ColumnsBen Ubachs

Bolletje ijs

Eens per zes weken is het feest. Dan mag ik naar mijn kapper Marianne toe en dat is waarachtig een schat. Nooit kwaaie zin en altijd goedlachs brengt zij mijn schamele haarsprieten kunstig knippend weer in toonbare vorm. Het is doodjammer dat ik binnen het kwartier weer buiten sta, al moet ik tot mijn grote schande bekennen dat dit spijtig gevoel niet alleen door haar komt; het zijn ook De Bladen die ik achterlaat.

Bijna twee maanden zonder Bladen is voor een nieuwsman een hard gelag. Privé, Weekend en Story brengen immers de waarheid boven tafel, beslist geen fakenieuws, en nog smeuïg opgediend ook. Een bevlogen nieuwsfanaat houdt zo tenminste zijn kennis op peil.

En BN-ers zijn toch heerlijke, prachtige mensen die avonturen meemaken waarvan wij alleen maar kunnen dromen. Met als mijn persoonlijke favorieten Gordon de flirtende schuinsmarcheerder, la Brard de kwekkende fratsenkoningin en natuurlijk la Paay. Daarvan onthoud ik u even de details. De fantasie mag niet te veel op hol slaan in bronsgroen Maasgouw, Nederweert en Leudal.

Geen flauw idee waar bovengenoemde kunstenmakers wonen; ik heb ze in elk geval niet kunnen ontdekken tijdens een meerdaagse fietstocht door de Gooi- en Vechtstreek. We gingen er ook voor de natuur naar toe en niet om als sterrentoerist acrobatische capriolen op de Gooise matras te begluren. Wanneer puntje bij paaltje komt prefereer ik trouwens nog eerder een stekelige Limburgse strobaal dan een wufte Gooise boxspring. Het is in het Gooi niet alles goud wat er blinkt; soms overheerst schone schijn.

Prachtige heidevelden en bossen worden afgewisseld door muisstille buitenwijken in plaatsjes als Blaricum en Laren. Diep verscholen in het groen liggen hier werkelijk schitterende landhuizen. Post ophalen doe je er bij wijze van spreken met een golfkarretje, anders ben je een kwartier onderweg. Maar het is wel een ommuurd leven, tussen hekken met schrikdraad, met camerabewaking, en hier en daar een roedel bloedhonden. Ik werd er niet vrolijk van, eerder kreeg ik meelij met de rijke stakkers die zich zover wegstopten dat een gewoon blokje om er niet meer inzat.

Gooise mannen en vrouwen zijn chique, niet sjiek, en dat spellingsonderscheid geeft beperkingen.

Ze laten eerder een bekakt scheetje dan een forse wind. Zo hoopt zich bij een mens een tornado aan frustraties op. Ooit loopt dat goed mis en je ziet daar niet voor niets de nodige rust- en meditatiecentra, en zelfs een heus House of Dreams. Wanneer in zo’n lommerrijke omgeving spiritueel rood en oranje dominant zijn aan natuurlijk groen is dat een veeg teken.

Maar ook rondfietsende Limburgers zijn en blijven mensen met wensen. We stonden voor een Dynasty-achtig kasteeltje toen op zeker moment een statig traliewerk langzaam open rolde. Mijn adem stokte. Een knalgele Lamborghini cabrio gleed naar buiten, achter het stuur een voluptueuze blondine uit de Bouquetreeks. Eerdere filosofische beschouwingen stonden op losse schroeven, primaire gedachten kregen bij mij de overhand.

Maar toen mijn metgezellin bewonderend naar de Lamborghini oogde en mij verlangend aankeek, was ik meteen ontnuchterd. Ik haalde pontificaal  mijn beurs uit de achterzak en keek erin. Zo goed als leeg.  “Laten we maar doorfietsen schat” zei ik vlug. “Ik trakteer op een ijsje. Er is nog geld voor ieder één bolletje.”

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.