ColumnsQuirien van Haelen

Alles contant

De kersen op het kleine tafeltje langs de weg zagen er werkelijk heerlijk uit. Blinkend, roze en spekkig, precies zoals de kersen die ik vroeger bij mijn oma plukte. Niet van die Spaanse supermarktkersen, maar echte Limburgse topkersen. Boh, lekker. Ik wilde maar een ding, die megagrote zak van twee kilo die op dat tafeltje stond. Voor goeie kersen rij ik gerust een stuk om, maar nu kwam ik ze per toeval langs de weg tegen. Ik had echt graag een zak meegenomen.

 

Helaas had ik geen geld bij me, maar zoals altijd alleen mijn pinpas. Ik betaal eigenlijk alles met m’n pinpas of met m’n creditcard. Ik heb wel wat muntjes in mijn portemonnee zitten, maar dat zijn buitenlandse muntjes die ik er al jaren vergeet uit te halen. Ik weet niet hoe het met u zit, maar ik vind contant geld altijd zo’n gedoe. Je moet eerst op zoek naar een pinautomaat en dan heb je eindelijk geld in je portemonnee en dan weet je niet precies hoeveel er over is. Op je mobielbankierenapp zie je alleen hoeveel er op je rekening staat, maar niet hoeveel er in je beurs zit. Lastig hoor. Maar nu had ik dus echt dringend behoefte aan cash.

 

Mijn navigatiesysteem wist gelukkig dat er een kilometer of acht verderop een pinautomaat lag. Onderweg dacht ik aan vroeger. Contant geld was ooit een gangbaar betaalmiddel. Als je boodschappen ging doen, trok je je portemonnee en haalde je er een briefje uit om mee te betalen. Kinderen kregen van ooms en tantes een paar munten voor in hun spaarpot als ze een goed rapport hadden. Zelfs als je een auto wilde kopen, ging je naar de bank en haalde je geld in huis. Tegenwoordig betalen we al weer jaren veel meer met plastic dan contant. De pinautomaat die mijn navigatie aangaf lag er niet meer. Ik had meer zin in kersen dan ooit, maar geen geld.  

 

In hiphopclips laten rappers altijd stapels bankbiljetten uit hun handen dwarrelen. Daar lijkt altijd contant geld voorhanden te zijn. Er wordt zelfs over gerapt. ‘Geen money op mijn pinpas, alleen maar money in mijn hand’. In mijn realiteit viel dat vies tegen. Mijn probleem was juist het tegenovergestelde, ik had wel geld op mijn pinpas, ik kon er alleen niet aan. Ik meen toch echt dat je een paar jaar geleden op elke hoek van de straat met je pinpas bankbiljetten kon opnemen, maar blijkbaar is dat tegenwoordig niet meer het geval. De volgende pinautomaat was tijdelijk buiten gebruik wegens een pinstoring, maar omdat ik nu toch al twintig minuten aan het rijden was, besloot ik er een missie van te maken. Ik moest die kersen hebben.

 

Onderweg naar de derde pinautomaat herinnerde ik me hoe ik vroeger als jonge dichter soms gedichten voordroeg in het schnabbelcircuit. Toen kreeg ik tenminste nog weleens een envelop met een paar briefjes van twintig. Na twee of drie schnabbels ben ik alles keurig gaan opgeven. Dat is wel handig als je een belastingcontrole krijgt, maar lastig als je zin hebt in kersen. Als er ergens iemand was geweest die me gevraagd had om zwart wat gedichten voor te dragen, had ik het meteen gedaan. Als er zo weinig pinautomaten in de buurt zijn, moet je haast wel zwart gaan werken, zeker als je kersen wil.

 

Opeens herinnerde ik me dat ik nog een paar losse euro’s in de auto had liggen om in een winkelwagentje te stoppen. Daar zou ik vast nog wel een kilo kersen voor kunnen krijgen en dan hoefde ik niet nog negen kilometer naar die pinautomaat. Ik gooide het stuur om, zocht ondertussen in het dashboardkastje naar de euro’s en juichte een klein beetje toen ik de muntjes vond. ‘Hoeveel kersen krijg ik voor 3 euro,’ vroeg ik op mijn vriendelijkst, want ik hoopte op een goede deal. Ik liet de drie euro munten in mijn hand rinkelen. De mevrouw wees naar een klein bakje en keek naar de munten in mijn hand. ‘Je kunt hier ook pinnen hoor.’

 

Quirien van Haelen

Quirien van Haelen (1981) is dichter, docent en columnist. Hij publiceerde diverse dichtbundels, was columnist en presentator bij L1 en poëziecolumnist bij Radio 1. Vanaf het eerste nummer van HALLO Magazine schrijft hij columns voor dit platform, vaak met humoristische inslag. Zijn columns zijn populair van Nederweert tot Heibloem. Van Neer via Thorn naar Maasbracht. De Maas over en een bezoekje bij de Belgische buren waar zijn columns ook geliefd blijken te zijn.