Onlangs volgde ik een workshop Mómmegezich in Sittard. Onder deskundige begeleiding maakten we op twee avonden op traditionele wijze een carnavalsmasker voor de drie dolle dagen. Vroeger werden in vele gezinnen eigen maskers gemaakt. Geen plastic of wat schmink in het gezicht, maar heerlijk onherkenbaar vermomd. Een spel spelend met de ander.
Maskers hoorden eigenlijk bij carnaval. Het spel is in zekere zin dat vaak werd uitgebeeld in de vorm van twee maskers die samen met elkaar verbonden zijn. De een lachend, de ander huilend. Dat blijkt vooral uit een bijzondere clown die je in zulke dagen kunt tegengekomen namelijk de harlekijn, die deze paradox van het leven eigenlijk het meest intense uitbeeld.
De harlekijn is een bijzondere clown. Het is de clown die slechts bestaat uit twee kleuren:
wit – zwart. Aan de ene kant de mooie en kleurrijke momenten uit ons leven, zoals de geboorte van een kind, onze eerste liefde, een bepaalde droom, dierbaren en andere tal van mooie momenten die we ons kunnen herinneren in ons eigen bestaan.
Maar zoals de harlekijn ook de kleur zwart met zich meedraagt, zo waren er ook die donkere momenten in zijn leven, zo zijn er ook donkere momenten in ons eigen bestaan.
Er is nog een opmerkelijk detail aan die harlekijn, vlak onder zijn oog is namelijk een traan geschminkt. Een clown die huilt, een clown die staat voor de broosheid, de kwetsbaarheid van ons eigen leven.
Die traan die staat voor onze machteloosheid, zoals het askruisje dat we ontvangen op Aswoensdag, de dag waar de tijd van expressieve bonte kleuren en humor wordt vervangen door soberheid en innerlijke teruggetrokkenheid.
Jezelf terugvinden achter het masker, achter de lach van de clown, achter het geschminkte zonnetje, jezelf in deze de werkelijkheid met open vizier tegemoet treden.
De meeste maskers zijn stoere maskers, sterke maskers, maskers waarmee we aanzien krijgen.
We verschuilen ons, achter die ego’s, kwetsen mensen, beloven gouden bergen, werken ons kapot aan het uiterlijk en materie. Je wint er tegenwoordig verkiezingen mee. We laten kansen van liefde, van geborgenheid, van geluk wellicht liggen.
Maar als we deze zgn. maskers afleggen, komen er kleine en kwetsbare mensen tevoorschijn, mensen die twijfelen, die het veel minder zeker weten dan ze doen lijken. God roept ons op om de mens die daarachter verborgen zit naar boven te halen, naar voren te halen, want daarin zit jijzelf verscholen.
Welke mens is dat? Volgens Jezus zit daar de mens die medelijden heeft met iemand die in de ellende zit, die bescheiden blijft als hij of zij iets goeds heeft gedaan, die niet te koop loopt met zijn of haar goede daden.
Geniet daarom met deze bonte dagen. Maar vergeet niet, de maskers verdwijnen weer op Aswoensdag, jij blijft.