ColumnsRobert Martens

Column: In mei legt ieder vogeltje een ei door Robert Martens

Midden Limburg

U kent dit oud Hollandse gezegde ongetwijfeld. Soms wordt er nog toegevoegd, behalve de koekoek en de griet, want die leggen in de meimaand niet.

Maar zoals vaak is het gezegde te algemeen. Je zou zelfs kunnen zeggen dat er eigenlijk niks van klopt. Want er zijn heel veel vogels die voor mei of na mei eieren leggen. Maar is het ook niet zo dat juist de uitzonderingen het leven ook in de natuur een stuk leuker maken?

Zo is het onmogelijk, dat de koekoek in meimaand geen eieren zou leggen. Want van de koekoek  is bekend dat hij lui is. Hij maakt geen eigen nest maar legt zijn eieren in de nesten van andere vogels. Eigenlijk dus een soort huizenkraker of een gebruiker van vierentwintig uurs kinderopvang. En als de andere vogels in mei hun eieren leggen dan moet de koekoek zijn eieren ook in mei leggen. Anders is ie te laat en is de vogel gevlogen met als gevolg dat er snel geen koekoek meer zou zijn.

De bosuil die kan in februari, dus rond de carnaval, al helemaal los gaan en dus niet alleen in Nunhem. Maar ook eenden, mussen, merels en mezen wachten niet meer tot mei maar beginnen steeds vaker al in april met het leggen van eieren. Het is soms trouwens wel prettig dat vogels niet wachten tot mei. Er wordt geprobeerd met mezen op natuurlijke manier de eikenprocessierups te bestrijden. Met name door de warme voorjaren in de laatste jaren zijn de rupsen er vaak al in april. Dan is het wel fijn dat de mezen al jongen hebben als de rupsen opkomen zodat die er van kunnen genieten. De jongen van mezen worden trouwens gemiddeld maar twee weken gevoerd en dan worden ze geacht zelf hun voedsel te vinden. Heel vaak zijn die jongen daartoe nog niet helemaal in staat. Dat is een van de redenen waarom de helft van die jongen niet ouder dan 10 weken wordt. Ik vraag mij dan af waarom de natuur er niet voor gezorgd heeft dat die jongen wat langer bij de ouders blijven. Voorkomt misschien ook het empty nest syndroom waar sommige ouders zelfs al hun kinderen al jaren bij hen wonen nog last van hebben al ze uit huis gaan.

Kijk ganzen hebben dat beter begrepen. Die krijgen minder jongen dat de mezen maar ze maken er dan ook veel tijd voor vrij. De jongen blijven vaak bijna een jaar bij hun ouders. Die nemen ze ook mee op vakantie als ze in het najaar naar warme oorden trekken. Zo leren de jongen ook hoe ze naar de overwinteringsgebieden moeten vliegen en waar ze rekening mee moeten houden. Zo vieren ze dus ook samen kerst en oud en nieuw in het buitenland voordat ze in het voorjaar samen weer terugkomen om dan afscheid te nemen van elkaar.

Onduidelijk is trouwens welke vogel de griet is. Sommige geleerden zeggen dat het de grutto moet zijn. De koningin van onze weidevogels. Zoals in heel Nederland loopt trouwens ook in onze gemeente het aantal weidevogels, waaronder de grutto, jammer genoeg terug. In Leudal zijn drie gebieden aangewezen als weidevogelgebied Laatst mocht ik als wethouder natuur nog spreken met de vrijwilligers van  de weidevogelbescherming. Wat steken die er veel tijd in om te overleggen met agrariërs maar ook om de nesten te zoeken en te beschermen. Al die moeite leidt er helaas nog niet toe dat het aantal weidevogels toeneemt. Wist u trouwens dat de jongen van de grutto meteen uit het nest lopen. Het zijn zogenaamde nestvlieders. Omdat ze meteen uit het nest vertrekken moeten ze na hun vertrek zelf voor hun voedsel zorgen. Als onze kinderen dit zouden moeten doen dan zou onze samenleving er toch heel anders uit zien.

Maar zoals ook in onze maatschappij zijn er juist ook laatbloeiers. De kwartelkoning is zo’n vogel die wel tot in augustus de tijd kan nemen om te gaan broeden. En zo zie je dat ieder vogel toch weer anders is en misschien moeten we dit juist waarderen.

Robert Martens

Robert Martens is wethouder in de gemeente Leudal. Zijn columns schrijft hij op persoonlijke titel en gaan over de alledaagse dingen waar hij tegen aan loopt. Hij is getrouwd en heeft een zoon en een dochter.