Terwijl ik de artikel schrijf, stormt het buiten aardig. De herfst met al haar kleuren en facetten heeft zich aangediend.
Fruittelers oogsten hun appels en peren, de akkers waar eens het graan gezaaid en geoogst was liggen er verlaten bij. Ganzen verzamelen zich en sterken zich aan voor hun reis naar het zuiden. Bonte kleuren aan bomen en struiken domineren het straatbeeld. Bloei en leven worden afgewisseld door vergankelijkheid en loslaten.
De natuur leeft ons een geheim voor dat ons mensen vaak koud op het dak valt. Tegenover elk geknutseld herfststukje thuis of op school staan haast dagelijks honderd boeketten fris in honderd bloemenwinkels te stralen. De eerste rimpels en of grijze haren worden weggespoten met botox of met kleurtjes verbloemd.
Hoe harder we op de radio over de lente zingen, hoe noodzakelijker blijkt de herfst, wanneer de bomen met een zucht van verlichting hun vrucht en blad aan de wind meegeven. Voor hen is het volbracht. Wat verval lijkt, is veelal vervulling.
Dat laatste besef ik sinds kort maar al te goed als geestelijk verzorger op een van mijn werkplekken namelijk een PG afdeling. Op PG-afdelingen wonen mensen die bescherming, verpleging en intensieve geestelijke zorg nodig hebben vanwege bijvoorbeeld psychische problemen als dementie. Veelal betreft het mensen die qua leeftijd in de herfst van hun leven zitten. In onze moderne tijd zijn we bezig om iemand te willen zijn, op sociale media gaat het om de likes, we verzamelen ons in clubjes en schermen met rijkdom en status. Je streeft naar een eigen identiteit. Maar op de PG zit een kwetsbare mens die daar niet meer mee bezig is. Wie ben je dan? Daar gaat het om meer dan waar de mens buiten de PG mee bezig is. Vaak zijn de puurder, eerlijk, niet diplomatiek meer. Door middel van muziek gaan ze mee in een wonderlijke wereld van vreugde en of verdriet.
Ondanks hun kwetsbaarheid dat een partner en of een kind, kleinkind kan raken, blijft hun leven waardevol. Gewoon om dat die persoon er is. Ook al verlies je allerlei capaciteiten en kun je dingen niet meer herinneren, toch blijf je er toe doen. Gewoon omdat jij jij bent. Zelfs als je geen woord meer kan spreken. Dat is de puurheid. Dat de liefde van de mensen om je heen sterker is dan je zelf vaak denkt. En dat een mens meer is dan zijn of haar brein. Ook al verlies je cognitieve capaciteiten, in wezen blijf je dezelfde persoon. Mensen die gaan vergeten, mogen niet worden vergeten. Het zal ons vroeg of laat wellicht allemaal eens overkomen…. Liefde is immers ook loslaten. Dat is houden van. Daar kan geen ego tegenop.