Af en toe slaat de twijfel toe over de zegeningen van het computertijdperk. Wanneer slimme apparaten kuren vertonen krab ik me al gauw wanhopig op het achterhoofd. Daarom gebruik ik die prullen met de nodige reserve. Op waarachtige, spontane liefde voor supersnelle chips kan niemand mij betrappen. Vaak is het onbegrijpelijk waarom de zaak plat gaat en computeronbenullen zoals ondergetekende zowat tot waanzin gedreven worden. Aan A.I. heb je trouwens ook niks, want als het apparaat er de brui aan geeft, duikt A.I. automatisch in een diepe winterslaap. Kunstmatige intelligentie, het woord zegt het al, is gecreëerd en geen natuurlijke verworvenheid. En door een beroep op de klantenservice van de provider te doen lok je een hartinfarct of erger uit. Dat is een garantie voor eindeloze wachttijden en nietszeggende antwoorden die slechts leiden tot gillende overspannenheid.
Gelukkig is er mijn bovenstebeste onderbuurman die alle chatboxen vér overstijgt, en als een soort wonderdokter apparaten weer tot leven brengt.
U begrijpt dus dat chipsliefde aan mij niet is besteed. Voor zover ik al van chips houd, geldt dat uitsluitend voor een zak van 200 gram met paprika. Naturel is ook oké mits stevig gezouten maar daarmee kom ik thuis nooit door de keuring. Chips in allerlei apparaten zullen zeker nuttig, snel en heel slim zijn maar ik word er niet warm of koud van. Toch word je wel eens verrast wat je dankzij die chips tegenkomt. Onlangs viel ik met mijn neus in de boter toen ik op een pittoresk terrasje aan de rustig stromende Maas met een wel heel apart geval van chipsliefde te maken kreeg. Althans, dat concludeerde ik uit het verloop van een gesprek dat ik ongewild meebeleefde. De laatste jaren heeft de computer de rol van koppelaarster veelvuldig en vaak succesvol vervuld. Niks mis mee dus.
Maar er kunnen ook rare sinjeurs tussen de internetters-op-het-liefdespad zitten.
Eén tafeltje bij ons vandaan, een beetje afgezonderd in een hoek van het terras, waren een man en een vrouw elkaar, tijdens wat volgens mij een eerste date moest zijn, aan het verkennen. De man, circa 50 met zwart, grijsgepunt krullend haar, droeg quasi nonchalant een blauw polohemd met korte mouwen. De vrouw was gekleed in een sportieve blazer en had het kastanjebruine haar omhoog gestoken in een mooie, verzorgde knot. Vooral de man, type kletsmajoor, maakte opzichtig avances om zich goed in de markt te zetten. De eerste, voorzichtige verkenningen ruilde hij al gauw in voor imponerende prietpraat. Met name de financiële wereld kende voor hem weinig geheimen. Aandelentransacties waren voor hem gesneden koek en hadden hem geen windeieren gelegd. Wel zat hij momenteel op zwart zaad door enkele ongelukkige beursontwikkelingen. Soms leggen de bulls het immers af tegen de bears en als je dan aan de verkeerde kant zit, tja dan heb je pech. Dat kan gebeuren. Z’n auto had hij verkocht om toch wat centjes achter de hand te hebben wanneer zich een buitenkansje in de aandelenhandel voordeed. Dan moet je namelijk rap zijn en doortastend kunnen handelen.
De vrouw hoorde het verhaal van de snelle jongen onbewogen aan. Ze had een uitsmijter achter de hand. Dit jaar had zij een lot in de Staatsloterij gekocht en dat leverde haar een forse prijs op. De zwartgrijze krullenbol reageerde meteen: “Geld is niet belangrijk. In mijn vorige relatie was het ook ieder voor zich.” De goochelaar met aandelen trok snel een rookgordijn op en ratelde maar door. Zijn tafelgezellin hoorde het gelaten aan en gaf af en toe een obligaat antwoord. Ik vroeg me af of er nog een nieuwe date zou komen. Op welke manier dan ook, zodra chips er aan te pas komen is het opletten geblazen.