In 2015 is er een ingrijpende aanpassing geweest in het arbeidsrecht. De toenmalige minister Asscher wilde dat er meer vaste arbeidsovereenkomsten gesloten werden. Iedereen die in het arbeidsrecht werkzaam was gaf op voorhand al aan dat met de nieuwe wetgeving die doelstelling niet gehaald zou worden. Gelukkig heeft de regering dat ook ingezien en heeft daarom aangekondigd dat in 2019 een groot deel van de wijzigingen weer terug gedraaid worden.
3 jaar termijn
Tot 2015 mocht een werkgever 3 jaar een tijdelijk contract aanbieden. In 2015 is dat veranderd in maximaal 2 jaar. In de praktijk bleek dat gevolg was dat medewerkers geen vast contract kregen maar na twee jaar op straat kwamen te staan. In 2019 wordt de termijn dus weer terug gebracht naar drie jaar. Wel blijft in stand dat als iemand drie jaar gewerkt heeft die persoon minimaal 6 maanden er uit moet voordat er weer een nieuwe periode van drie jaar ingaat.
Transitievergoeding
In 2015 is ingevoerd dat iedereen die ontslagen wordt en 2 jaar of meer in dienst is een bedrag ontvangt van de werkgever. Dat wordt de transitievergoeding genoemd. Vanaf 2019 moet de werkgever ook als de werknemer korter dan 2 jaar in dienst is de transitievergoeding betalen.
Ontslag
Vaak zijn er meerdere redenen waarom een werkgever een einde wil maken aan een arbeidsovereenkomst. Sinds 2015 was het niet mogelijk om meerdere redenen te noemen maar mocht de werkgever maar een reden noemen. In de praktijk was het gevolg dat er minder mensen ontslagen werden via de rechter. Vaak was die ene reden die genoemd werd namelijk onvoldoende voor de rechter. Dit terwijl als je alle redenen optelde ontslag wel mogelijk zou zijn. Daarom wordt dit weer teruggedraaid. Vanaf 2019 zal het voor de rechter weer mogelijk zijn om meerdere redenen voor het ontslag te accepteren. De rechter kan in dat geval wel een hogere transitievergoeding toekennen.
Doorbetaling bij ziekte
Door werkgevers wordt vaak als reden om medewerkers geen vast contract aan te bieden genoemd dat ze medewerkers bij ziekte 2 jaar moeten doorbetalen. De regering gaat dit aanpassen voor kleine werkgevers. Kleine werkgevers hoeven maar 1 jaar het salaris door te betalen bij ziekte.
Proeftijd
Veel werkgevers zijn huiverig om medewerkers in vaste dienst te nemen omdat ze dan moeilijk de arbeidsovereenkomst kunnen beëindigen. De proeftijd die nu maximaal 2 maanden is vinden werkgevers te kort. Daarom wordt de proeftijd verruimd naar 5 maanden als het een eerste arbeidsovereenkomst is. Heeft de werknemer al op basis van een tijdelijk contract gewerkt dan wordt de proeftijd 3 maanden.
ZZP er
In 2017 ontstond grote commotie onder zzp ers. Dit zijn mensen die een bedrijf hebben maar zonder eigen personeel werken. De overheid wilde zzp ers in een groot aantal gevallen als werknemer registreren. Door die verandering in de wetgeving zouden opdrachtgevers veel meer belasting moeten betalen als ze een zzp er werkzaamheden lieten verrichten. Gevolg was dat veel opdrachtgevers geen zzp ers meer durfde in te zetten. In de nieuwe regeling wordt er een onderscheid gemaakt in drie categorieën zzp ers
- Zzp ers die een laag tarief (voorstel is minder dan € 18, -) hebben en minimaal drie maanden ergens werken worden automatisch werknemer bij dat bedrijf
- Zzp ers met een tarief tussen 18 en € 75 per uur moeten een opdrachtgeversverklaring vragen. Als die wordt verstrekt dan hoeft de opdrachtgever geen belasting te betalen over het tarief van de zzp er.
- Zzp ers met een hoog tarief (meer dan € 75, - per uur) worden in het algemeen nooit werknemer.
Beter ten halve gekeerd
Met deze maatregelen komt de regering tegemoet aan de belangrijkste bezwaren die bij specialisten arbeidsrecht bestond tegen de nieuwe regels. Daarom is hier het spreekwoord: “Beter ten halve gekeerd en ten hele gedwaald” helemaal van toepassing. Helaas is nog niet duidelijk wanneer de aanpassingen in 2019 ingevoerd worden.