarmee in in diezelfde natuur.

En dat is nou een discussie die steeds vaker voorbij komt over “het houden van (huis)dieren”. Je hebt ze in goede en slechte tijden; je zorgt voor ze, ook als het ze niet goed gaat, om het voor allen beter te maken. Vervolgens wordt door menigeen beweerd dat gehouden dieren zouden moeten kunnen leven in hun natuurlijke omgeving om hun natuurlijke gedrag te kunnen vertonen. Daar loop ik tegen iets dubbels aan. Deze mensen willen alle gehouden en in hun gedrag beperkte dieren los of vrij laten…. Maar wat als dan ergens de nood aan de man komt en er in die vrije natuur en vrije omgeving iets bijzonders aan de hand is? Als een dier ziek wordt en niemand dat gezien heeft en/of ernaar omkijkt? Wie zorgt er dan? En wie betaalt? Wie is eigenaar van zo’n dier en wie is verantwoordelijk? Of laten we dan de ruwe natuur zijn vrije gang gaan?

In onze lange geschiedenis en overal ter wereld worden (huis)dieren gehouden en gefokt. Daarbij zijn respect voor het dier en goede zorg uiteraard basisgegevens. Dan nu ineens alle dieren de vrije natuur gunnen? Nee, dat is onmenselijk en onwenselijk!

Gerrit Tacken

Gerrit Tacken was jarenlang dierenarts in de Dierenartsenpraktijk in Ell. Inmiddels brengt hij zijn tijd vooral door tussen de Zeldzame Huisdierrassen thuis op Landgoed ’t Heijk en op landelijk niveau als voorzitter van de SZH, Stichting Zeldzame Huisdierrassen. Daarnaast wordt hij regelmatig uitgezonden naar ontwikkelingslanden om de veehouderij op een hoger plan te brengen. 
Graag wil hij ons laten meekijken wat er op dit brede speelveld allemaal voorbij komt.