ColumnsJohn Hölsgens

Column: De wraak van de Neanderthalers door John Hölsgens

Midden Limburg

Het leven van alledag gaat alweer even z’n gangetje en tijdens de mentale evaluatie van de zomer genoot ik nog wat na van de festivaltijd. Eerlijk gezegd zijn de ‘grote namen’ daarbij al jaren niet meer aan mij besteed. Te duur, te veel mensen op elkaar gepakt en te weinig interessante muziek.

Complimenten dus aan organisatoren en programmeurs van gratis evenementen als Valkhof in Nijmegen en de Zomerparkfeesten in Venlo. Voor elk wat wils, verspreid over meerdere dagen. Natuurlijk is eten en drinken ook daar een ramp voor je beurs, maar hé, je geniet al zonder een cent te betalen van artiesten die zich in het zweet werken. Honderden vrijwilligers en lokale sponsors houden daarbij de boel draaiende en na alle corona-ellende was het een feest om te zien, hoe hele gezinnen samen weer konden genieten van het weer en de sfeer.


Waar ik alleen nog steeds niet aan kan wennen, is dat het zicht op de podia bij veel acts minutenlang bedorven wordt door een zee van in de lucht gehouden telefoons. Even een foto maken voor later, prima. Maar een half concert live streamen? En dat met een paar duizend tegelijk? Waarom? Je krijgt de helft niet meer mee en degene die achter je staat al helemaal niet. Dit gedrag heeft zelfs al bijna het gezwam tijdens een optreden over het weer, het werk en de laatste Netflixserie verdrongen, als ergernis nummer één. Wil je vergaderen of bijkletsen? Ga dat ergens anders doen. Dan hoef je niet zo te schreeuwen en kunnen mensen die voor de muziek gekomen zijn daar gewoon van genieten.

Het is tevens een stuk respectvoller voor de artiest. Die beroepsgroep begint zich trouwens steeds meer te verzetten tegen de telefoonterreur. Jack White, Sam Smith, Liam Gallagher en Bob Dylan bijvoorbeeld, kozen al voor smartphonevrije concerten. Telefoon tijdelijk inleveren, anders komen ze niet eens. Maar op de Zomerparkfeesten maakte ik kennis met een verschijnsel dat nog frustrerender moet zijn voor muzikanten, waar ze zich op een festival bovendien helemaal niet tegen kunnen verdedigen.

Op het podium stonden de Togo All Stars zich uit de naad te swingen onder prachtige Afrikaanse klanken. Hoewel de mensen in het veld veelal vrolijk aan het meedansen waren, moet de aanblik van de eerste twintig rijen toch een verschrikking zijn geweest voor de band. Daar stonden namelijk louter verveeld kijkende pubermeisjes, voornamelijk met de rug naar hen toegekeerd, op hun telefoon te ‘swipen’. De reden: úren later zou ene Antoon acte de présence geven. Blijkbaar moest op deze wijze een goede plek verzekerd worden. Een goede plek om foto’s te maken, neem ik aan. Of om te gillen. Want toen ik een dagdeel verder  – honderden meters van het hoofdpodium verwijderd – een eerste hap van een hamburger nam, overstemde een hoog gekrijs grotendeels het met autotune overgoten gegalm van wat wel Antoon moest zijn.

Maar zoals gezegd: hulde aan de programmeurs voor het brede aanbod tijdens dit familiegebeuren. De liefhebber van wat obscuurder werk kon daardoor nog altijd de kleinere tenten opzoeken, waar ik onder meer prettig kennis maakte met het Vlaamse Het Zesde Metaal. Ooit van gehoord maar verwachtingen overtroffen, die categorie. Het samenwerkingsverband tussen Sly and the family Drone en Dead Neanderthals was mij zelfs geheel onbekend, dus ik ging er eens goed voor staan. Even dan, want ineens waren ze er alweer, de telefoon in de aanslag, recht voor mijn neus! Blijkbaar was Antoon klaar en het grut dacht een doelwit voor een volgende streamsessie gevonden te hebben...

Ik ging er eens goed voor staan. Even dan, want ineens waren ze er alweer, de telefoon in de aanslag, recht voor mijn neus!

Een bende woestelingen betrad vervolgens echter de podiumplanken. Dertig seconden duurde het ongeveer. Daarna wisten de jongeren niet hoe snel ze de tent uit moesten rennen. Telefoons verdwenen weer in kontzakken, handen werden tegen de oren gedrukt, hielen in noodgang gelicht. Toegegeven: onder elke andere omstandigheid had ik zelf de rit waarschijnlijk evenmin uitgezeten. Maar ik beleefde inmiddels zo’n intens genoegen aan deze geluidsafstraffing dat ik bleef staan. Eerst was dat genoegen nog heimelijk. Maar uiteindelijk stond ook ik breed lachend op één van de floordrums te meppen, die de bandleden aan de dranghekken hadden opgehangen.

Misschien een goede tip voor Jack White, Sam Smith, Liam Gallagher, Bob Dylan en al die andere artiesten die zich doodergeren aan deze telefoonplaagtijden: zet Sly and the family Drone en de Dead Neanderthals in je voorprogramma!

John Hölsgens

John Hölsgens wonende in Roermond is geboren en getogen in Heythuysen. Hij publiceerde twee dichtbundels en een boek met verzamelde columns onder de titel ‘Op de Korrel’. Hij is vaste huiscolumnist van ‘Niet Direct’, het literaire podium van de Stichting Kunst en Cultuur Leudal en levert bijdragen aan radio-programma’s van 3ML.