ColumnsBen Ubachs

column Ben Ubachs: Hein Niet van Toepassing

Haelen

Met de komst van internet is het world-wide-web tot nieuwe oppergod verheven. We kunnen ons geluk bij de oplichtende schermpjes niet op. Zodra ik mij richting laptop of IPad begeef, verschijnt automatisch een big smile op mijn gezicht. Vaak kan ik me zelfs nauwelijks bedwingen een sprintje te trekken om deze wonderapparaten aan mijn borst te drukken en dood te knuffelen.

De verafgoding van de digitale heiligdommen neemt overal, in heel Leudal en ver daarbuiten, buitenaardse proporties aan.

We klikken, zappen, chatten en appen allemaal totdat we een ons wegen. Toch is het niet alles goud wat er blinkt in de wereld van bits en bytes.

 

Neem het fenomeen webshop. Die schieten als paddenstoelen uit de grond en maken het de winkelier om de hoek soms knap lastig. Vanuit je luie stoel volstaat een muisklik om een hele winkelmand te vullen, maar wat mij betreft gaat er toch niets boven de persoonlijke aandacht van de lokale middenstander. Zo’n elektronisch surrogaat kan namelijk behoorlijk op de zenuwen werken. Voordat je goed en wel ingelogd bent, over digitale paden het productenpallet hebt bekeken en het gezochte artikel eindelijk gevonden en ook nog betaald, ben je menig uurtje verder. Om maar te zwijgen over de trammelant wanneer de webshop na wekenlang wachten niks heeft afgeleverd. Gewoon even bellen met de klantenservice dacht deze onnozele hals. Eerst zocht ik een halve ochtend naar het goed verstopte telefoonnummer van de ‘klantenservice’. Vervolgens kreeg ik na 20 lange wachtminuten een opgefokte jongeman (H.) aan de lijn.

 

Het ‘servicegesprek’ verliep ongeveer zo:  H. nam de telefoon op:  ‘Hein!’ donderde een sergeantenstem.

Ik stelde me netjes voor en omschreef het probleem. H: ‘Kunnen we niks aan doen, het is nu hartstikke druk. Gewoon effe geduld hebben.’ Ik probeerde zalvend en paaiend Hein’s servicegevoeligheid uit het embryonaal stadium te halen en ietsjes op te laten bloeien. Sergeant Hein gaf helaas geen krimp: ‘We zijn overbelast, dus gewoon effe geduld hebben mijnheer. Niet gaan drammen!’ Ik begon te koken en wilde een echelon hoger mijn beklag doen en vroeg: ‘Hoe heet u met de achternaam ?’ H.: ‘Dat is Niet van Toepassing!’ Ik: ‘Dus ik spreek met Hein Niet van Toepassing ?’ H.: ‘Mijn achternaam is niet van toepassing. Dat  zei ik toch eerder. Er werkt hier maar één Hein. Hein zeggen is dus genoeg. Iedereen weet wie Hein is.’  Het moest daar ongetwijfeld een gezellige webshop zijn met Hein Niet van Toepassing als stralend middelpunt.. Die loste het probleempje op.

 

Communiceren in een internetomgeving kent met andere woorden tenminste wat beperkingen. Maar voor je het weet, dreig jezelf de fout in te gaan. Tot mijn grote schande moet ik bekennen laatst een mailtje naar R. te hebben gestuurd waarin ik om het zout vroeg. De aardappelen waren namelijk aan de flauwe kant.  Een normaal mens zou gewoon om het zout gevraagd hebben, want ze zat tegenover me aan de keukentafel. Nu kan ik wél als excuus aanvoeren dat ze ijverig op haar IPhone aan het facebooken was, waardoor ouwerwets communiceren tamelijk kansloos was.

Dus ging ik noodgedwongen mailen en wapperde aanvullend even via de app met een vrolijk handje. Dat werkte prima want het zoutvaatje werd meteen over tafel aangereikt.

Met een digitaal opgestoken duimpje bedankte ik mijn liefste allerhartelijkst. Ze antwoordde met een brede smiley. Ik werd helemaal warm van binnen en sloot de sessie af met een bloedrood hartje. Kijk, zo kan het natuurlijk ook. Hein Niet van Toepassing mag bij ons in de leer en komen mee-eten.

 

 

 

 

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.