ColumnsBen Ubachs

Column Ben Ubachs: Schaapjes tellen

Midden Limburg

Heel lang geleden toen ik nog een klein jongetje was, telde ik schaapjes als ik in slaap wilde komen. Die truc werkt niet meer. Wanneer ik nu aan schaapjes denk, word ik maar onrustig. Dan wellen bijvoorbeeld gedachten op aan wollige beestjes die massaal een vrachtwagen worden ingedreven op weg naar niemandsland, of gedachten aan overmatige vleesproductie die het milieu mee naar de knoppen helpt.

En ik woel al helemaal rusteloos onder de dekens zodra beelden langs flitsen van middeleeuwse slachtrituelen.

Wanneer een mak schaap als ik vol nare gevoelens komt te zitten tijdens het schaapjestellen, klopt er iets niet en wordt het tijd voor iets anders. Dat neemt niet weg dat ik het gezellige gemekker en geblaat zal gaan missen. Het heeft jarenlang als een rustgevende mantra gewerkt zodat de mantel der slaap als een weldadige, warme deken over me heen kon vallen.

 

Gelukkig heb ik een uitstekend alternatief gevonden. Het is al enkele keren tot volle tevredenheid uitgetest en ik heb besloten het pakket breed in de markt te gaan zetten, want het wordt gegarandeerd profijtelijke business. De schaapjes heb ik ingeruild voor babyboomers. Er zijn argumenten te over voor deze move. Er lopen minstens zoveel babyboomers rond als schaapjes, dus uitgeteld raak je nooit, en bovendien kunnen babyboomers ook hartstikke goed mekkeren en blaten.

Een schaap kan er bij wijze van spreken nog wat van leren.

En als lid van de doelgroep kan ik het weten. Vol bravoure ben ik ergens tussen 1945 en 1955, de tijd van de naoorlogse geboortegolf, uit het ei gekropen.

 

Dat mekkeren en blaten gebeurt momenteel wel wat al te gemakkelijk. Algemeen gesproken hebben we in Nederland toch weinig echt te klagen. Zorg en sociale voorzieningen zijn redelijk op peil en liggen voortdurend onder het vergrootglas om zo nodig bij te stellen. Wanneer je echter het gekwaak om je heen beluistert, lijkt het of de b.v. Nederland is afgegleden naar een derde wereldland. Die beroepsmopperaars zouden daar eens een kijkje moeten gaan nemen. Als klap op de vuurpijl is er constant geblèr over de pensioenen; de onheilstijdingen vliegen je om de oren.

Gelikte pensioenpausen als Henk Krol van 50+, (notabene vroeger zelf nalatig geweest om pensioenpremies van zijn werknemers af te dragen) stoken het vuurtje met halve waarheden op en de meute slikt de onzin voor zoete koek.

Al dat geklaag en gejammer hoor ik voornamelijk bij babyboomers.

Jongeren hebben wel wat anders te doen, en de echte ouderen onder ons hebben zorgen die veel dieper raken dan een procentje meer of minder.

 

Het geheugen van de babyboomgeneratie die kleur gaf aan de bevlogen jaren zestig van de vorige eeuw begint kennelijk na te laten. De generatie die ooit vol overtuiging autoritaire bevoogding bestreed, verliest zijn kritisch onderscheidingsvermogen. Het -inderdaad geromantiseerde- streven naar een multiculturele samenleving van indertijd, wordt nu te pas en onpas ingeruild voor eng eigen-volk-eerst-denken. Dat geweeklaag moet eens ophouden. Een collectieve retraite en het tellen van hedendaagse zegeningen zou niet verkeerd zijn.

We leven in de kerstdagen, op de valreep van een nieuw jaar. Oliebollen en beste wensen liggen voor het oprapen. Alle goeds wensen we onze familie en alle vrienden en kennissen toe. En voor iedereen in Maasgouw, Nederweert en Leudal voor wie voorspoed, geluk en gezondheid niet vanzelfsprekend zijn, hopen we dat het nieuwe jaar ook nieuw licht brengt. Daaraan mag iedereen, babyboomer of niet, een mooie steen bijdragen. Ieder op zijn eigen manier.

Zo wordt 2020 een sprankelend jaar, en kan ik weer rustig, als vanouds, schaapjes tellen voordat Morpheus, de god van de dromen, zich in de vroege nacht genadig over me heen buigt.

 

 

Ben Ubachs

Ben Ubachs werd geboren in Maastricht. Hij was journalist, ondernemer en is nu freelance schrijver. Sinds 2013 woont hij in Baexem. Daar kijkt hij met af en toe gefronste wenkbrauwen om zich heen. Mild en humorvol, af en toe ook wat scherper, legt hij in HALLO Magazine zijn indrukken vast en houdt de lezers een spiegel voor. Feiten en fictie vullen elkaar daarbij naadloos aan.