Lezende in een boek van Geert Mak tijdens een onvergetelijke vakantie in het indrukwekkend land Gambia, werd ik overvallen door tegenstellingen. Gambia is een van de 10 armste landen ter wereld en grenst aan de Atlantisch Oceaan en Senegal. De economie behoort tot de zwakste ter wereld. De bewoners leven van het toerisme en als je geluk hebt, werk je als gids of in een hotel. Zodra je uit het vliegtuig de zon tegemoet reist, word je meteen onverbiddelijk geconfronteerd met de leefwereld van de mensen die hier wonen. Nou ja, wonen?
In de bus naar ons (luxe) hotel, werden we stil van alles wat onze ogen registreerde. Het zien en verwerken van deze omgeving was voor ons allemaal een cultuurschok. Geert Mak schrijft in zijn boek over het gelijkheidsprincipe en de toenemende ongelijkheid die ook ons land doet verstarren.
Onlangs las ik in het Limburgs Dagblad verhalen over armoede in ons eigen land. 1 op de 9 kinderen groeit op in armoede! Steeds opnieuw word ik diep geraakt door deze ongelijkheid, hier en ook toen in Gambia. Aldaar was het verschil tussen arm en rijk schrijnend duidelijk. Verschillen tussen blanken en gekleurden, rijk en arm zijn er altijd geweest. en gaat het volgens mij erover, hoe iemand omgaat met zijn leefomstandigheden.
Een opmerking van een ober in het hotel sloeg de spijker op zijn kop: ‘Wij zijn allemaal arm, maar wel happy. Jullie zijn rijk, en niet happy’. Dit kun je natuurlijk relativeren, maar er zit absoluut een kern van waarheid in. In mijn werk zeg ik wel eens, het is eigenlijk een kwestie van ‘Sociale Armoede’ dat wij in ons land ‘Naoberzorg’ moeten organiseren. In Gambia is in elk geval geen ‘Naoberzorg’ nodig! Hier zorgt men – net als vroeger bij ons – nog voor elkaar. Vroeger bij ons en nu in landen als Gambia is het juist de noodzaak en armoede, die iedereen gelijk maakt.
Wij hebben genoten van de zonovergoten vriendelijkheid van alle mensen die wij daar hebben ontmoet. Ongelofelijk, hoe kinderen met stralende ogen in gammele bankjes Nederlandse liedjes voor ons zongen. Met tranen in onze ogen zaten we met onze mond vol tanden, op bezoek bij het lokale schooltje. Iedereen die ooit in zo’n land is geweest, zal dit herkennen. Een bal, een zak lolly’s, een donatie en schriftjes, is wat je op dat moment kunt doen.
Je wilt iets van onze welvaart delen, maar tegelijkertijd besef je ook goed dat alles wat je hier doet, nog minder dan een druppel op een gloeiende plaat is. Vanwege de armoede kunnen maar 25% van de kinderen naar een vervolgopleiding. Zo vertelde onze gids Red. Met hem hadden we een heel bijzondere persoonlijke klik.
Door zijn warme zorg voelde we ons elk moment veilig. Hij werkt voor een overheidsorganisatie, die er op toe ziet dat toeristen tevreden zijn en terug komen. Want met elke euro die je besteedt, help je uiteindelijk de mensen weer. Op de laatste avond samen, vroegen we Red (32) of wij hem zouden kunnen helpen om zijn diploma te halen. Want als hij zijn diploma haalt, dan hoeft zijn hele familie van 16 personen, in de toekomst geen honger meer te lijden.
Als deze druppel de toekomst van een gezin kan bepalen, dan krijgt onze onvergetelijke vakantie een gouden randje.
Zover weg en vanaf nu voor altijd verbonden, want alles is met elkaar verbonden.