Bea was ziek en dat was goed nieuws! Ik kende Bea verder niet, maar ik hoorde het toevallig in de rij voor de kassa bij de supermarkt van haar man die ik verder ook niet ken. Hij vertelde het tegen de kassière. ‘Vandaag alleen boodschappen aan het doen? Is Bea d’r niet bij?’ vroeg de kassamedewerkster geïnteresseerd. ‘Nee, Bea is ziek. Geen corona ofzo, maar flinke hoofdpijn. Gisteravond had ze het ijskoud en vannacht had ze juist koorts.’ ‘Wat vervelend,’ zei de kassière, maar de echtgenoot van Bea zag dat heel anders. ‘Vervelend? Het had niet beter uit kunnen komen!’ De kassière keek hem wat verbaasd aan en ik zal ongeveer hetzelfde gekeken hebben. ‘We hadden nog vier paracetamols in het doosje zitten en die waren nog maar tot mei houdbaar. Gelukkig heeft Bea nu flinke hoofdpijn, want anders hadden we die weg moeten gooien.’ In de rij hoor je bijzondere dingen.
Tijdens het wachten kun je veel moois beleven en interessante inzichten opdoen door te kijken, luisteren of gewoon door even af te remmen. De afgelopen jaren heb ik een vrij druk leven geleid waarin ik wachten zoveel mogelijk tot een minimum heb proberen te beperken. Nu ik al enige tijd van een burn-out aan het herstellen ben, ben ik de rij gaan herwaarderen.
Ik heb me in het eerste deel van de eenentwintigste eeuw ontpopt tot een fervente zelfscanner in de supermarkt, maar nog liever liet ik de boodschappen thuisbezorgen. Wekelijks stopten de Albert Heijn-busjes en Picnic-wagentjes meerdere malen om de bestelde boodschappen tot in de keuken te bezorgen. De elektrische thuisbezorgdfietsen en autootjes reden af en aan en de bezorgers van de koeriersdiensten kwamen zo vaak langs dat we ze ook op familiefeestjes uitnodigden. Maar inmiddels gaat er geen dag voorbij dat ik niet kies voor een lange rij.
In de rij wordt je gedwongen om even af te remmen. Je kunt je wel gaan staan ergeren op die mevrouw die pas haar portemonnee gaat zoeken nadat ze alles in haar winkelwagentje heeft gelegd, maar dat heeft niet echt veel zin. Je kunt er beter van genieten en het moment gebruiken om even tot rust te komen. Je kunt luisteren naar de gesprekken voor je en tot interessante inzichten komen, of gewoon even niks doen of denken. Probeer niet te wachten op iets, dus niet op het moment dat je aan de beurt bent. Benader het wachten als een activiteit op zich en het is opeens een heel andere ervaring. Dan kom je tot het besef dat het wachten je veel te bieden heeft.
Om de kunst van het wachten onder de knie te krijgen, is het aan te bevelen om de langzaamste rij te kiezen. Als er net iemand met drie volgeladen karren in de rij is gaan staan, dan sluit ik meteen aan. Als ik iemand zie die vergeten is zijn fruit af te wegen, blijf ik hem volgen tot ik achter hem in de rij kan aansluiten. Nu de eindexamens er weer bijna opzitten, komt er weer een nieuwe lichting tijdelijke kassamedewerkers die ingewerkt moeten worden en dat is ook een waar genot voor een ieder die het wachten in rijen heeft omarmd. Je kunt natuurlijk ook anderen voor laten gaan om je wachtmomentje nog wat te verlengen.
Door de komst van supermarkten hebben we het wachten verleerd. Vroeger haalde je brood bij de bakker, paracetamols bij de apotheek, drank bij de slijter, vlees bij de slager, enzovoort. Dat is nogal veranderd. Supermarkten hebben er alles aan gedaan om het wachten te beperken. De vierde klant in de rij kreeg boodschappen gratis, er kwamen zelfscankassa’s en nu zijn er zelfs supermarkten waar camera’s in de winkel bepalen wat je af moet rekenen. Laat je niet gek maken en pak je wachttijd terug. Dat kan bij zelfscankassa’s eenvoudig door bv. producten fout te scannen totdat er een medewerker opgeroepen wordt of door producten mee te nemen waar iemand nog een leeftijdcheck op moet loslaten. Wacht geduldig. Vijf minuten in een rij geven je voldoende energie om de rest van de dag weer fris te zijn.
Toen ik gisteren in dezelfde supermarkt op hetzelfde tijdstip weer in de rij stond te wachten, stond er een oudere vrouw voor me. Het moet Bea zijn geweest. De kassière vroeg waar Huub was. Huub was ziek, hij had gisteren de hele dag met flinke hoofdpijn in bed gelegen. Arme Huub, de paracetamols waren op en de apotheek was niet open op zondag. Toen de kassière zei dat ze in de supermarkt ook paracetamols hadden, was de vrouw zichtbaar opgelucht. ‘Dat is fijn, dan hoef ik niet zo lang in de rij te staan bij de apotheek.’