ColumnsBen Ubachs

Indian summer

Deze maand kreeg ik zeven kruisjes achter mijn naam en dat is niet niks. Natuurlijk hoor je links en rechts dat 70 het nieuwe 60 is, maar alleen al zo’n uitdrukking maakt mij argwanend. “Je staat nog zo midden in het leven” – “Dat geeft men je echt niet” – “Dan heb je zeker een aantal jaren overgeslagen”. Het zijn verdachte opmerkingen alsof een vreselijke ziekte je in zijn gruwelijke greep gaat krijgen. Voor die leeftijdsflauwekul pas ik.

En ik hoop van harte dat alle zeventigers, 80- en 90-jarigen en zelfs zij die de 100 zijn gepasseerd de kont tegen de kribbe gooien zodra leeftijd een issue wordt. Zo nodig roep ik op tot een grijze revolutie tegen verjongingswaanzin, tegen gezondheidsgekte, tegen voedingsmanie en tegen de dictatuur van klok en agenda.

Uitsloven met de stopwatch in de hand is passé, languit op de bank niksen is het credo, de afstandsbediening van tv binnen handbereik.

Af en toe slow down een ommetje maken op de e-bike kan er nog wel af, maar dan houdt het op.

Lang genoeg gebuffeld, gehakt en gebeiteld. Wij leuteren en treuzelen als dat zo uitkomt. Na het zuur het zoet en wij grijsaards kunnen daar geen genoeg van krijgen. Onze Indian summer, die heerlijke, schitterende nazomer, mag niet verstoord worden door betutteling van wie ook. Dat is gezegd. Oef.

Het heeft mogelijk met het zevende kruisje te maken, maar de laatste dagen borrelen herinneringen op uit mijn jongensjaren. Herinneringen over mijn striphelden Buck Danny, Michel Vaillant, en Kuifje. En niet te vergeten over Arendsoog en Witte Veder. Vooral van die laatste kunnen we trouwens nog veel leren. Witte Veder was, zoals generatiegenoten weten, een geweldige spoorzoeker.

Als iedereen het spoor bijster was, trof hij altijd ergens in het donkere bos of de barre woestijn wel een smeuïg konijnenkeuteltje of afgebroken twijgje aan in de richting van de uitweg. Zo’n spoorzoeker zou in onze moderne maatschappij met een kluwen van wetten en regeltjes goud waard zijn.  Bovendien had Witte Veder een ongelooflijk scherp gehoor en dat niet alleen: hij gebruikte die spitse oren ook om echt te luisteren. Hij scheidde zo goed van kwaad nieuws. Dat blijkt nu een hele kunst te zijn. Alle gewauwel en cowboyverhalen maken dat er anno 2018 een groot tekort is aan wijze indianen. Witte Veder for President. Oef.

De in 2012 overleden troubadour Sjef Diederen schreef in ‘Geneet van ’t laeve’ levenswijsheden die afkomstig lijken van verre voorvaderen die ooit over eindeloze vlakten zwierven. Elk gezelschap in het Limburgse land zingt dit opbeurende lied overtuigend en uit volle borst mee. Met het klimmen der jaren groeit onder ons het besef dat van het leven genieten een aan tijd gebonden voorrecht is. Soms is het een kunst dit voorrecht in de praktijk te brengen.

Verlies van gezondheid zet het kompas zo maar in een andere richting; inleveren van vitaliteit en leren omgaan met beperkingen leggen een stevige claim op ons aanpassingsvermogen. Genieten is er even niet bij. Het overlijden van een geliefde dompelt je onder in diep, troebel water waar een poos geen lichtstraal doorheen komt.

Asgrauwe lucht verdringt dan hemelsblauw. Maar altijd komt een nieuwe wind als een behaaglijke föhn over de prairie aanwaaien die de donkere wolken verdrijft. Een nieuwe Indian summer breekt aan.

In de vroege avond kleuren de wigwams oranjerood in de gloed van betoverend schemerlicht aan een horizon waarachter eeuwige jachtvelden op ons wachten. Oef…

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.